Indië in het Onderwijs (slot) poraniÉ "Dekolonisatie" is de titel van nog een katern (boekje) dat speciaal voor het komende schriftelijke eindexamen geschiedenis is geschreven. Het boekje is uitgegeven door Malmberg in samenwerking met de Nederlandse Onderwijs Televisie. De auteurs van de hoofdstukken over Indië zijn K. van Dijk en A. L. Verhoog en die willen in de Mavo-editie van het boekje de leerlingen ook iets bijbrengen over de verschillen tussen een Indisch-man en een Indo-Europeaan. Daartoe gebruiken zij op bladzijde 4 twee citaten: één uit "Het leven in Nederlandsch-lndië" van Bas Veth en een uit het boek "Balans van Beleid". Uit het eerstgenoemd boek citeren de schrijvers onder meer: "Hij denkt uniek plat-vuil over de vrouw in 't algemeen, die voor hem enkel is een voorwerp om sexueel van te genieten als men zoiets genieten noemen mag" Een Indisch-man heeft gewoonlijk een lomerige manier van lopen. Zijn blik is bijna altijd ordinair, de huid-kleur tanig-geel of bleek. Hij is veelal alcoholist. Zelden gaat hij zonder grotere of kleinere "brom- in" naar bed". Drie vragen krijgen de leerlingen over dit gedeelte te beantwoorden: 1. Wat bedoelt de schrijver met Een Indisch-man?" 2. Welke slechte eigenschappen dicht de schrijver een Indisch-man alle maal toe? 3. Denk je dat de houding van de gemiddelde Europeaan in Indië over eenkwam met deze beschrijving? Uit "Balans van Beleid" kozen Van Dijk en Verhoog onder meer de volgende regels: "De sociale hiërarchie in de kolo niën verleende aan de Europeaan zulk een hoog aanzien, dat de meeste Indo-Europeanen probeer den het "Europese" model zo dicht mogelijk te benaderen. Dit kwam tot uiting door het "ontkennen" van de Indonesische "grootmoe der" en door het "boven hun stand trouwen" (met blanken) van Indo- Europese meisjes. Angst voor ver lies van status was vooral sterk onder de Indo-Europeanen van lagere klasse en veroorzaakte "overcompensatie" ten opzichte van Indonesiërs Ook hierover drie vragen: 1Wie stond er bovenaan in de sociale hiërarchie in Indië? 2. Waarom probeerden Indo-Europea nen hun gedeeltelijk Indische af komst zoveel mogelijk te verbergen? 3. Wat wordt bedoeld met de "over compensatie" van Indo-Europeanen ten aanzien van Indonesiërs? Zo, dat waren de Indische-Nederlan- ders. De komende volwassenen weten er nu alles van en mochten ze nog vragen hebben, dan is daar nog altijd tante Lien. Op nu naar bladzijde 5 waar iets wordt verteld over de koloniale samenleving: "Vooral op Java was de toestand slecht. Niet alleen door de econo mische crisis, maar ook door de bevolkingsgroei! De bevolking groeide van 20 miljoen tegen het einde van de vorige eeuw naar 40,9 miljoen in 1930. Als gevolg hiervan versnipperden de toch al kleine bedrijfjes nog meer. De overheid was zich bewust van deze situatie en nam maatregelen ter verbetering. Hierbij speelde ook het eigen belang van Neder land een rol. Een verhoging van de welvaart zou leiden tot grotere afzet van Nederlandse produkten Velen meenden in Indië goed werk te verrichten en bij te dragen aan de bloei van Indië. De meeste Europeanen hadden geen echt contact met de Indische bevolking. Zij leefden tamelijk geïsoleerd. Zij zagen elkaar op de sociëteit, waar pas in de jaren dertig hooggeplaat ste en ontwikkelde Indonesiërs werden toegelaten." Tot zover deze voorlichting aan Mavo leerlingen. Neen, nog één citaat. Op bladzijde 7 schrijven Van Dijk en Ver hoog het volgende: "Nu kun je niet zeggen dat alle armoede alleen de schuld was van de Nederlanders of het Nederland se bestuur. Op Java bestond bij voorbeeld een schreeuwend tekort aan grond als gevolg van de snel groeiende bevolking. We moeten ook wijzen op het gebrek aan ondernemingszin bij de meeste Javanen. Wat daar de oorzaak van was, is niet duidelijk." Indië in het onderwijs. Onderwijs over Indië. Als je de verschillende leer boeken bekijkt, kun je je afvragen waartoe alles gediend heeft en som mige dingen nog dienen. Waarvoor hebben onze (groot)ouders geleefd, waarom wij. Wat zitten wij toch altijd te vertellen over Indië en wat is het nut nog van al die duizenden en duizen den boeken die vroeger over zoveel facetten van Indië zijn geschreven. Waarvoor zijn velen gesneuveld en waarom je inspannen voor je eigen identiteit? Onderwijs over Indië. En toch blijft dat belangrijk, juist nu, nu vele auteurs zich opgetogen begeven op de door dr. De Jong definitief gebaande weg naar afzwering van het verfoeide idee dat daar iets groots zou zijn verricht. Maar wie of wat kan zorgen voor goed onderwijs? Goede boeken, goede do centen? Dat zeker, maar er moet éérst iets anders zijn of komen: bewust wording en zelfrespect. Bewust zijn dat onbenullen bezig zijn de plant te scheiden van de wortels en vervolgens de wortels vertrappen en de plant verpotten. Zelfrespect hebben om bij voorbeeld te kunnen walgen van Jos Brink als hij Sandra "mijn kroepoekje" noemt en van tante Lien als ze ons met "adoe luitjes thuis ja" aanspreekt. Als dat er is, kunnen wij misschien zorgen voor een bijdrage aan goed onderwijs. RALPH BOEKHOLT Ons reserve fonds voor moeilijke dagen Moesson wil geen subsidie. Het wil voort bestaan alleen als U dat wilt. Met uw steun poekoelen wij teroes Hieronder laten wij, onder hartelijke dank zegging aan alle schenkers, de ver antwoording volgen van de giften die zijn binnengekomen voor het reservefonds voor Moesson over februari 1988. E. C. v. Ahee 7 25,-; A. Burg 7 10,-; G. H. Christan 7 1 7,60; A. M. H. de la Croix 7 10,-; I. X. de Graaff 7 25,-; L. C. F. de Graaff 7 25,- J. H. Heukelom-Slot 7 35,-;T. Heijman 7 10,- C. J. Hoekendijk 7 65,-; J. C. L. Jansz 7 10,- C. F. Knoedler 7 25,—; H. J. Louwerse-Wil lemsen 7 10,-;R. Mariouw 7 40,-; M. Portier 7 15,—; H. de Quant 7 10,—; R. Chr. Schnelle 7 10,—; G. Vroomen 7 3,-; J. Willemsen- Sterckx 7 10,—. Totaal ontvangen voor Poekoel Teroes in februari 1988 7 355,60 Ontvangen voor KNIL M. Portier J. Jacobse 7 30,- 7 15,- 7 45,- Die geschiedenis is een waardeloze troep. Als we straks oud zijn komt er toch weer een vent die zegt, dat het heel anders is geweest. 4

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1988 | | pagina 4