OPDRACHT SUMATRA
Het Korps Insulinde 1942-1946
door J. Th. A. de Man
EIGEN HAARD
Een van de "schamele overschotten", zoals een bekend auteur de Nederlandse
weermachtonderdelen buiten Nederlands-lndië aanduidt, heeft zich op Ceylon
gereorganiseerd onder de codenaam Korps Insulinde. Er is moed voor nodig om
de geschiedenis van dit legeronderdeel onder de marine-verantwoordelijkheid
in druk te doen verschijnen. Want de schrijver toont ons in alle openhartigheid
de gebrekkige opbouw, de falende leiders en de mislukkingen van dit Korps. Hij
laat ons mee-beleven wat de leden ervan aan ontberingen, harde training en
vergeefse acties hebben moeten ondergaan. De auteur, zelf lid van deze
eenheid, heeft zich als het ware uitgetild boven zijn direkte betrokkenheid. Het
bezondigt zich niet aan vergoeilijkingen noch aan gelamenteer over wat aan het
Korps heeft gemankeerd of aan gejammer over het grote onbegrip van vooral
Britse zijde voor de wensen van de Nederlanders.
21.30 uur.
- Ben je daar!
- Heb je nog wat te eten
- Je denkt toch niet dat ik nu
nog de keuken inga. Pak zelf
maar wat. Ik kijk trouwens
teevee.
- Is er nog koffie?
- In de kan.
- Nog wat bijzonders?
- Zoals?
- Weet ik veel.
- Ik ook niet.
- Volgende week is er weer
vergadering.
- Leuk.
- Waar gaat de film over?
- Kijk zelf maar.
- Morgenavond komt Chris even.
- Wat komt die doen?
- Foto 's laten zien van zijn reis.
- Geld zat zeker.
- Ik zou ook wel willen gaan.
- Jij wel, Je gaat maar, ik blijf
hier.
- Koffie is op.
- Daar is de keuken.
- Zijn de kinderen op tijd naar
bed gegaan?
- Wat dacht jij dan.
- Wat heb je gedaan vandaag?
- Jongen, zeur niet zo. Ik kijk
naar de film. Ik vraag je toch
niet wat jij gedaan hebt. Elke
dag vraag je altijd hetzelfde.
Vertel toch eens iets leuks.
Je moet altijd alles bederven.
- Ik heb nog niks warms ge
geten.
- Keuken.
- (Zwijgt).
- Zie je wel. Is ie weer boos.
RALPH
Recht voor de raap vermeldt hij deze
en andere moeilijkheden, maar blijft
daar niet te lang bij stil staan. Elk lid
van het Korps is voor hem een persoon,
aan wie hij die aandacht besteedt, die
nodig is om diens plaats in het Korps
aan de lezer duidelijk te maken. Aan
gevuld bovendien met foto's van die
leden en hun omstandigheden.
Natuurlijk, het Korps Insulinde om
vatte in totaal slechts honderd man en
zijn verrichtingen vielen in het niet in
de totaliteit van de geallieerde strijd
krachten. Maar wie het kleine niet
eert
Immers, er was meer dan moed voor
nodig om tijdens de Japanse bezetting
als commando te landen op de kust
van Atjeh. Van de Atjehers was toch
bekend, dat zij het Nederlands gezag
slechts gedoogden en elk ogenblik
weer in opstand konden komen.
Dit gewest kenden de marechaussees
echter door en door, omdat zij het
doorzocht hadden bij de opsporing
van "djahats", zoals men toen op
standige Atjehers noemde. Kennelijk
was dat ook de gedachte achter het
besluit van generaal Overakker, die in
Atjeh zijn laatste reduit vestigde in de
strijd tegen de Japanners.
Met hem dacht de leiding van het
Korps Insulinde contact te kunnen
krijgen om gezamenlijk de guerilla
voort te zetten. Overakker had zich
echter al op 27 maart 1942 moeten
overgeven.
Toch bleef de aandacht van het Korps
voornamelijk op deze residentie ge
richt. In totaal werden er acht po
gingen van de dertien aan gewijd. De
eerste inbreng had reeds op 12 mei
1942 plaats: luitenant H. A. Wijn
malen landde toen bij Padang. Hij
keerde niet terugVan medio 1944
af werden er landingen verricht op
Sumatra's Oostkust en op 28 juni
1945 werd de groep van luitenant C.
Sisselaar zelfs bij Padanglawas, ten
noorden van Pakangbaroe, gepara
chuteerd. De latere parties werden
gedropt ter voorbereiding van de be
vrijding. Na de capitulatie van Japan
op 15 augustus 1945 nam het Korps
aktief deel aan de bescherming van
interneringskampen en bevrijding
van hun bewoners. En dat terwijl het
midden van 1943 van zijn 40 operatio
nele leden er negentien aan de Nefis in
Australië afgestaan had.
Dit alles in details beschrijvend houdt
De Man de betrekkelijke waarde van
de aktiviteiten in, om en van het Korps
Insulinde scherp in het oog. Door zijn
fijn gevoel voor deze proporties is de
geschiedenis van dit weermacht
onderdeel niet karikaturaal gewor
den.
Er is echter nog meer merkwaardigs
aan dit boek. De Man blijkt niet alleen
een "menselijke" geschiedschrijver te
zijn, hij toont zich ook een vindingrijk
auteur. Hij presteert het namelijk om
een boek samen te stellen uit delen
van dagboeken van leden van het
Korps, aan elkaar verbonden door zelf
geschreven teksten. Deze geven niet
alleen invullende informatie en achter
grond daaraan, maar vormen een zo
danig geheel met die dagboekfrag
menten, dat men de overgangen
nauwelijks opmerkt. Het lijkt wel alsof
het hele boek door een en dezelfde
auteur is geschreven. Of komt dit
misschien doordat de leden van het
Korps Insulinde een en dezelfde taal
spreken? Indien dit inderdaad het
geval is, dan geeft dit boek weer hoe
groot de eenheid tussen hen wel moet
zijn geweest en wellicht nog is.
Hoe het ook zij, op deze wijze te werk
gaand heeft De Man feitelijk een
gedenkboek van dit Korps samenge
steld, dat een produkt is van ge
zamenlijke inspanning, en dat in meer
dan één opzicht. Een korpsgeschie
denis dus, maar een die de toets van
historische kritiek goed kan door
staan.
Dr R. DE BRUIN.
"Opdracht Sumatra - Het Korps Insu
linde 1942-1946" door J. Th. A. de
Man. Uitg. Unieboek-De Haan Dos
sier. 176 blz.
Prijs f 34,90, porto f 4,50
14