INDONESIË IS UNIEK SOC-REIZEN OVERZEE Wij weten dat al heel lang GOEDKOOP! 3 Weken Ja va/Ba li met busje en chauffeur f 3335 ontladen en met de anderen het schip te verlaten. De reddingsboten waren snel gestreken en niet lang daarna roeiden wij met volle kracht van het zinkende schip vandaan. 5 Uur na de eerste torpedering zagen wij een periscoop achter de diep ge zonken Jagersfontein en precies om 09.00 uur volgde een tweede torpedo die het schip in het midden raakte. Er volgde een enorme ontploffing. In enkele seconden was dit prachtige schip gezonken en kort daarop volgde een soort stoomfontein. Ook dit schip was net als de SS Tjileboet geladen met munitie. Ik moest er niet aan denken wat er gebeurd was met ons als de eerste torpedo midscheeps was ontploft. Vanuit onze sloep zagen wij dat de onderzeeboot boven water kwam. Dim en ik hielden ons hart vast. Zouden er nog represaille maatregelen worden genomen....? De bemanning van de onderzeeboot beperkte zich tot het opvissen van het bord met de scheeps naam en verdween daarna. Met behulp van de motorsloep werden de verspreid liggende sloepen en red dingsvlotten bij elkaar gebracht en met behulp van touwen bij elkaar gebonden. De zee was rustig en het was helder weer. In de sloep waarin Dim en ik zaten, was het goed vol met mannen, vrouwen en een enkel kind. Als je de eindeloze zeevlakte overzag, was de hoop op redding bijna tot nul gedaald. Wij wisten immers, dat ge allieerde schepen niet voor ons moch ten stoppen. Dat was een order. Het risico was te groot dat de barmhartige dan zelf werd getorpedeerd. Verder waren we 500 mijl verwijderd van het dichtst bijzijnde eiland. Bermuda. Om het te bereiken zouden wij weken moeten roeienHet water aan boord van de sloepen was voor een deel bedorven en wij werden meteen gerantsoeneerd. Het vaste voedsel bestond uit droog scheepsbeschuit in blikken verpakt. Onze toekomst zag er derhalve niet vrolijk uit. Later zouden wijzelf mensen uit zee halen, die weken lang in soort gelijke omstandigheden hadden ver keerd. Ik was doodop van de hondenwacht en de actie daarna. "Dim, ik ga proberen even te slapen!" zei ik tegen mijn vriend. Daarna rolde ik mijzelf als het ware op in een rol touw dat nog in de boot lag. Het moge gek klinken, maar 5 minuten daarna was ik in diepe slaap gevallen. Om 18.00 uur werd ik gewekt door Dim. "Wil, we zijn gered, er komt een schip naar ons toe." En ja het onmogelijke was geschied. Aan de horizon verscheen een schip met al haar lichten aanHet was het licht dat in de duisternis scheen. Het verlichte schip was het ss Saint Cerque, een Zwitsers koopvaardijschip, dat op weg was van New York naar Genua in Italië. In korte tijd waren alle 200 opvarenden van de Jagersfontein aan boord van het Zwitserse schip. We kregen een behoorlijke maaltijd en volop te drinken. Zo goed en zo kwaad als dat ging werd ons een slaapplaats op het dek toebedeeld, en weer gin gen wij op weg. Nu niet richting Engeland, maar richting Gibraltar. Veel zorgen maakten wij ons op dat moment niet. Voorlopig waren wij gered en bevonden ons aan boord van een neutraal schip. De kapitein deelde ons via een luidspreker mede dat alle militairen van de getorpedeerde Ja gersfontein zich konden beschouwen als te zijn geïnterneerd. Nog dezelfde dag verscheen een Ame rikaanse torpedobootjager die van de Zwitser eiste dat alle militairen, waar onder Dim en ik, over moesten naar hun schip. De mededeling van de kapitein dat de militairen werden beschouwd als geïnterneerden van de Zwitserse regering werd niet geaccep teerd. De militairen moesten over of het schip zou getorpedeerd worden. De kapitein koos eieren voor zijn geld en in korte tijd waren alle militairen overgenomen door de Amerikanen. Aan boord van dit Amerikaanse oor logsschip werden wij hartelijk ontvan gen. We werden verwend met het heerlijkste eten. Vervolgens werden wij stuk voor stuk medisch onderzocht. Het moet mij van het hart dat de Amerikaan als geallieerde bijzonder kameraadschappelijk was. Overal in de wereld, waar ik in contact kwam met Amerikanen heb ik hun hartelijkheid ervaren. En dit in tegen stelling tot onze landgenoten in het buitenland, bij wie wij deze hartelijk heid nimmer tegenkwamen. Wij waren immers maar "gunners", op de koop vaardij, daar ging je niet mee om. De torpedobootjager bracht ons naar Hamilton, de hoofdplaats van het eiland Bermuda. Op dit eiland verbleven wij een lange tijd. Wij lagen in het Engelse garnizoen in St. Georgstown. Wij kregen Engelse uniformen. Engels eten en Engelse soldij. De uniformen waren goed maar zowel het Engelse eten als de soldij waren ver beneden peil. "We had 6 pence, 2 pence to lend them, 2 pence tospendthem en2 pence to give them to my wife". Het was een bekend liedje uit de oorlog en wij lachten als wij het hoorden zingen. Maar toen wij deze "fooi" kregen in Bermuda met eten dat niet door de keel te krijgen was, moesten we wel naar een oplossing zoeken. Op school was tekenen een van mijn betere vakken geweest. Van het beetje geld dat wij kregen kocht ik teken materiaal en daarmee maakte ik por tretten van de kinderen op het eiland. Voor ieder portret vroeg ik een pond, wat voor ons een kapitaal was. We aten er van en we huurden fietsen om het eiland te verkennen. We kregen bericht dat er een tanker gereed lag om ons naar New York te brengen, waar wij ons moesten melden voor verdere diensten. De gedachte aan die overtocht met een tanker maakte ons er niet bepaald vrolijker op. De verschrikkingen van torpede ringen van dit soort schepen waren ons bekend. Het was of levend verbrand worden aan boord of dezelfde verbran- dingsdood in zee. Een beter alternatief was er niet. Dim en ik sliepen die dagen op het dek. De kans om weg te springen was iets groter, als wij on verwacht getorpedeerd mochten wor den. We voeren met een klein aantal snelle schepen ongeconvoyeerd naar de Verenigde Staten. Wel bleven wij zig zaggen. Na enkele dagen bereikten wij de oostkust van de Verenigde Staten van Amerika. Weer kwamen wij in aanraking met onze marine-officier uit New York. Aan hem moesten wij ver slag uitbrengen over de torpedering van de MS Jagersfontein. "En waarom bent u niet doorgegaan met schieten?" vroeg de in zijn ge makkelijke stoel zittende Luitenant der Zee 1 e klasse. Zelf moest hij zijn eerste oorlogservaring nog op doen. Ik legde deze papieren zeemakker van ons uit dat wij vrouwen en kinderen aan boord hadden en dat wij in op dracht van de gezagvoerder het vuren moesten staken. Daarbij kwam nog, dat de onderzeeboot na ons eerste schot direkt onder water was gegaan. Na een paar dagen kregen wij op dracht ons te melden op de MS Tarakan. Het zou het begin worden van onze derde reis die vele maanden zou duren. (wordt vervolgd) MEER KONTAKT MET LAND EN VOLK IN KLEINE GROEPJES OVER Sumatra, Java, Bali, Lombok, Toraja, Kleine Soenda-eitanden, Ambon, Biak, Nieuw Guinea KEUZE UIT VELE TOURS bij deelname van 6 personen NEDERLANDS OUDSTE EN MEEST ERVAREN INDONESIË SPECIALIST Vkt'JJ Den Haag Noordeinde 146. tel: 070-46 97 23 1 Amsterdam Ftokin 119. tel: 020-26 36 35 Vraag onze kleurrijke reisbrochure 17

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1988 | | pagina 17