ORIENT TRAVEL BV TWEE WERELDEN Als kind dacht ik vaak waarom en wanneer ik nu moest zeggen: tinggal of blijven toelis of schrijven masak of koken djalan of lopen tidoer of slapen omong of praten boleh of mogen mata of ogen oedjan of regen timbang of wegen sepatoe of schoen tjioem of zoen pintoe of deur wangi of geur kentoet of windje temen of vrindje mamboe of stank trima of dank andjing of hond moeloet dingin kajoe njanji tawar minta hari-hari goenoeng terlaloe of mond of koud of hout of zingen of bedingen of vragen of dagen of berg of erg en nog banjak lagi - veel meer kasi hormat - geeft eer aan het land van moeder dat mijn vaderland is en het land van mijn vader dat mijn moederland is. FRIED G. M. KNAVEN Ook waren er personen van allerlei landaard, die er geen been in zagen anderen voor een zacht prijsje aan te geven. Dit zg. kleine verraad richtte zich voornamelijk tegen hen die vaak onwillens en onwetend jaloezie of wraakgevoelens opriepen bij mensen, die het zelf niet breed hadden of die zich benadeeld voelden door iemands optreden of handelen. Vaak wisten de aangevers niet eens welke gevolgen hun verraad had voor een verzetsorga nisatie, waar de betrokkene toevallig lid van was of waaraan hij steun ver leende. Sloeg het slachtoffer bij de scherpe verhoren door, dan was het meestal met die verzetsgroep ook snel gedaan. In dit opzicht waren de P.I.D. en kempeitai genadeloos. In verzets kringen ging de naam van de aanbren ger dan van mond tot mond en binnen korte tijd was zo'n persoon een "ver rader" geworden. Uiteraard waren er onder de verraders ook personen die er hun (neven) beroep van maakten. Dan waren het informanten geworden in dienst van de bezetter. Weer anderen speelden een dubbele rol. In het ene geval waarschuwden zij verzetsdeelnemers voor ingrijpen van P.I.D. of kempeitai, een andere keer gaven zij leden van een verzetsgroep aan om op deze wijze in de organisatie van de Japanse opsporingsinstanties binnen te kun nen dringen. Deze dubbele rol kenden de meeste collaborateurs zichzelf toe, toen zij na de oorlog bij de opsporing van oorlgs- misdrijven met geallieerde of Neder lands-Indische instanties te maken kregen. Zij moesten toen verantwoor ding afleggen voor hun medewerking aan de Japanse bezetter. In de meeste gevallen waren zij in dienst van de Japanse oorlogspropaganda, waarin zij eigen interpretatie of afwijkende nieuwsberichten zouden hebben inge vlochten. Ook beriepen zij zich op overmacht of dwang die er voor hen achter zat. Waren deze gevallen van verraad en collaboratie beperkt tot enkele tiental len individuen, de samenwerking van P.F. Dahler en de zijnen, van de PAGI- groep onder P.H. van den Eeckhout en van de groep N.S.B.'ers in het Kesilir- kamp (Oost-Java) met de bezetter had een meer collectief karakter. De colla boratie van de twee laatstgenoemde groepen had inderdaad het karakter van verraad, die van Dahler had een politieke achtergrond. Reeds ver vóór de oorlog streefde het gewezen Volks raadslid er openlijk naar een opgaan van de Indo-Europeanen in de Indone sische bevolking te bewerkstelligen. Voor de meeste Indo-Europeanen was het zaak, zo was Dahlers overtuiging, zich bij de Indonesische nationalisten aan te sluiten. Dan was er nog tijd om straks in het vrije Indonesië een eigen plaats te kunnen innemen. Wachtte men de afloop van deze ontwikkeling af en zou men zich dan pas aanmelden als Indonesisch staatsburger, dan zouden de Indonesiërs met recht kunnen spreken van opportunistisch handelen. Deze politiek zuivere posi tie van Dahler werd in 1944 verduis terd, doordat hij bij het doorvoeren van zijn ideeën de hulp kreeg van Van den Eeckhout en zijn Pagi-groep. Deze militante tak van de Dahlerbeweging was in het Kesilirkamp ontstaan en omvatte Indo-Europeanen die hun toekomst - net als Dahler - zagen in een samengaan met de Indonesiërs. Trachtte Dahler dit te bereiken door propaganda en overreding, de Pagi- groep gebruikte liever geweld om zich eerst van de Nederlanders af te snij den, een collaboratieverband met de bezetter aan te gaan en vervolgens - ook met geweld en intimidatie - de nog niet geïnterneerde Indo-Europe anen tot dat samengaan te dwingen. De groep NSB'ers in het Kesilirkamp beriepen zich op de Japans-Duitse samenwerking in de As, en wilden via collaboratie met de Japanners hun vrijheid herkrijgen. Een meer ideëel gericht doel als het samengaan met de Indonesiërs in een nieuw, vrij Indone sië stond deze groep niet duidelijk voor ogen. Au fond voelden zij zich toch meer verwant met het Westen dan met de Orient. Werd de Pagi als Indo-groep van het Aziatisch Broeder schap (Persaudaraan Asia Golongan Indo) door de Japanse bezetter als medewerker aanvaarde ten behoeve van het onder controle brengen en houden van de Indo-Europeanen op Java, tegenover de NSB'ers stond het Japans militair bestuur wantrouwig. Hun kennelijke voorkeur voor het Westen was de Japanners niet wel gevallig, al verleenden vele NSB'ers hand- en spandiensten aan de bezet ter. Dit alles overziende wordt het de lezer hopelijk duidelijk in welke atmosfeer het tere plantje van het Indisch verzet moest proberen te gedijen. Deze omstandigheden werden bovendien nog verzwaard door pogingen van Indonesische nationalisten om nog werkende Europeanen en Indo-Euro peanen uit hun functies te verwijderen. Dit moest zo snel mogelijk en zelfs tot elke prijs gebeuren. Die prijs was op zijn minst internering of gevangen schap, maar kon ook de dood betekenen RETOUR BANGKOK v a. f 1.425,-- RETOUR JAKARTA v a. 1.750, - 31-daagse verzorgde reis JAVA en BALI v.a. f 3.670,-- RETOUR BALI v.a. RETOUR AUSTRALIË (ANVR) GARANTIEFONDS REISGELDEN f 2.250," f 2.700,-- Rokin 52 - AMSTERDAM - Tel. 020 - 24 25 38 Laan van Meerdervoort 291 - DEN HAAG Tel. 070 - 63 83 67 Singel 486 - 1017 AW AMSTERDAM Tel. 020 - 23 74 84 9

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1987 | | pagina 9