BRIEVEN q
OVER...
BOLEEH
JACK BOER
Met intense blijdschap las ik uwartikel
in Moesson van 15-7-87 over Jack
Boer. Eindelijk, na al die jaren ben ik er
dan nu achter gekomen, wie de man
was, die ook mijn leven gered heeft.
Ja, ook ik zat in die Werfstraat!
In uw artikel had U het alleen over
2384 mannen en jongens die bevrijd
werden door hem. Er werd niet ge
sproken overeen klein groepje vrouwen
12, weet niet meer precies) die in
een afgelegen hoek van de gevangenis
waren opgesloten en die toen bijna
waren achtergelaten omdat de bevrij
ders niets van hun afwisten. Door een
toeval vonden ze ons.
Over de dag van de bevrijding kan ik
alleen herinneren dat in de vroege
ochtend hevig geschiet begon. We
kregen nog wel z.g. ontbijt wat be
stond uit een paar stukjes half gekook
te ketella met wormen er in (pas heel
kort geleden werd mij door een oude
schoolvriendin, die ik na vele jaren
weer terug zag, verteld dat het waar
schijnlijk vergiftigd was). Niemand van
ons at het, we waren zo vol met angst
over wat er zou gebeuren, want ze
sloten ons ook op in de cellen. De hele
dag hebben we stilletjes in doods
angst bij elkaar gezeten, steeds maar
luisterend naar het geschiet wat soms
zo vlakbij klonk, alsof ze direkt buiten
de muren aan het vechten waren. De
lichten werden ook niet meer aan
gemaakt.
Tot we op de bewuste vroege ochtend
(het was nog wat donker) gerammel
aan onze celdeur hoorden. We
bleven doodstil liggen, toen ik plotse
ling een Hollandse stem hoorde en ik
al schreeuwend en huilend naar het
hek vloog. De man die ons vroeg om
even uit de weg te gaan, omdat ze de
sloten moesten doorschieten, her
innerde ik me heel vaag, zijn gezicht
en zijn postuur. Hij vroeg ons daarna
om hem snel te volgen en heel stil te
zijn, want het was nog lang niet veilig.
Nu na het zien van zijn foto in Moes
son, weet ik het zeker - die man was
Jack Boer. Ik heb zijn naam nooit
eerder geweten, want ook mijn man
die met zijn vader in die gevangenis
had gezeten, kon het zich niet herin
neren. Nu komt het weer terug bij hem
en ook dat die man zich aan hen had
voorgesteld.
U zult zich wel kunnen voorstellen wat
een groot hart ik deze man toedraag. Ik
heb zo vaak aan hem gedacht. Ik zou er
niet wat voor willen geven, als mij nog
eens de kans gegeven zou worden, om
hem in persoon te ontmoeten. En als
het voor mij onmogelijk is om met
Jack Boer in contact te komen, dan
hoop ik dat U hem mijn diepe dank
baarheid wilt overbrengen? Ik heb
vooral toen, zoveel aan hem gedacht
en vele, vele gebeden zijn opgegaan,
dat er toch niets ernstigs met hem zou
gebeuren. Nu weet ik dat toen mijn
gebeden waren beantwoord.
VERA NOOY, U.S.A.
ST. JANSKRUID
Om op het St. Janskruid terug te
komen wil ik enkele kleine correcties
en aanvullingen toevoegen aan het
epistel van Plantersvrouw in Moesson
van 15 juni jl.
Hypericum perforatum, uit de familie
van de hertshooiachtigen, de hyperi-
cacae, wordt in de volksmond olie-
bloem, jaag-de-duivel, of ook wel
heksekruid, vrouwekruid of liefdes-
kruid genoemd. De rode hars die in de
kliertjes van de bloemblaadjes zit,
vindt volgens de legende zijn oorsprong
in het bloed van Johannes de Doper
nadat hij onthoofd was. Dus niet het
bloed van Jezus Christus.
Hier komen wij bij de Paaseieren te
recht, die op de derde dag na de
kruisiging van Christus onder aan zijn
kruis lagen. Veel waarschijnlijker heeft
het St. Janskruid zijn naam te danken
aan het mid-zomerfeest, dat in de
Christelijke tijd St. Johannesfeest
werd genoemd. Dit vanwege het feit
dat het St. Janskruid in de midzomer
bloeit. Tijdens het St. Johannesfeest
waren de altaren met St. Janskruid
versierd en de huizen van de gelovigen
kregen - en krijgen nog altijd wel rond
deze tijd een boeket aan de deur
waarin naast andere kruiden altijd St.
Janskruid werd gedaan. Deze boeket
ten moeten huis en bewoners vrij
waren tegen ziekte, dood, ongewenste
geesten en de duivel. Gewoonten, die
hun wortel hebben gevonden ver voor
de Christelijke tijd.
Het St. Janskruid bevat een aethe-
rische olie, hypericine, rode kleurstof,
looistof, pectine, choline, fytosterine,
glycoside en minerale stoffen. De
etherische olie werkt fotosensibili-
serend, dat wil zeggen dat bij het
innemen van de stof, de huid over
gevoelig wordt en bij veel zon- en
kunstlicht tot huidontstekingen aan
leiding kan geven. Oppassen is dus de
boodschap en NOOIT eerst met St.
Jansolie de huid insmeren en dan in
de zon gaan liggen!
Het gekke is dan weer, dat St. Jansolie
een uitstekende brandolie is op brand
wonden, die niet al te ernstig zijn.
Geen grote open brandwonden dus,
maar de kleinere, waarbij de huid niet
kapot is gegaan. St. Jansolie werkt
krachtig en daarom moeten we het
met omzichtigheid benaderen en ver
werken.
Voor bedwateraars (klein of groot):
smeer de dijbenen voor het slapen
gaan in met de olie. Het versterkt
namelijk de zenuw, die de prikkel van
een volle blaas naarde hersenen voert.
Deze olie is tevens ideaal voor de
behandeling van spierpijnen, rheuma-
tische pijnen, ischias, jicht en spit. Een
waar toverkruid dus; zoals ons geliefde
bawang putih of bawang china: de
knoflook. d. J. HENDRIK
ex-planter
Hier bij ons organiseert men elke
zomer de zg. Veluwse Markten, tien
donderdagavonden achtereen, leder
een, die achter een kraam staat of in
het Marktverband anderszins doende
is, moet dan in typisch Veluwse dracht
gestoken zijn. Ondanks de gebruike
lijke commerciële invloeden ziet heter
allemaal hardstikke leuk uit en is er
dan altijd veel volk op de been.
Je kunt er ook interessante dingen
tegenkomen. Ooit was er een wasechte
Indische jongen te zien. Als Veluwse
boer verkleed bracht hij met veel verve
zijn waren aan de man. Hij deed het
ook goed, want het op de grond naast
zijn voeten geplaatste geldkistje was
lekker gevuld. Het was echter niet dat
geld, wat mij ontroerde, maar een
beweging die hij maakte. Hij trok zijn
blote linkervoet uit de gele klomp,
schoof daarmee zijn rechterbroekspijp
op en begon met een grote sawahteen
uitgebreid zijn rechterkuit te krabben.
Zoiets kan hier nooit aangeleerd zijn,
dat is aangeboren.
Toevalig keek hij mijn kant op en ik
vroeg belangstellend: "Kaja apa,
boeng?" Hij ging gewoon door met
f.
krabben en gaf grijnzend het geijkte
antwoord: "Bolééh!" Zal best, in dat
geldkistje zaten heel wat briefjes van
25 en een paar van 100. Heb ik zelf
geZien" POIRRIÉ
19