Weerzien met de Mangkunegaran EEN VORSTELIJKE UITVAART 16 Links: De kist met het stoffelijk overschot van wijlen Z.H. Mangku Negoro VIII in de Dalem Ageng. ervoor het portret van de overledene. Links de rood-witte vlag. rechts de geel-groene vlag (Pare Anom) van Mangkunegaran. Rechts: Z.H. Sunan Paku Buwono XII en familie (naast de Sunan zijn oudste zoon Pangeran Hangabei) komen hun deelneming betuigen. De ontmoeting met het echtpaar Sundoro Mintuno is zo mogelijk nog hartelijker dan zeven jaar geleden. Wij hebben één van onze dochters bij ons, die voor het eerst Indonesia bezoekt. Vanzelfsprekend is Satuti, zoals mevrouw Sundoro Mintuno door vrienden wordt genoemd, bereid ons weer rond te leiden door de Istana Mangkunegaran. De grote pendopo is juist opnieuw geschilderd, nu in de kleuren zacht groen en wit. Op de marmeren vloer staat de Kiai Kanyut Mesem opgesteld, de gamelan die volgens kenners de mooiste tonen voortbrengt. Elke woensdagochtend wordt de gamelan bespeeld, waarbij tevens danslessen worden gegeven. Vaak wordt de muziek tegelijkertijd door de radio uitgezonden. In het kleine museum staan o.a. vitrines met onderscheidingen van vroegere Mangkunegaran vorsten. Oranje en blauwe linten, op vele ridderorden prijkt een leeuwtje. Wij dwalen gedempt pratend door de lange galerijen; aan de ene kant bevinden zich de woonvertrekken, aan de andere zijde kruipt naar een dakrand klimop, waar het zonlicht diffuus doorheen schijnt. Het is heel stil. Na de rondleiding weten wij een piep klein restaurant te vinden bij de paleis poort, die naar de Jalan Sugio Pranoto leidt. De kleine menukaart vermeldt o.a. lontong Solo. Onder het genot van een glas groene "es tapé" maken wij een programma voor de komende dagen: kleren kopen op Pasar Klèwèr, petis en mangga's op Pasar Gedé, 's avonds naar een Wayang Wong voorstelling in de Sriwedari enz. "Ik zal jullie aan de Mangkunegoro voorstellen. Hij is mijn oom, al is hij niet veel ouder dan ik", belooft Satuti. "Op het ogenblik zit hij in Jakarta ter gelegengeid van een huwelijk van een familielid." De laatste tijd heeft Sri Mangkunegoro van verschillende kanten veel kritiek gekregen, omdat hij adellijke titels heeft verleend aan de Walikota van Solo en de Bupati's van Karanganyar en Wonogiri. Dat kan toch eigenlijk niet, ambtenaren van een Republiek in de adelstand verheffen? Kranten en tijdschriften staan bol van de com mentaren. Enkele dagen later komen uit Jakarta verontrustende berichten. Sri Mang kunegoro is met een hartinfarct op genomen in het Cipto Mangunkusumo Ziekenhuis. Hij ligt in coma. En dan op 3 september, wanneer wij na een uitstapje in de stad onze kamersleutel ophalen, horen wij: "Sri Paduka Mang kunegoro meninggal dunia." Zijne Hoogheid is overleden. Hoewel wij hem niet persoonlijk ken nen, willen wij toch graag het condo leanceregister tekenen. Maar dat is er niet. Wij kunnen onze deelneming betuigen door in de pendopo een deel van de avond of nacht met familie en vrienden te waken. 's Avonds begeven wij ons via een achteruitgang van het hotel naar de Istana. De pendopo baadt in het licht van de vele kroonluchters. Wij nemen plaats in de rij stoelen, die uitzicht hebben op de "Pringgitan", de veranda van de Dalem Ageng. Een twintigtal mannen zingt daar in kleermakerszit (silo) Islamitische ge beden. Om ons heen leden van de Links: Geld geknoopt in zakdoeken wordt uitgedeeld aan familie en gasten. Rechts: Gezicht vanuit Tawangmanggu op de heuvels, waar de begraafplaats van de Mangkunegoro's, Girilayu, ligt.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1987 | | pagina 16