Het Oranje-Hotel in Soerabaia. Den Haag, want ik wist dat daar mijn vrienden woonden, al wist ik niet op welk adres. In een café aan de Groen markt kwam ik aan de praat met eige naar Chris Becherer, die ook in Indië geweest was. Hij prikte voor mij een paar pensions in het telefoonboek en in de Thomsonlaan kon ik terecht bij twee dames. Tegen een laag kostgeld en de afspraak dat ik de huisklusjes zou doen, was ik voorlopig onderdak. Op een zondag ging ik wandelen in Scheveningen en daar ontmoette ik mijn vrienden: Hans Holdert, Theo Coops, Dolf Walraven en Henk van de Wal. Samen bewoonden ze een heel huis en voor mij was nog een kamer vrij. Leuke tijd, onder andere met roulette en een jongen als uitkijkpost die aan een touwtje trok als de politie kwam. Henk van de Wal had een boek van of over Lindbergh (die met de "Spirit of St. Louis" de eerste transatlantische vliegreis maakte). Henk wist dat Charles Lindbergh toen in Den Haag was voor besprekingen met Albert Plesman, de grote man van de K.L.M. Henk vroeg me of ik een handtekening van Lindbergh in zijn boek kon krijgen en dat wilde ik wel proberen. Naar Hotel De Witte Brug dus, waar ik de receptie aanvankelijk niet kon pas seren. Via een achteringang echter naar boven gegaan, op de deurgeklopt en hartelijk binnengelaten door Lind bergh. Na 20 minuten kwam Plesman binnen en die vroeg "wie ben jij?" "Ik ben Boer meneer". Toen ik buiten was gezet, bedacht ik dat ik Plesman best om een baantje kon vragen. Na gedul dig wachten zag ik hem de retirade be treden en daar naast hem staande vroeg ik hem erom. "Wat kun je" vroeg hij. "Het enige wat ik kan is leren". "Morgen negen uur op mijn kantoor". Zo is het gekomen. Ik kreeg dus een baan op de afdeling Passage Buitenland. Het salaris was f 175,-- per maand. Tijdens een avond dienst kwam er een man in een Chrysler Aerflowaan rijden, een prachtige auto. Het bleek mr. Van Houten te zijn, directeur van Hypothecair Crediet. Hij moest een lange reis maken en vroeg of ik een reisschema kon opmaken. De hele nacht heb ik daaraan gewerkt: getelefoneerd, telegrammen verstuurd, op antwoord gewacht. De volgende middag meldde ik mij bij hem in Hotel Des Indes met een schema dat op de minuut was uitgewerkt. Hij was er erg van onder de indruk en nodigde mij uit om met hem te dineren. Om kort te gaan: ik werd zijn particulier secretaris, die hem begeleidde op buitenlandse reizen. Hij gaf me een goed salaris, stak me in de beste kleren, introdu ceerde mij in de hoogste kringen. Dat was in '36. 's Nachts haalde hij mij wel eens uit bed om telegrammen op te nemen. De inhoud daarvan ging meestal over beleggingen en nu ik erop terugkijk en er rekening mee houd dat mr. Van Houten een broer had op een hoge post bij het Neder landse gezantschap in Berlijn, dan denk ik dat hij toen met het oog op het dreigende oorlogsgevaar en op grond van informatie van zijn broer zijn kapitaal in het buitenland veilig pro beerde te stellen. Anderhalfjaar heb ik voor hem gewerkt en toen keerde ik Jack Boer, 1945. terug naar Holland waar ik niet alleen Jeanne weer ontmoette, maar ook haar vader. Die zag mij nog steeds niet graag als zijn schoonzoon, maar hij zei dat wanneer ik in Indië een behoorlijke positie op kon bouwen ik met Jeanne mocht trouwen wanneer zij volwassen zou zijn geworden en wanneer zij zelf nog wilde. Ik nam die "uitdaging" aan en vertrok naar Medan, waar mijn moeder inmiddels woonde. Daar werd ik eerst verkoper, later districtsmana ger van Ford Motor Company of Ma laya. Ferry Keijzer was mijn baas die mij leerde in het autovak huis te hou den. Na een jaar was ik gesettled en kon ik Jeanne laten overkomen. Eén dag na haar aankomst zijn we getrouwd en wat Jeanne betreft, wil ik het hierbij laten. Na 3 jaar was ze ervan door met een ander." Oorlog Oorlog in Europa, oorlog in Indië. In dit verhaal over Jack Boer slaan we die jaren over. Het zou te veel worden om wat hij daarover te vertellen heeft nu te verhalen. Wel even memoreren dat hij in maart 1942, daags na het bombar dementvan Perak trouwde met Wilhel- mina Hermans, die hij had ontmoet bij haar pleegvader, dokter Kuijk in Ma- lang. Waarschijnlijk was hun huwelijk de kortste plechtigheid allertijden. De ambtenaar van de burgerlijke stand in het toen verwarde Soerabaia zei al leen: "jullie weten er alles van, jullie zijn nu getrouwd". Soerabaia Augustus 1945. Jack Boer zit knijp in Tjimahi en hoort door een illegale radio van de bom. Hij vlucht, tooit zich met een fez en in een burnous als Arabier en gaat te voet naar een adres in Bandoeng. Van daaruit gaat hij nog steeds als Arabier vermomd per trein naar Semarang, waar zijn vrouw vast zat. Hij vond haar terwijl zij taugé zat schoon temaken en samen gingen ze verder naar Soerabaia. Daar meldde hij zich bij dokter Ong Kie Hong om zich beschikbaar te stellen voor het Rode Kruis. 19 September vond zoals gezegd het vlagincident plaats en kort daarna werd ook Jack Boer door extremisten gevangen genomen. Toen geruchten gingen dat de Engelsen waren geland, ontsnapte hij en meldde zich bij kapt. Philip W. Knight. Deze Engelse officier was commandant van het 23e Indiase Veld Regiment der 49e Brigade van de 5e Brits-Indische Divisie van het Koninklijk Indiase Leger. Jack Boer werd al een dag later ingezet bij de bevrijding van het kamp waaruit hij ontsnapt was en kon ca. 100 mensen bevrijden. De bevrijde mensen werden overge bracht naar het voormalige Japanse vrouwenkamp aan de Reiniersz Boule vard, waar reeds 900 vrouwen en kinderen zaten. Dit kamp werd omge doopt tot Rode Kruiswijk. In een over leg tussen de Engelsen en Indonesiërs werd overeengekomen dat alleen per sonen uit deze wijk geëvacueerd mochten worden naar o.m. Singapore. (lees verder volgende pagina) 5

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1987 | | pagina 5