O Echt Gaat dr. De Jong om? Kennismaken BIJ DE VOORPLAAT (Foto: Archief Moesson) Wat is echt? Dat is een vraag die bij het zien van de voorplaat op zou kunnen komen. Alles en iedereen is op de foto onbelangrijk geworden want niets en niemand komt er op voor. Alleen jij met je diepst verborgen gedachten en gevoelens. Gedachten en gevoelens die eindelijk de ruimte krijgen om op golven gedragen te worden naar een nabije verte waar warmte nog even zichtbaar is. En daar schreeuw je het misschien uit, je huilt of heel open spreek je er je liefste wens uit. En misschien hoop je dat suaks bij het aanbreken van de nieuwe dag zal blijken dat je gehoord bent geworden of wellicht is het gevoel, dat je onzichtbaar voor iedereen je ziel hebt kunnen bevrijden, genoeg om naar huis te gaan en te beseffen dat je je rustig voelt. Maar hoeveel keer per jaar, of in je leven, sta je zo in gesprek met iets waarbij je je niet alleen klein moet, maar ook klein wilt voelen. Vier muren, mensen en geluiden houden je dagelijks gevangen en 's avonds, als daar eindelijk iets is dat lijkt op stilte, sluit je je ogen om tot morgen uit te stellen wat je stil zou willen overdenken. En elke nieuwe avond stel je uit want je bent zo moe van opstaan, kleden, werken, eten, praten, lezen, kijken, luiste ren, mensen, dingen, radio, televisie, zorgen, herrie, regen, ziekte, plannen. Maar slaap verkwikt en plicht roept en de dagelijkse gang is niet te stoppen. Je zou trouwens niet anders willen en kunnen want zo is het leven toch. Ja, zo is het leven. Dat besef je pas goed als je je even aan dat leven mag ontrukken om te staan aan de zee en te voelen dat het goed is om je moeheid aan de golven mee te geven. En dan sla je je arm om haar heen, samen weer terug naar het echte leven, terwijl je echte ik is toevertrouwd aan iets dat nog net zichtbaar was, maar dat je morgen licht en warmte zal geven. Totdat een zwart wolkendek dat steeds meer gaat beletten en de tijd daar is dat je diepste gedachten en gevoelens niet meer onhoorbaar toevertrouwd hoeven te worden aan die nabije verte, omdat je daar dan zelf bent aangekomen, om nog eens te zien hoe je al die jaren bent opgestaan, hebt gewerkt, geluisterd en hebt geprobeerd dat echte ik te zijn. Goed, tot zover "Méditation de R.B.". Straks kom ik thuis en til de kleine meid uit haar bedje. Ik til haar dan in de lucht opdat ze mijn kop ziet en zeg dan "dag Muis", dag poppie". En lachen doet ze dan. En ooit zal zij de zon in de zee zien zakken. Dat haar wensen dan vervuld mogen worden, dat alle wensen van onze kinderen waar mogen worden, is mijn wens. Want niets is echter dan een kind dat in gesprek komt met het leven. D D Gaat dr. Lou de Jong om? Ofwel: gaat hij in het concept van deel 12 ("Epiloog") van zijn geschiedschrij ving ingrijpende wijzigingen aan brengen zodat er een genuanceerd beeld ontstaat van excessen die zich in Indië hebben voorgedaan in de jaren '45-'50? Als we de verschillen de kranteberichten mogen geloven, is dat inderdaad het geval. Deze berichten zijn met name gebaseerd op een brief van de directeur van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocu mentatie (RIOD) drs. A. H. Paape aan de heer Th. Kappers. De heer Kappers, oud-Knil-officier, heeft naar aanleiding van het uit gelekte concept, zoals zoveel ande ren, zijn ongenoegen kenbaar ge maakt aan verschillende redacties, instanties en personen, o.a. het RIOD en dr. L. de Jong. Van deze laatste ontving hij medio december 1987 een briefje terug, waarin stond dat hij (De Jong) geen enkele ver antwoording naar buiten aanvaard voor het uitgelekte concept. De heer Paape ging echter verder in zijn brief van 28 december 1987. Hij schreef o.m.: "U weet dat de ten dele in de openbaarheid verschenen tekst nog slechts een concept is. De defini tieve tekst zal, zoals dat ook in vorige delen van het werk van de heer De Jong het geval is geweest, op talloze plaatsen ingrijpend gewijzigd wor den." In april a.s., wanneer deel 12 uit komt, zullen we weten of de Jong zich inderdaad iets heeft aangetrok ken van de felle kritiek op het con cept. Als dat inderdaad zo zal zijn, blijft de vraag hoe hij zijn wijziging zal verklaren: omdat hij niet heen kon om de kritiek op het concept of omdat zijn meelezers en adviseurs hem via de normale overlegprocedure hebben overtuigd van noodzakelijke aanpassingen. Waarschijnlijk zal De Jong dit laatste niet zeggen. Van de opmerkingen van zijn adviseurs, prof. dr. I. J. Brugmans en drs. R. C. Kwantes, over het concept van deel 11 A heeft hij zich ook niets aange trokken. Dat blijkt uit het Voorwoord van dat deel. Rest dus de storm van kritiek van degenen over wie hij schrijft. Wanneer in april zal blijken dat De Jong daar uiteindelijk toch gevoelig voor is, dan is dat een belangrijke ontwikkeling voor het proces over deel 11 A. Dan zal de Staat als opdrachtgever van de ge schiedschrijving en De Jong zelf ook moeten luisteren naar de kritiek van het Comité Eerherstel. Tot nu toe schermt men te pas en te onpas met de wijsheid dat geschiedenis een discussie zonder eind is. R.B. "aannemelijk dunkt ons dat die ontwikkeling bevorderde dat menige Europeaan in Indië zich ging afvragen of het niet wenselijk was dat ook het moederland autoritair, zo niet fascistisch, zou worden be stuurd". (Dr. L. de Jong in deel 11 A, blz. 366.) Dachten wij, dachten onze (groot) ouders fascistisch? Waren wij fascisten? Het Comité Geschiedkundig Eer herstel strijdt door middel van een proces tegen de Staat over deel 11A voor eerlijke geschied schrijving. Vindt u die strijd het steunen waard, help ons dan ook finan cieel. Comité Geschiedkundig Eerherstel Arabislaan 63 2555 DE Den Haag Postbank 50 18 169 Als u iemand weet die kennis wil maken met Moesson dan sturen wij hem of haar het gratis Moesson- kennismakingsnummer. Geeft u ons dan de naam en het adres? Ons telefoon nummer is 070-54 55 01. 2

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1988 | | pagina 2