Ingatans van een
Nonna Griffel (II)
9
"Wat wil je worden?" vroegen mijn ouders, toen het eindexamen H.B.S.
naderde. Een vraag die ik allang vreesde, want wat ik ook zou opnoemen, het zou
toch nooit hun goedkeuring wegdragen, daar kende ik m'n conservatieve ouders
te goed voor. Balorig begon ik toen maar met wat me het meest onmogelijk
toescheen.
"Balletdanseres!" "Geen denken aan, wat een onzinnig idee! Veel te vermoeiend,
een Anna Pavlova word je toch nooit!" besliste m'n stiefmoeder, met een
angstige blik naar m'n vader. Mijn vader zweeg en keek melancholiek naar
buiten. Een tragische valse schaamte kwam er bij hem om de hoek kijken. Zijn
Javaanse moeder was serimpih-danseres geweest aan de kraton van de
Soesoehoenan van Solo. Zijn vader had 't niet nodig gevonden haarte trouwen,
dat zou z'n carrière bij 't KNIL geschaad hebben. Mijn vader had oprecht veel van
z'n moeder gehouden, doch hij sprak nooit over haar. Al z'n kinderen waren dol
op dansen, maar zijn moeder had in de bijgebouwen moeten blijven als z'n vader
bezoek van z'n collega's kreeg.
Zelf vond hij dansen iets prachtigs,
maar hij was bang weer voor "Indisch"
te worden uitgemaakt, dus legde hij
zich in z'n verwarring maar stilzwijgend
neer bij de beslissing van z'n strenge
Hollandse vrouw.
Ik waagde een tweede poging. "Toneel
speelster". "Mijn dochter op de plan
ken? Nooit!" brulde m'n vader, totaal
vergetend hoe verliefd hij op z'n eerste
vrouw - mijn moeder - was geworden,
toen hij haar in 't Amsterdamse ama
teurtoneelgezelschap voor 't eerst aan
schouwde. Helaas leefde mijn eigen
moeder niet meer om de kunstzinnige
neigingen van haar dochter te onder
steunen. En toneelspelen was toén,
begin twintigste eeuw, alleen maar
leuk als artistiek tijdverdrijf voor onge
trouwde jongemeisjes. Een beroeps
toneelspeelster was in de ogen van
mijn vader een losbandig wezen, voor
al als ze met haar mannelijke tegen
spelers liefdesscènes ten uitvoer moest
brengen.
mocht komen. Je wordt steeds vrien
delijk ontvangen en kunt rustig een
hele poos blijven.
Ook krijg je steeds koffie of thee
aangeboden en allerlei lekkere Indische
hapjes zoals lemper, pasteitjes en
kleine loempia'tjes!
Langs deze weg dank ik iedereen
nogmaals voor uw hulp bij mijn onder
zoek. Tegelijkertijd zou ik aan MOES-
SON-lezers het volgende willen vragen:
Zou een ieder die als spijtoptant naar
Nederland gekomen is en belangstel
ling heeft voor mijn onderzoek, een
briefkaart willen zenden met naam en
adres? U krijgt dan binnenkort de vra
genlijst thuisgestuurd en kunt daarna
beslissen of u mee wilt werken aan
een eventueel interview. Ook ben ik
benieuwd of een Moesson-lezer mij
kan vertellen wanneer het begrip spijt
optant voor het éérst werd gebruikt.
Mijn indruk is dat dit rond het jaar
"De school voor de Haute Couture" zei
ik zorgeloos, want ik wist van te voren
wat voor commentaar ik zou krijgen.
Mijn vader knikte goedkeurend, want
hij had allang opgemerkt wat voor
belangstelling ik voor de mode had en
hoe ik vaak voor m'n plezier japonnen
en klederdrachten tekende en ontwierp.
Bovendien woonde er een schoon
zuster van hem in Parijs, daar kon ik
dan mooi bij in huis komen. Doch juist
om die schoonzuster, een zuster van
m'n eigen, jonggestorven moeder, werd
de jaloezie van m'n stiefmoeder ge
wekt en torpedeerde ze 't onmiddellijk
met steekhoudende argumenten. "Dan
kom je in de mode-branche terecht en
dat is een keiharde samenleving, met
veel concurrentienijd, en daar ben jij
niet tegen opgewassen" schamperde
ze. Gedeeltelijk had ze gelijk, maar 't
werd wel steeds duidelijker dat er met
mijn eigen wensen en aanleg nooit
rekening zou worden gehouden.
"Kunstnijverheidsschool" bracht ik er
met de moed der wanhoop uit, want
1957 is geweest.
Wilt u uw reactie (liefst vóór zaterdag
5 november a.s.) sturen naar:
Richard N. Voorneman
Van der Helstplein 20 III
1073 AS Amsterdam
tel.: 020 - 6 64 52 44.
Noot:
Moesson en het I.W.I. onderhouden
vele contacten met studenten die een
Indisch onderwerp bestuderen. Ri
chard Voorneman is behalve een aar
dige jongen ook een serieuze student
die uw vertrouwen waard is. Wie
misschien mocht twijfelen om deel te
nemen aan zijn onderzoek willen wij
oproepen om Richard Voorneman
royale medewerking te verlenen, ook
en vooral omdat zijn onderzoek een
vastlegging zal worden van een deel
van onze Indische geschiedenis.
REDACTIE
dat had ik 't liefste gewild, maar uit
tactische overwegingen niet 't eerste
genoemd, Doch ook die keuze vond in
de ogen van mijn ouders geen genade,
want dat beloofde een bohemienleven
in Amsterdam waar zij geen controle
op konden uitoefenen; ik zou daar
maar naar de verfloddernis gaan! (on
danks, of misschien juist door? hun
overdreven strenge opvoeding).
Van een universitaire opleiding in Ne
derlandse taal- en letterkunde kon ook
geen sprake zijn, dat was te kostbaar,
er waren ook nog andere kinderen om
op te voeden, en bovendien "je moet
niet al te intelligent gaan lijken, anders
krijg je nooit een man!" vond mijn
vader. "Maar er zijn toch genoeg gestu
deerde vrouwen ook getrouwd?" pro
testeerde ik. "Dat kunnen nooit goede
huwelijken zijn geworden", orakelde
het gezinshoofd anno 1934.
Toen nam mijn stiefmoeder, een door
en door praktische vrouw, maar de
leiding. "Kies een beroep datje hier in
Indië kunt volgen en dat je vader kan
betalen", zei ze. "Verpleegster" zei ik
vertwijfeld, want ik voelde al waar 't op
uit zou draaien. "Dat is een hondenbaan,
daar moet je een ijzersterke gezondheid
voor hebben en dat heb jij niet",
commentaarde m'n stiefmoeder en he
laas had ze gelijk. M'n vader keek
woedend; 't idee dat zijn dochter
vreemde mannen zou moeten verple
gen! Als ik dan per sé in de verpleging
wou zou 't alleen op de kinderafdeling
mogen.
"Je kunt kiezen tussen steno-typiste
of onderwijzeres", decideerde m'n stief
moeder. Een laatste eigen initiatief
was me dus nog overgelaten, al was 't
maar heel weinig. De keuze was niet
moeilijk voor me; 't idee dat ik klakke
loos de brieven van tyrannieke chefs
moest overtypen trok me niets, dus
koos ik lamlendig de onderwijsop
leiding. M'n ouders waren tevreden,
dat was precies wat ze allebei in hun
hoofd hadden gehad. "Dan kun je later
je eigen kinderen les geven als je met
een planter getrouwd bent", zeiden ze
ter opwekking. M'n vader was suiker
planter, dus kon ik in hun ogen geen
andere wens koesteren dan ook met
een planter getrouwd te zijn. In stilte
bedankte ik daar feestelijk voor; het
eenzame plantersleven hing me allang
de keel uit, en de dictatoriale wijze
waarop mijn stiefmoeder me had les
gegeven was van een onvergetelijke
ellende geweest en nimmer iets ter
navolging.
De show was over en m'n ouders
waren zeer tevreden over zichzelf en
over de liberale wijze waarop ze hun
dochter haar eigen studiekeuze hadden
laten maken; al hun kennissen moesten
er naderhand over horen.
Hoewel deze beroepskeus me dus
eigenlijk is opgedrongen, heb ik er
achteraf later nooit spijt over gehad. In
zekere mate heb ik er zelfs in mijn
verdere leven profijt van gehad, al was
't dan op een andere wijze dan mijn
ouders het zich hadden voorgesteld!
L.A.