OOM HENK Familiefoto van vóór de oorlog: Zittend v.l.n.r. Oom Henk, Boebie, letje. Topsy, Tante Doon. Achter links Yoyo. tot maart 1981Hij was toen 87 jaar! Zeker zullen vroegere Bogorianen hem nog herinneren, want het grootste deel van zijn leven is Hendrik Angkuw in Bogor geweest, tot nu toe. Velen kennen hem als Oom Henk en voor mij zelf is hij een echte oom, want zijn vader en de moeder van mijn vader zijn broer en zus. Dr'?j nar 9eleden v,ierde 0om Henk zijn 90ste verjaardag. Hier in Indonesië is dit niet alledaags en daarom werd deze gebeurtenis dan ook gevierd. Oom Henk is eenvoudig, kan goed met iedereen omgaan en helpt graag. Misschien is een korte levensbeschrijving wel goed ter kennismaking. Hij is geboren in Lilang, een dorp in de Minahassa, 23 juli 1 894, als zesde van 11 kinderen. Na de Lagere School volgde hij een kursus in de Nederland se taal en op 1 3 maart 1913 vertrok hij naar Batavia. Zijn eerste werk was als verpleger in het Koningin Emma Zie- enhuis, tegenwoordig Ruman Sakit PGI Tjikini. In oktober ging hij naar Pangkalpinang waar hij een paar maanden werkte bij de Bangka Tin winning. Vervolgens vertrok hij naar Buitenzorg waar hij werd aangenomen als Adjudant Chef van de 4de afdeling van de Spoorwegen op een salaris van f 10,- per maand. Enkele maanden later kon hij deelnemen aan een examen voor Nederlandse taal waarna hij een andere baan kon krijgen, n.l. in het Laboratorium van het Algemene Thee Proefstation, ook in Buitenzorg. Scheikunde en analyse van grond en mest kreeg hij van Dr. J. J. B. Deuss en Dr. Mohr. Oom Henk deed verschil lende proeven op het gebied van de bereiding van thee en op gezette tijden bezocht hij de theefabrieken om aanwijzingen te geven. Veertien jaren werkte hij in dit labora torium om daarna overtegaan naar het Analyse Laboratorium onder leiding van Prof. Donath. Hier werkte hij in de afdeling alcohol onder Dr. J. Vermeulen, verder onderzocht hij koffie vervalsin gen, onderzocht verschillende groen ten en vruchten, mest en kippevoer. In 1933 werd Prof. Donath naar Batavia overgeplaatst. Hij werd vervangen door Dr. D. Koolhaas. Oom Henk kreeg de opdracht sereh-olie te onderzoeken, 18 geholpen door 4 analisten, 12 assis tenten en een laborant. Andere olie soorten werden ook onderzocht voor export. Ongeveer twee maanden voor de Jap pen kwamen trad Oom Henk in het Vrijwilligerskorps. In die tijd werkte hij niet meer en al zijn belangrijke aan tekeningen zijn verloren gegaan. In 1941 mochten de Hollanders nog een tijdje doorwerken van de Jappen, o.a. Dr. Koolhaas, Dr. Hardon, Ir. Nijholt, Dr. Hollemann, Dr. Jacob en Dr. Meijer. Oom Henk werd belast met het ver vaardigen van schrijf- en filtreerpapier uit merang (rijststro), daarna moest hij voor het Japanse leger aethylchloride maken en proefnemingen doen om lijm te bereiden uit beenderen. Na de Japanse overgave was het niet meer veilig op het Laboratorium. Het Engelse leger (Gurkha) overviel het gebouw en Oom Henk werd door de B.K.R. (Badan Keamanan Rakyat), in de gevangenis gestopt. Later werd hij losgelaten, het bleek een misverstand te zijn geweest. Tijdens de onderhandelingen van In donesia en Nederland in 1946 werd het Laboratorium weer geopend on der leiding van Dr. van Hulsen. Oom Henk werd zijn assistent. Niet lang daarna werd Dr. Holleman hoofd en kwam Oom Henk terug in de afdeling sereh-olie. In 1950 maakte hij promo tie en in 1959 kon hij met pensioen gaan, maar het Hoofd van het Labora torium (B.P. Kimia) vroeg hem aan te blijven om de jongeren te kunnen opleiden. Zo werkte Oom Henk door Naast zijn werk is Oom Henk zeer actief in kerkelijk werk. Ook is hij een goede tennisspeler. Tot voor kort ten niste hij nog een tot tweemaal per week, al was het maar even. Hij rookt niet en let op zijn eten. Dit alles heeft als resultaat dat hij niet ziekelijk is en geen bijzondere klachten heeft. Tante, ooms echtgenote is in 1948 overleden. Ze was een lieve moeder voor de vier kinderen en was actief in de kerk en damesverenigingen. Ook was ze een goede modiste, ze was bekend als Tante Doon. Toen tante overleed waren de kinderen nog op school, letje, de oudste, stu deerde voor domineee in Jakarta en Topsy haar zusje was in Nederland op de Geneeskundige Fakulteit. Twee jongens, Yoyo en Boebie konden een tijd in Italië verder studeren. Oom Henk liet zijn dochters niet naar Bogor komen, hij had nu een dubbele functie, als vader en moeder bleef hij met zijn twee zoons in Bogor. Het werk in het laboratorium ging gewoon verder, i Op het ogenblik woont hij alleen thuis met een oude bediende. Hij woont nog in hetzelfde huis, aan Gang Baru 24. letje is al lang predikant, verbonden aan het Tjikini Ziekenhuis. Zij is de echtgenote van John Lie (nu Jahya Dharma), gepensioneerd Rear-Admiral. Topsy is dokter in Bogor en Yoyo en Boebie werken ook in Bogor. In mei 1972 kreeg hij van President Suharto de onderscheiding: Satya Leweana. In maart 1981 ontving hij ook een onderscheiding van Prof. Dr. Dardjosomaatmadja. De 22ste juli 1984 werd Oom Henk's negentigste verjaardag gevierd in Topsy's huis. Het was voor de kinde ren, kleinkinderen, familieleden en vrienden een mooie gelegenheid el kaar te ontmoeten. Ook van Holland was een oud kostganger met zijn gezin overgekomen. Na de jarige geluk gewenst te hebben werd een korte kerkdienst gehouden door letje geleid. Zij vertelde een en ander over haar vaders lief en leed, dat hij alles overliet aan de Almachtige die toch altijd weet wat voor ons het beste is. Na een korte levensbeschrijving van Oom Henk werd de dienst gesloten met een ge zang en psalm door de aanwezigen. Tijdens het feestmaal kwamen oud en jong een praatje maken met de feeste ling. Oude herinneringen werden op gehaald. Oom Henk kende iedereen die met hem sprak. Af en toe kwamen de tranen in zijn ogen als men familie of vrienden noemde die al heengegaan waren. Maar niet droevig zijn, niet lang daarna begon de huisband te spelen en Oom Henk kon niet nalaten mee te walsen. Een eenvoudige viering maar voor Oom Henk een onvergetelijke dag. Moge God hem nog gelukkige jaren schenken te midden van zijn kinderen en kleinkinderen! E. SUNDAH

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1987 | | pagina 18