Onderzoek Spijtoptanten ORIENT TRAVEL BV Begin dit jaar kon ik met mijn doctoraal-scriptie Nieuwe Geschiedenis beginnen. Al een tijdje studeer ik geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Mede door de Indische achtergrond van mijn ouders, ben ik sterk geïnteresseerd in de geschiedenis van hen die uit lnd(ones)ië naar Nederland kwamen. Ik wilde me richten op de geschiedenis van Indische Nederlanders en gerepatriëerden. Er is nog veel onbekend gebleven over het wel en wee van de belevenissen en achtergronden van hen die "repatriëerden". Velen hebben na aankomst in Neder land steeds hard gewerkt en waren geneigd hun verleden te vergeten. Men werd ook min of meer gedwongen om te zwijgen over het leed dat werd doorstaan gedurende de Japanse be zetting van Zuidoost Azië. Buiten de kring van familie en vrienden was de belangstelling voor hun ervaringen vrij gering. Na het lezen van het boek "Indische Nederlanders en gerepa triëerden" van Dr. J. E. Ellemers en Drs R. E. F. Vaillant (Couthino 1985 Mui- derberg), was mijn persoonlijke be langstelling voor hen die uit lnd(o- nesjië naar Nederland kwamen sterk toegenomen. Hun boek biedt een uitstekend over zicht van het tot nu toe bestaande onderzoek naar de geschiedenis van mensen uit Indië. Naar de lotgevallen van hen die via de spijtoptanten-regeling naar Nederland kwamen, bleek nog maar weinig recent onderzoek te zijn verricht. Zij die als spijtoptant in Nederland arriveerden, zijn het langst van alle Indische Neder landers in Indonesië gebleven en kwa men pas na 1 957 tot 1 968 naar Neder land. Het was vaak erg moeilijk om een visum voor Nederland te kunnen be machtigen. Half februari stuitte ik op het Algemeen Rijksarchief in Den Haag op het goed geïnventariseerde archief van het N.A.S.S.I.-comité. Dit comité, dat voluit Nationale Actie Steunt Spijtoptanten Indonesië heette, bestond tussen 1960 en 1968 en hield zich bezig met belangen behartiging van spijtoptanten in Indonesië. Dit archief werd het vertrekpunt voor verder onderzoek. Om een idee te krijgen hoeveel en welke informatie er allemaal beschik baar is, probeer je zoveel mogelijk kennis op te sporen in bibliotheken en door archief-inventarissen in te zien. Ook probeerde ik met zoveel mogelijk mensen over mijn plan te praten om een onderzoek op te zetten naar de geschiedenis van hen die als spijtop tant naar Nederland kwamen. Van velen kreeg ik goede adviezen en hun hulp en belangstelling heeft mij erg gesti muleerd! Ofschoon je door archief- en literatuur onderzoek veel aan de weet kunt komen, blijven er toch nogal wat vragen onbeantwoord. Vandaar dat ik graag met oud-spijtoptanten wilde gaan pra ten over hun ervaringen in Indonesië en Nederland, en mijn onderzoek niet uitsluitend wilde gaan baseren op ar chief- en literatuur-onderzoek. Ik kwam ook in contact met het Indisch Weten schappelijk Instituut. De sfeer op het IWI is erg goed en er zijn hier bronnen aanwezig die zeer zeldzaam zijn. Ook zijn hier vele recente publicaties op het gebied van Indië/lndonesië te raad plegen! Langzamerhand begon het onderzoek een concrete vorm aan te nemen. Halverwege de maand juni mocht ik in MOESSON een oproep plaatsen ten behoeve van mijn doctoraal-onderzoek naar hen die via de spijtoptantenrege ling naar Nederland zijn gekomen. Ik vroeg aan oud-spijtoptanten wie er bereid zou zijn om te willen meewerken aan het invullen van een vragenlijst en daarna eventueel te worden geïnter viewd. De oproep leverde vele positieve en interessante reacties op! Ze waren uit het hele land afkomstig. Rond half juli '88 werden de vragenlijsten ver stuurd en rond eind augustus kreeg ik het merendeel weer retour. Hiervoor nogmaals mijn dank! Begin juli begon ik ook met het houden van vraaggesprekken met hen die daar wel aan wilden meewerken. Het is altijd een grote verrassing hoe zo'n gesprek zal gaan verlopen. De inter views hebben vooral het karakter van een gesprek. Ik probeer mijn eigen inbreng zo beperkt mogelijk te houden omdat het verhaal van de geïnterviewde centraal staat. Mede door deze ge sprekken wordt het mogelijk om meer te begrijpen van de achtergronden van hen die als spijtoptant naar dit land kwamen. Omdat het om recente ge schiedenis gaat, zal alle kennis die via de vragenlijsten en gesprekken wordt verkregen, anoniem worden verwerkt. Het is van groot belang dat de deel nemer aan het onderzoek er op kan vertrouwen dat zijn privacy gegaran deerd is. Het leven van oud-spijtoptanten zit, net als van de meeste overige Indische Nederlanders en gerepatriëerden, vol dramatische keerpunten. Velen hebben de koloniale tijd nog bewust meege maakt. Vele mannen werden gedurende de japanse bezetting krijgsgevangen gemaakt. Vele vrouwen en kinderen werden eveneens geïnterneerd of leefden in angst en dreiging buiten de kampen. De afloop van de oorlog betekende geen bevrijding maar resulteerde in een nieuwe periode vol dreiging en gevaar. Vele mensen werden nu door Indonesische nationalisten geïnter neerd. Deze jaren vormen een zwarte schaduw in hun leven. Na de souvereiniteitsoverdracht van 27 december 1949 leek een nieuwe tijd aangebroken in de betrekkingen tussen Nederland en Indonesië. Toch bleek het onderlinge wantrouwen nog zeer groot. Het geschil omtrent de toekomstige status van Nieuw Guinea werd al snel onoplosbaar en deed de relatie tussen Nederland en Indonesië verkillen. In 1 960 werden de diploma tieke betrekkingen verbroken en hing een oorlogsdreiging in de lucht. Door de Irian-kwestie was de positie van Indische Nederlanders en Warga Negara's van Nederlandse afkomst zeer moeilijk geworden. Tussen de cember 1957 en september 1958 moes ten vrijwel alle Nederlanders binnen de staat Indonesië het land, vaak hun geboorteland gedwongen verlaten. Door de sterke anti-Nederlandse ge voelens binnen delen van de Indone sische samenleving werd het voor hen die voor Indonesië hadden geopteerd, steeds moeilijker. Gelukkig konden velen later via de spijtoptanten-regeling naar Nederland komen. Mijn indruk is dat de Indische cultuur een échte vertel-cultuur is. Men blijkt zich enorm veel te kunnen herinneren en kent vele verhalen en aardige anek dotes. Herinneren heeft ook een eigen dynamiek. Tijdens het interviewen valt me steeds weer de grote gastvrijheid op van de mensen bij wie ik aan huis (lees verder volgende pagina) RETOUR BANGKOK vaM .480,-- ff*ï*W RETOUR JAKARTA v af 1.695,-- 31-daagse verzorgde reis JAVA en Bali v.a. f 3.670,-- garantiefonds REISGELDEN RETOUR BALI v.a2.150.-- RETOUR AUSTRALIË v.af 2.595,-- Singel 486 - 1017 AW AMSTERDAM Tel. 020 - 23 74 84 ■MvnZ Z3 Laan van Meerdervoort 291 DEN HAAG r»l'/yM* Tel. 070 - 61 50 78 Rokin 52 - AMSTERDAM - Tel. 020 - 24 25 38 8

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1988 | | pagina 8