Tonnie Grosse-Burgers, toneelspeelster van binnen-uit. All the world's a stage And all the man and women ar merely playsers Shakespeare Tonnis Grosse in haar glansrol van Emily Dickinson. Een indrukwekkende vertolking in 1986, het jaar waarin zij een belangrijke onderscheiding ontving. "Je bent geen haar veranderd!" zeggen (meestal) vrouwen tegen elkaar, oprecht gemeend of uit gewoonte. Nu is er niets veranderlijkers dan ons haar, de onveranderlijkheid zit dus altijd wat onder het haar zit. En dat is de stelling die bij Tonnie Grosse-Burgers van toepassing is. Als ik haar na 45 jaar weer spreek dan zie ik weer voor me dat slanke, levendige meisje, fiets-bellend voor ons huis, wachtend op mijn zusje Hetty. Tonnie, Mary Vos en Hetty waren alle drie nog in het gelukkige bezit van een baantje. Schijntje van een salaris, maar keurig werk bij chocoladefabriek/bakkerij Ten Wolde, toen natuurlijk overgenomen door de Japanners, maar met hetzelfde personeel en een prettige baas. Tonnie heette toen Tonnie Margadant, haar man Oscar was POW-er aan de Birma spoorweg en sneuvelde daar. Na de oorlog trouwde zij met Max Grosse, nu nog steeds haar trouwste steun en toeverlaat. In hun smaakvol en gezellig ingerichte woning in De Lier halen we een men senleven vol herinneringen op, maar de Tonnie die ik nu voor me heb is nieuw voor me, pas nu leer ik haar kennen. Logisch, toen was ze alleen de vriendin van een jonger zusje. Geboren in Batavia, als Antonia Alexan dria Burgers. Haar vader werkte onder Stein Callenfels bij de oudheidkundige dienst. Onderzocht in Midden Borneo de bodem op "witte aarde" caoline. Op bijzonder tragische wijze vond hij er later zijn einde toen hij ritueel werd gedood door een Dayakstam. Tonnie's moeder was concertpianiste, heel bekend als Antoinette Roos. Als concertpianiste verdiende je in Indië je portie rijst niet, daarom gaf ze pianoles. Tonnie ging op Modjokerto, later ook op Soerabaia en Malang op de Zusterschool. "Wat wilde je worden, wat deed je het liefst?" "Schrijfster en toneelspeelster. Daar heb ik altijd als een bezetene naar verlangd. Ik schreef verhalen en als ik ze mocht voorlezen of als ik zomaar een leesbeurt kreeg in de klas dan speelde ik wat ik las. Ik kon het gewoon niet laten!" In 1956 gingen we voorgoed naar Nederland. Ik was intussen hertrouwd met Max. Hij werkte bij Aegon (ver zekeringsmij.) en ik kwam bij het Mi nisterie van Binnenlandse Zaken. Bezeten van toneelspelen. "En toen ben je gaan toneelspelen?" "Toen kon ik me serieus met hart en ziel aan het toneel geven. In Neder land heeft het kleinste dorp een ama teur toneelvereniging. Voor mij is een hartewens eindelijk in vervulling ge gaan, ik werd toneelspeelster." Tonnie heeft les gehad bij Kommer Kleijn en Coba Kelling, ze had goed gepast in de Hoorspel kern, maar daar kwam ze niet bij. Ik laat haar nu zelf aan woord: "Die hysterische bezetenheid van mij is een gecontroleerde, goeie en mooie hysterie. Mijn liefde voor de toneel kunst heb ik nooit kunnen ontlopen, ja, heeft totaal bezit van mij genomen. Pathetisch gesproken zijn het 'roerse len van mijn ziel' en ik bèn erg pathe tisch; tot wanhoop dikwijls van mijn regisseurs die ik in mijn bijna 45-jarige toneelloopbaan heb 'versleten'. Zij wilden mij dikwijls 'harder' laten over komen op het publiek: vooral zelf geen ontroering tonen naar buiten. Dat heb ik bijna nooit echt kunnen waarmaken. Alvorens ik een rol definitief aanneem, moet ik vanuit mijzelf voor honderd procent wéten, voelen, dat IK in die vrouw die ik uit moet beelden GELOOF! Wat vertelt die 'andere' vrouw mij; wat bedoelt ZIJ met haar verhaal. Wat probeert de auteur mij over die vrouw mee te delen en daarna de vertaler, de regisseurAls ik JA zeg tegen mijn regisseur ga ik er ook als een bezetene tegen aan; alles moet min of meer voor me wijken. Dat was vroeger toen ik nog op kantoor zat dikwijls heel moei lijk. Gelukkig heb ik altijd in elke vorm zeer veel steun van mijn gezin onder vonden en begrip en steun van mijn hoogste chef op kantoor die zelf tot een der grootsten uit de Amateur Toneelwereld in zijn tijd behoorde: Piet Cleveringa. Je kunt nooit zonder goede regisseur. Hij is jouw 'ogen', jouw 'oren' maar mijn 'ziel' is van mij, mijn 'aanvoelen' koester ik en mijn kunstzinnige instinct volg ik bijna blindelings. Ik werk bij een uitstekende Toneel vereniging in het Westland, een van de beste 'DE HOFSPELERS' waar ik vele fraaie rollen heb mogen vertolken; 12

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1988 | | pagina 12