Een WEERWOORD op de 99APRA 'AFFAIRE99 ORIENT TRAVEL BV Wanneer men tijdens tumultueuze tijden geen dagboek aanlegt, is het vrijwel onmogelijk om bijna 40 jaar na dato nauwkeurig verslag te doen van in die periode plaats gehad hebbende gebeurtenissen, tenzij men over een bijna fotografisch geheugen beschikt. Wanneer men om welke reden dan ook, 37 jaar na dato gedachten aan het papier toevertrouwt, is het maar al te vaak een relaas waar waarheid en verdichtsels dooreen geweven worden. Verdichtsels waarbij de schrijver zichzelf ziet als middelpunt van het gebeuren, daarbij een heldenrol vervullend of de vermoorde onschuld uithangend. Waarom dat alles, het is voor mij een raadsel! Maar terzake; Laat ik beginnen een tweetal opdrach ten te vermelden, waarmede de hoofd commissaris van Batavia, de heer B. J. C. Damen mij belastte. Opdrachten, die naar later bleken, nare consequen ties veroorzaakten. Begin december 1949, met de soeve reiniteitsoverdracht in het verschiet kreeg ik de opdracht het personeel van de Veldpolitie, verspreid over 7 deta chementen in de residentie Batavia, mede te delen wat met hen ging gebeuren na de overdracht. Voor een goed begrip, jonge Nederlandse politie ambtenaren beneden de rang van hoofdinspecteur hadden geen recht op vrije overtocht naar Nederland. Voor hen was de keuze, opgenomen worden in de Republikeinse politie of ontslag uit de dienst. Vrijwel unaniem kreeg ik als antwoord na mijn palaver, in zeer geëmotioneer de bewoordingen: "U heeft makkelijk praten, U heeft uw ticket reeds in de zak, maar wat gebeurt er met ons, die als vijanden geboekt staan bij de Republiek Indonesia?" Ik kon niet anders dan hen beloven Indië niet te verlaten zolang nog één van hen aldaar onvrijwillig vertoefde. Ik zou mijn uiterste best doen om gedaan te krijgen dat allen veilig weg konden komen. Van dat alles is niets terecht gekomen door mijn arrestatie. De tweede opdracht, deze maal een zeer geheime, ontving ik een week later. Ik moest proberen aan de weet te komen wat de bedoelingen van Westerling waren, zonder mij op enige wijze met de Apra in te laten. Wanneer de coup vóór de soevereiniteitsover dracht zou plaats hebben, moest dat voorkomen worden, aangezien het In dische Gouvernement verantwoordelijk zou zijn voor herstel van orde en rust. Op 2 januari 1950 deelde de heer Damen mij mede van de opdracht ontheven te zijn, waarbij hij mij het advies gaf zo spoedig mogelijk Indië te verlaten. De heer Damen, onwetend van mijn belofte, zal wel getwijfeld hebben aan mijn common sense. Een week later kreeg ik het zelfde advies van de Adjunct hoofdcommissaris Buys. Uit het voorgaande zal, naar ik hoop, duidelijk zijn dat het verhaal van Merghart, waarmede hij zijn artikelen reeks aanvangt, een verzinsel is. Hij laat mij daar een leidende rol spelen in het Apra-gebeuren, waar hij (Merghart) slachtoffer van wordt. Ik heb zowel in Indië als hier in Nederland als politieambtenaar steeds mijn gezin en mijn werk volkomen gescheiden gehouden. Dienstgesprekken hebben nooit in mijn huis plaatsgehad. De Apra-jongens, o.a. Kandau en Rapar, leerde ik eerst bij name toen ik in opdracht van de Adjunct hoofdcom missaris Buys de ochtend na de schiet partij aan de Kramatlaan aldaar een onderzoek moest leiden en op de 6de politiesectie twee lijken te zien kreeg, voorzien van een aan de grote teen bevestigde label met respectievelijk de namen Kandau en Rapar. De hoofd agent Von der Oelschnits was hoofd agent op het Veldpolitie-detachement Bekassi en kan nooit bij een onderzoek te Batavia geweest zijn. Dat was dan het verhaal van de samen komst ten mijne huize, waarbij een aardig detail in het fantasierijke brein van Merghart kan worden vermeld. Om zijn relaas enige couleur locale te geven, laat hij mij het hek van mijn voortuin voor hem openhouden. Leuk bedacht. En nu dan de munitie-affaire. Op 23 januari 1 950, de verjaardag van mijn vrouw, zat ik met echtgenote en een bevriend echtpaar op ons terras. Omstreeks 9 uur 's avonds kraakte het grindpad en zag ik iemand op ons huis toestappen. Ben opgestaan en liep de persoon tegemoet aangezien ik nie mand tijdens de verjaarsviering ver wachtte. Voor mij stond Westerling die mij vroeg al de stengunmunitie van de Bijzondere Politie te willen afgeven. Mijn antwoord luidde: "Richt u tot de hoofdcommissaris, van hem ontvang ik alleen bevelen." Westerling: "Wij weten toch wat voor een schijthuis die man is, hij zal nooit toestemming geven." "Dan gaat het niet door", was mijn antwoord, waarna Westerling ver dween. In dit verband wil ik nog wijzen naarde mededeling in de "Memoires van Westerling", waar hij o.a. vertelt dat de aanval op Batavia mislukte omdat een commissaris van politie weigerde medewerking te verlenen. Op de 24ste januari '50 in de B.P. kazerne gekomen merkte ik enige commotie onder het Nederlandse per soneel, dat samengegroept stond voor mijn kantoor, alwaar ik vernam dat alle munitie uit de wapenkamer was ver dwenen. De inspecteur Croes ver klaarde de munitie afgegeven te hebben aan Westerling of Najoan - Dit na vertoon van een door mij getekend briefje. Als eerste reactie vroeg ik afgifte van dat briefje, na enig zoeken bleek het briefje onvindbaar. Ziende dat ik mij kwaad maakte, op perde een der jonge inspecteurs de mogelijkheid in de militaire kampe menten munitie te kunnen verkrijgen. Gevraagd, gaf ik toestemming met het beschikbare vervoer (jeeps en pick ups) op pad te gaan. Al het personeel, uitgezonderd Merghart, verliet de kazerne en voor 1 2 uur was de munitie weer aangevuld, er waren zelfs drie patronen te veel. De munitie had men verkregen van bevriende militairen, die voor vervoer naar Nederland samen waren gebracht in het kampement aan de Berenlaan te Mr. Cornelis. Ook hier rammelt het verhaal van Merghart, hij laat de munitie van de Veldpolitie komen. Datzou hetenegat met het andere vullen zijn geweest. Bij een inspectie van de Indonesische RETOUR BANGKOK v.a. f 1.295,- RETOUR JAKARTA v.a. f 1.750,- 31 -daagse verzorgde reis JAVA en BALI v.a. f 3.670,— (ANVR) GARANTIEFONDS REISGELDEN RETOUR BALI v.af 2.085,- I RETOUR AUSTRALIË v.af 2.525,-I Singel 486 - 1017 AW AMSTERDAM Tel. 020 - 23 74 84 Laan van Meerdervoort 291 - DEN HAAG Tel. 070 - 63 83 67 Rokin 52 - AMSTERDAM - Tel. 020 - 24 25 38 6

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1987 | | pagina 6