Lotusbloem met lange steel op Sanur, Bali.
kant van het blad is purperkleurig.
Uit de oksels van de bladeren komen
de bloemstengels. De bloemen zijn
alleenstaand en zijn twaalf centimeter
(Teratai Ketjil) of 35 centimeter (Teratai
Besar) in doorsnee. De lotus nucefera
is roze; na enige tijd verbleekt de kleur,
's Nachts sluiten de bloemen zich, een
dag of twee blijven ze open en dan
verwelken ze.
De lotus penteptala heeft grote gele
geurende bloemen en lijken op grote
tulpen; ze komen in Amerika, hoewel
weinig, nog voor in het wild. De ge
kweekte soorten hebben verschillende
kleuren zoals rood, purper, roze, wit, ja
zelfs blauw. Sommige zijn gestreept,
andere kunnen donkergekleurde blad-
toppen hebben. Er zijn enkele en
dubbele bloemen. Het hart van de
lotusbloem is wit. Ze hebben twee
kelkbladen, veel kroonbladen en veel
meeldraden.
De meeldraden staan rondom de stam
per. De stamper is omgekeerd kegel
vormig met een platte sponsachtige
top. De bloemen worden bestoven
door insecten, o.a. door kevers. Zodra
ze bevrucht zijn zwellen de stampers
op tot grote vruchten van acht tot
vijftien centimeter doorsnee. Iedere
vrucht heeft twaalf tot dertig zaden die
los in de grote gaten van de vrucht
zitten. De zwarte zaden, zo groot als
een knikker, zijn eirond en blijven
jaren hun kiemkracht behouden. Als
de vrucht van de stengel loslaat kan ze
enige tijd op het water blijven drijven.
Bij rotting van de vrucht rollen de
zaden eruit en zinken naar de bodem.
De zaaddozen die op een omgekeerde
sproeier van een gieter lijken, worden
geïmporteerd en in bloemstukjes ver
werkt. Soms zit er nog een pit in die
het proberen waard is om te zaaien.
De eetbare zaden, pythagorasbonen
genoemd, smaken naar olienootjes en
anijszaad en zijn melig. Rijpe en onrijpe
zaden worden in verschillende gerech
ten gebruikt. Ze worden rauw of ge
kookt gegeten.
Vroeger kweekten indianen de plant
om hun zetmeelrijke wortelstokken.
Jonge bladeren worden gegeten en
volwassen bladeren gebruikt als ver
pakkingsmateriaal.
Bloemen, zaden, meeldraden, jonge
scheuten, bladeren, wortelstok, alle
delen worden als geneesmiddel ge
bruikt. Het is een heel nuttige plant.
Gekookte wortelstokken en zaden zijn
bloeddrukverlagend en urinebevor-
derend.
Verse zaden tegen bloederige diarree.
Vrucht en zaad tegen braken, gebrek
aan eetlust en overvloedige menstrua
tie. Blad en bloem toegepast bij zon
nesteek en hoofdpijn. Meeldraden tegen
bloedneus. Jong spruiten en bloem
bodems tegen dysenterie en eczeem.
De lotus schijnt ook extracten te bezit
ten tegen kanker.
Hier is ze een echte kasplant. Er is één
kleine soort die bij warme zomers
buiten kan staan in een houten kuip vol
water en dat is de Nelümbo Mikado
(Teratai Ketjil). Winterhard is ze beslist
niet. De planten hebben zware voed
zame kleigrond nodig, vermengd met
verteerde koemest. Eind mei kan ze
buiten op een zonnige en beschutte
plaats staan. Midden in de zomer kan
ze bloemen krijgen. Half oktober gaat
de verplaatsbare vijver naar binnen op
een vorstvrije plaats. De plant kan door
deling vermeerderd worden. Pas op,
de dikke wortels zijn erg teer, bij
beschadiging kunnen ze gaan rotten;
I
Lotusbloem (boven) met daarin de
stamper die na bevruchting opzwelt
tot een grote vrucht (onder) van
acht tot vijftien centimeter doorsnee.
de jonge scheutjes zijn erg bros en
breken gemakkelijk af. Zaaien kan ook,
maar vergt veel geduld. Het is een
plant voor de liefhebber want makke
lijk is ze in ons klimaat niet.
NETTY SELDER
Lotusbladeren steken met hun lange stelen boven het water van deze mooie vijver uit.
Dit in tegenstelling tot de gewone waterlelie, waarvan de bladeren öp het water liggen.
13