Stille wateren
en hun gronden(2)
AP A BOLEH BUAT
NOG EVEN LANGER
De Taman Hidoep, lag hoger op de berg, de klim was
moeizaam. Taman hidoep wil zeggen: levend meer. Maar
als er één bergmeer doods en somber was, was het dat wel.
Je maakte de tocht voor het Sprookjesbos, waar je
doorheen moest. Er was geen weg, zelfs geen pad. Uren
lang klauterde je omhoog door een opgedroogde rivier
bedding. Sluip-door, kruip-door, over- en onder omge
vallen bomen. Je bezeerde handen en voeten aan uitste
kende rotspunten en boomwortels, raakte in ademnood,
misschien niet eens zo zeer door het klimmen, als wel door
het moois dat je om je heen zag. De woekering van mossen
en varens over de rotsblokken en omgevallen bomen.
Sluiers van oude kant en slingers baardmos wuifden op de
wind. Ongeveer drie uren duurde de tocht, de stilte was
beklemmend. Het enige geluid dat je hoorde was het
Het Monster van Taman hidoep?
Uitbundige plantengroei, spontaan, over een vermolmde boom
stronk. Uniek
zachte knappen van takjes onder je voeten. Dan weken
de bomen langzaam uiteen, een geruis kwam je tegemoet
van de wind door het tjemara-bos waar het meer in lag. Het
klonk als de regen, telkens aanzwellend en weerafnemend.
En daar lag dan het meer, somber, doods. Meestal in zo n
ondoordringbare mist, dat je geen stap durfde te doen uit
angst dat je ineens het ijskoude water in liep. Je wachtte,
kil en klam tot op het bot. Op de windvlaag die elk ogenblik
komen kon om de nevels uiteen te scheuren. Dan lag even
het meerte sprankelen in de zon. Je kon om je heen kijken,
soms drentelden herten over het terrein. Afgedwaald van
de grote kudden in het wild-reservaat op het Yang-plateau.
In het meer zorgden waterhoentjes voor een beetje leven;
levendigheid. Maar dat ook het Leven op die hoogte volop
in beweging was, bewijst dit plaatje van
PLANTERSVROUW
Ik stam af van een slechte familie.
Dat te horen was even een schok.
Het werd mij gezegd door iemand die
mij al 31 jaar kent en die het dus kan
weten.
Toch was het een schok, want laat ik
nou altijd gedacht hebben dat ergens
door mijn aderen nog wat blauw bloed
stroomde. De stamboom van mijn
moeder werd n.l. uitgezocht en gaat
terug tot 1234. Toen bestond er al een
Ritter Andreas von Girsberg en dat is
toch waarachtig wel iets om trots op te
zijndacht ik.
In de Elzas, bij Colmar is een heuvel,
de Stauffenkopf en officiële Franse
borden verwijzen naar de top. Op die
borden staat onder de pijl "ruïne du
chateau Girsberg".
Nu is ruïne een wat groot woord voor
de resten die wij vonden, maar toch,
toen ik het pad opliep en boven aan
kwam en uitkeek over een schitterend
panorama, zag ik mezelf als kasteel-
vróuwe en dat stond mij wel aan. Ik
zag het helemaal voor me. Nu blijken
mijn voorvaderen uit diverse rangen en
standen te komen. Edelen, geestelijken
(ik meen zelfs een kardinaal, maar dat
wilde in die tijd ook niet alles zeggen),
nonnetjes (daarin kon ik me minder
goed verplaatsen) en roofridders. En
dat is het dus. Wèg mijn droom van
kasteelvrouwe, wèg mijn geheime ge
dachte van een vleugje blauw bloed.
Die roofridders, die hebben dat op hun
geweten, daar stam ik van af.
Het was even wennen, maar alles went
immers. Ja toch?
NICOLE VON GIRSBERG (Klaasje Schut)
Een duik in het Indisch Familie Archief
van Dick Visker, Vreelandsestraat 14,
Den Haag, brengt u misschien ook tot
schokkende ontdekkingen, maar u
hoeft er tenminste niet voor naar verre
ruïnes te reizen. Bovendien kunt u, na
voldoende gegevens over uw al dan
niet adellijke afkomst een schitterend
familiewapen laten maken door de
heer L. J. Barkey, Martin Campslaan
397, Rijswijk (ZH). Zeerovers of roof
ridders, een stamboom blijft een stam
boom
Om de buitenlandse lezers ook de gelegenheid te geven hun
oplossingen van de "Groter gegroeid"-puzzle in te zenden, hebben wij
de INZENDDATUM VERLENGD TOT 20 NOVEMBER a s. In Moesson
van 1 december komt de uitslag.
3