voedsel. Dat moest dan maar genoeg
zijn. De schepen mochten in verband
met gevaar uit de lucht niet overdag
varen. De in te schepen families
werden kort voor zonsondergang op
weg gestuurd naar de steiger, zodat
vroeg in de avond de reis kon begin
nen. Opvallend was, dat de inscheping
van de Indonesische gezinnen rustig
en heel vlot ging, maar bij de Chinese
contingenten alleen met de klewang
in de hand paniek kon worden voor
komen. Dit verbaast me nu nog!
Nadat de laatste groep was vertrokken,
ben ik als in een boze droom naar het
nabijgelegen hospitaal gestrompeld
om de laatste berichten te horen. Ik
was toch niet erg gerust op de goede
afloop van de evacuatie. Het varen zou
zeker drie, zo niet vijf of zes nachten
kunnen duren en de Jappen opereerden
als een heet mes in een pakje boter.
Voor ons waren de berichten niet best.
De vernielingsploeg werd op scherp
gesteld. Al het voedsel, dat nog in de
maatschappij-toko's was overgebleven,
werd in één open lichter gedaan, alle
nog aanwezige in vaten verpakte auto-
en vliegtuigbenzine en smeerolie
werd in een andere lichter gestuwd.
Die lichters zouden ons vergezellen op
onze reis naar één van de twee ge
heime vliegvelden, die - enkele dagen
varen stroomopwaarts - voor militaire
doeleinden waren aangelegd. Het
mee te nemen voedsel zou een wel
kome aanvulling zijn op de voorraden
van de daar gelegerde militairen, de
benzine uiteraard ook. De sleepboot
"Louise", een flink en zeker voor
deze taak berekend schip, zou de
vernielingsploeg en nog enkele
andere niet bij de gevechts-eenheid
ingedeelde employé's meenemen.
Onze maatschappij-arts was uiteraard
óók gemobiliseerd en gemilitairiseerd
in de rang van reserve kapitein. De
dokter had tevoren al aan enkelen te
kennen gegeven, dat hij weinig ver
trouwen had in het evacuatieplan, dat
voor de Europese employé's was op
gesteld. Met name de dagenlange
vaart over de rivier naar het geheime
vliegveld leek hem, in verband met het
gevaar uit de lucht te worden ontdekt
en beschoten, veel te groot. Boven
dien - en dat was de niet uitgesproken
quintessens - zat je, als alles nog goed
ging, nog op Java, dat óók in handen
van de Jappen zou vallen. Dat stond bij
hem al vast als een paal boven water.
American Intelligence? Al lang tevoren
- hoe lang wist alleen hij - had hij met
een Boeginese zeeman overlegd en
geregeld om met een goed toegeruste
zeewaardige prauw vanuit één van de
meest zuidelijke rivierarmen van de
Mahakamdelta de oversteek naar
Australië te beginnen, nadat alle
employé's naar Samarinda II waren
vertrokken. Hij heeft het avontuur niet
overleefd.
Op de dag dat de installaties werden
vernield had ik grotendeels het toe
kijken, moest wel klaar staan om de
De olie-installaties op Tarakan, die voor de komst van de Japanners door de
Nederlandse troepen werden vernield.
vernielers van eten en drinken te voor
zien, als daarom mocht worden ge
vraagd, of ze op andere wijze "service"
te bieden. De vernietiging van de
producerende putten was een angst
wekkende ervaring, die van oren en
ogen èn van 't zenuwgestel het uiterste
vergden. Zelfs van de belanghebbende
toeschouwer.De Jappen waren name
lijk met hun veroveringen zó ver ge
vorderd, dat ze - bij wijze van spreken -
elk ogenblik "ons feest" konden
komen verstoren.
Tegelijk met ons waren de vernielings-
ploegen in Balikpapan, dat ruim 100
km zuidelijk lag, begonnen daar de
fabrieksinstallaties te vernietigen, maar
ook de voor onze strijdkrachten op
geslagen olieprodukten en nog eens
de 30.000 ton doof ons geproduceerde
ruwe olie in brand te steken. Kennelijk
verliep de operatie ook daar heel vlot,
want in de loop van de middag werden
we verrast dooreen zonsverduistering,
veroorzaakt door een onafzienbare
wolk van zwarte rook. Dit onverwachte
verschijnsel schiep een spookachtige
sfeer op het boorterrein. 't Werd zó
donker, dat het werk van de vernielers
daardoor ernstig werd bemoeilijkt. Het
tempo, dat door spanning en ver
moeidheid al lager was geworden,
zakte nog meer. Een troost daarbij
was, dat we niet langer bang hoefden
te zijn voor Japans bezoekuitde lucht.
Ook de kans op bezoek via de grond
zou - gezien de "slechte ogen" van de
Jappen - hierdoor heel klein worden.
Erger was, dat de rookwolk, die zeker
honderd kilometer lang moest zijn - en
nog wel langer zou worden - en naar
schatting tussen de vijf en tien kilo
meter breed was, de atmosfeer zodanig
verstoorde, dat er een soort onweer
ontstond van een intensiteit, die wij
niet voor mogelijk hadden gehouden.
Door de ononderbroken donder van
boven, de voortdurend heel plaatselijk
optredende windvlagen uit alle rich
tingen en het geloei en gebrul van de
brandende en gas-blazende putten
waren op korte afstand geroepen
aanwijzingen of waarschuwingen niet
meer te verstaan.
Omdat het met een beetje was
begonnen en het tumult in de loop van
een paar uur tot maximale hevigheid
groeide en bovendien het einde van de
operatie steeds nader kwam, was het
mogelijk het toch nog enigszins af
standelijk te ondergaan. We (mijn
vriend en ik) concludeerden, dat dit
ook bij een oorlog hoorde; 't zou gauw
over zijn. En erwaren wel ergerdingen
in een oorlog. Dit was nog te verdragen
en ook te overzien. Geschat was, dat
wij voordat de zon - volgens de klok -
onderging aan boord konden gaan en
vertrekken. De "Louise" kreeg de laad
bak met voedsel aan bakboord langszij,
de andere met brandstof zou met
gekruiste kabels worden gesleept, 't
Pakte anders uit; pas na middernacht
was iedereen aan boord.
Drie nachten en twee dagen voeren
we op de rivier, steeds langzamer
naargelang we vorderden en de stroom
sterker werd. Voortdurend luisteren en
uitkijken naar vliegtuigen werd geluk
kig niet éénmaal "beloond". Wel moest
nu en dan bij stroomversnellingen de
sleep worden verhaald en weer her
steld. Een paar keer werd even gestopt
- zonder vast te maken - bij plaatsen
langs de rivier voor uitwisseling van
nieuws. Op ruime afstand van het
vliegveld legden we vast aan een
wrakke steiger. Te voet togen we met
het "comité van ontvangst", dat op
stoomstoten van de "Louise" naar de
rivier was gekomen, naar het vliegveld.
De riviervloot, inclusief voeding en
brandstof, werd overgedragen, de
laatste oorlogsberichten aangehoord
(lees verder volgende pagina)
15