Kerstherinneringen
Meteen f 10.000,— nodig
De Kerstgans
meer of minder? Bel dan: 078 - 1 8 08 66.
(na 21.00 uur of b.g.g. E. U. Verhage, tel. 01 3 - 34 28 49)
Aflossing v.a. 12/60 mnd., kwijtschelding bij overlijden.
Gegarandeerd wettelijke tarieven
en ook als u nog geen 66 jr. bent kunt u aanvragen.
SETIAKAWAN FINANCIERINGEN B.V.
Karei Doormanweg 9, 3317 ZD Dordrecht.
Ik was toen nog een jaar of 7-8. Mijn zuster, broer, broertje en ik waren bij mijn
grootouders van moeders zijde in de kost. Mijn ouders zelf woonden in Ngawi,
maar vanwege de school moesten we naar Buitenzorg. Wij hadden een heerlijk
leventje en waren dagelijks in 's lands Plantentuin te vinden, waar we vlakbij
woonden en ook bij de school van de Zusters Ursulinen. We kenden alle leuke
plekjes. Als we de straat uitliepen, stonden we recht vóór het Paleis van de
toenmalige G.G. De jongens zaten op de Broederschool.
De kerstdagen naderden en mijn ouders, die de hele reis met de auto hadden
afgelegd, kwamen hun vakantie bij ons doorbrengen. Ook onze andere
familieleden. Mijn vader had een zelfgemaakte boom, haast tot het plafond, heel
kaal, van mooi hout, die we versierden met echt dennegroen. Hij werd prachtig,
vooral met al die versierselen en het mooiste waren altijd de echte kaarsen.
Langzaam maar zeker werd de ruimte onder de boom opgevuld met allerlei
pakjes. Ook een fiets, maar mijn broer, voor wie de fiets was, moest toch nog
even wachten vóór hij er mee kon wegrijden. Ondertussen gingen mijn Oma,
moeder en tantes aan de slag, om de spekkoeken en ander lekkers op tijd klaarte
krijgen en ook de traditionele zwartzuur werd één dag voor Kerstavond al
klaargemaakt.
We mochten ook helpen roeren in de grote beslagkommen, ze hadden een
speciale naam, maar je werd er wel doodmoe van, en er werd almaar gelikt en
gesnoept.
De avond van de 24e op de 25e december gingen we met z'n allen in vol ornaat
naar de Nachtmis in de grote kerk. Het jongenskoor van St. Vincentius, met als
solo-zanger mijn neef Piet de Windt, was machtig mooi.
De 25e werd dan heel feestelijk. We hadden eerst het Kerstdiner, ook met
heel mooie muziek en daarna werden de cadeau's uitgedeeld, wat de taak van
mijn oudste zuster was. Daarna voerden wij kinderen, een toneelstukje op, onder
leiding van ook alweer mijn zuster. Het was een heel vrolijk en gelukkig
Kerstfeest en er volgden nog vele, hoewel in heel andere plaatsen. A.H.N
Het was december 1945. We zaten
nog steeds in het kamp Halmaheira,
we vingen evacuees op uit Ambarawa
die na een paar dagen weer doorge-
transporteerd werden. Ons vertrek
was nog niet bekend, we woonden nu
met ons gezin van vier en een goede
vriend alleen in 't huis waar we
voorheen met 22 vrouwen en kinderen
opgepakt hadden gezeten.
Onze vriend was K.N.I.L. officier en af
en toe kreeg hij bezoek van de oppas
van zijn vader die ook bij 't KNIL was
geweest. De goede man moest wel
stokoud zijn, geen tand meer in zijn
mond en vodden hingen om zijn mager
lichaam, zo best hadden de mensen
buiten 't kamp het ook niet gehad.
Als hij kwam kreeg hij een paar boter
hammen die hij in de koffie sopte.
Maar ook kreeg hij van onze vriend een
groen legerjasje. Wat was die man
gelukkig, hij zei: "Luitenant, ik zal u
belonen. U krijgt van mij een fijne
Kerstgans."
De dagen gingen voorbij wij waren wel
benieuwd of de gans nog zou komen.
En ja hoor, een week voor Kerst zie ik
een figuur langs 't huis schuiven, 't was
net een plaatje, die oude man in zijn
groene jasje met een gans onder de
arm. We bedankten hem uitbundig.
Maar de arme gans had 't al niet veel
beter gehad dan de mensen, hij was
broodmager en zijn ingewanden waren
danig van streek. We probeerden hem
nog wat vet te mesten en we nodigden
alvast nog een vriendin uit voor ons
Kerstdiner.
En zo werd 't Kerstmis, de gans zat in de
pan, van gedroogde aardappeltjes had
ik puree gemaakt en een blik perziken,
dat we eens kregen, had ik zuinig voor
deze gelegenheid bewaard. En zo zaten
we dan, op kistjes, met de blikken
borden op schoot en ieder van ons
kreeg een stuk van de gans. Maar hoe
we ook pikten en probeerden te snij
den, er was geen stukje vlees van 't
arme dierte nuttigen, hij was absoluut,
vel over been. En toch hadden we,
zuigend aan de botjes, een heerlijk
Kerstgevoel omdat we er van overtuigd
waren, dit is de laatste Kerst in 't kamp.
J. ERENSTEIN-DE HAAN
De plantentuin in Buitenzorg, op de achtergrond de achterzijde van het paleis.
10