Rob Nieuwenhuys de regent wilde indienen. Overtuigd als Multatuli is van eigen genialiteit en zichzelf ziend als de verdediger van de belangen van de "geknevelde" inheemse bevolking (welke voorstelling af en toe maniakaal- egocentrische trekken aanneemt), is hij tegelijkertijd volslagen onkundig van de adat en de geestelijk-religieuze achtergrond van die bevolking. Hieruit is niet alleen zijn optreden in Lebak en tegenover de regent te ver klaren, maar ook zijn houding ten opzichte van zijn superieuren, de residenten de G.G. Duymaer van Twist. Het "sabar, adil, haloes", het richt snoer voor het handelen van iedere goede bestuursambtenaar, was hem vreemd". Ben je de enige, die in dit Multatuli- jaar op deze wijze schrijft en was daar moed voor nodig? "Wat dit betreft ben ik geen eenling, er is namelijk in de benadering van Multatuli een kentering op gang gekomen, die begon met een fel anti- Multatuli artikel van Maarten 't Hart en van Poll, chef van de kunstredactie van de NRC. Een emeritus-hoogleraar in de Nederlandse letterkunde, die zelf een boek over de Max Havelaar schreef, vertelde mij dat hij na de lezing van de Mythe van Lebak inziet, dat de zaak niet zo ligt, als hij eerder gedacht had. Ik sta dus niet alleen in mijn stelling- name. Om mijn boek te publiceren, daar was geen moed voor nodig, wel moet je opgewassen zijn tegen erger nis, er rekening mee houden dat er negatieve reacties op komen. Multatuli is nog voorvelen onaantastbaar, hoor!" Hoe is het mogelijk, dat Multatuli zo lang is getekend als voorvechter van de afschaffing van het Cultuurstelsel en als symbool van het anti-kolonialis- me, terwijl toch duidelijk blijkt, dat hij geen bezwaar had tegen het stelsel als zodanig? "Hij heeft nooit de bedoeling gehad met zijn optreden in Lebak het koloniale stelsel als zodanig aan de kaak te stellen, sterker nog, hij heeft dit zelfs verdedigd! Dit blijkt ook uit het feit dat hij bereid was bij eventuele rehabilita tie het residentschap van Pasuruan (dat de hoogste cultuurprocenten van Java had) te aanvaarden, of het lid maatschap van de Raad van Indië, ja zelfs het G.G. schap! Zijn latere anti- koloniale uitlatingen waarop men zich beroept, hadden uitsluitend het doel, effect teweeg te brengen, en hadden alleen een verbaal karakter. Ze waren vrijblijvend en niet relevant". In hoeverre heeft Multatuli invloed gehad op de latere, ethische welvaarts- politiek van de Nederlandse regering na de eeuwwisseling? "Zijn invloed hierop is gering geweest. Onder de ethici waren veel anti- Multatulianen, zoals Van Vollenhoven, de grondlegger van de beoefening van de adatrechtswetenschap en Snouck Hurgronje, de bekende islamoloog. De ethici probeerden de Javaanse cultuur te begrijpen, getuige de belangstel ling die de geschriften van R.A. Kartini in hun kringen genoot." Zijn er 19e eeuwse Nederlandse schrij vers, tijdgenoten van Multatuli ge weest, die naar jouw mening grotere auteurs waren dan hij? "Neen, als schrijver ken ik geen grote re dan hij, hoewel ik persoonlijk meer van Huet hou. Multatuli heeft grote invloed gehad op mijn stijl van schrij ven, daarna heb ik de invloed van Du Perron en Walraven ondervonden. Op de HBS in Soerabaia heb ik Multatuli voor het eerst gelezen, de Max Have laar behoorde daar tot de verplichte litteratuur." Bestonden er bij de Uitgeverij Van Oorschot, die toch bekend staat als pro-Multatuli en anti-koloniaal, geen bezwaren tot publicatie van je boek over te gaan? "Geen ogenblik, reeds bij het ver schijnen van mijn artikelen over deze zaak in 1975 in de Haagse Post, heeft Van Oorschot de suggestie gedaan om deze in boekvorm uit te geven. Hoewel bij Van Oorschot de Verzamelde Wer ken van Multatuli zijn uitgegeven, heeft men toch de moed gehad ook het werk van tegenstanders te publi ceren.Toen ik het manuscript van, "De Mythe van Lebak" aan de nieuwe directie van Van Oorschot aanbood, heeft men dat onmiddellijk geaccep teerd." Is het niet typisch iets voor Nederland (anno 1987) om iemand als Multatuli zo te bewieroken en zelfs een standbeeld voor hem op te richten? "Neen, niet typisch-Nederlands zou ik het willen noemen, wel typerend voor de volslagen onkunde, van een volledig gebrek aan kennis van alles, dat te maken heeft met de historie van Ned.- Indië/lndonesië. De Multatulianen gaan bij de beoordeling van de zaak-Lebak, die in 1856 speelde, uit van een typisch westerse optiek, van een Neerlando-centrische visie. Geen enkele schrijver over Multatuli is zelf in Indië geweest, behalve Du Perron, die zich met Multatuli identificeerde, maar die geheel vereuropeest is. Men komt tot geheel andere conclusies, als men ook het Indische/Indonesische standpunt bij de zaak betrekt, dan ziet men ook de figuur van de regent in een ander licht. Voor de bevolking van Lebak vertegenwoordigde hij het wer kelijke gezag, en niet de Nederlandse bestuursambtenaren, die toch als vreemdelingen werden beschouwd. Men moet zich indenken dat het grootste deel van de inheemse bevol king (75.000 Indonesiërs waartussen acht Europeanen leefden!) nog nooit een Hollander had gezien. Daarom doet ook het verhaal van de klagers zo belachelijk aan. De bevolking klaagde bij haar eigen hoofden en niet bij de ass.-resident. Het inzicht dat de geschiedenis van Ned.-lndië/lndonesië niet alleen vanuit Nederlands maar ook vanuit Indisch/ Indonesisch standpunt benaderd dient te worden (van welke geschiedbe schouwing J. C. van Leur de grond legger is) begint tegenwoordig ook in Nederland door te werken." Hoe sta je tegenover het idee om de Max Havelaar als musical te brengen? "In één woord belachelijk". Kan men spreken van een momenteel heersende Multatuli-hausse? "Ja, dat komt natuurlijk doordat 1987 een Multatuli-jaar is, waarin onder meer het Multatuli Genootschap veel aktiviteiten ontplooit. Veel van de gehouden manifestaties komen echter voort uit het algemeen heersende niet- weten over de ware toedracht van hetgeen zich indertijd afspeelde." CH.M. 5

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1987 | | pagina 5