Integratie van de Indische Nederlanders in Gemert 'Een van de ingrijpendste gebeurtenissen in heel de geschiedenis van Gemert, is volgens mij de komst van de Indischen in 1 951Het is alweer een tijdje geleden dat ik deze uitspraak ergens opving, maar ze is me bij gebleven en werd voor mij (lid van de zogenaamde tweede generatie Indische Nederlanders) aanleiding mij in deze zaak te verdiepen. Ook groeide vooral de laatste jaren het besef dat de tijd dringt. Immers met het verstrijken van de jaren zal het steeds moeilijker worden getuigenissen te verkrijgen van mensen, die uit eigen ervaring hierover kunnen spreken. "Gemerts Heem" is de naam van een tijdschrift met artikelen op gebied van geschiedenis, archeologie, volkskunde, ge nealogie, dialect enz. van de Brabantse gemeente Gemert. In het nummer van december 1987 van dit tijdschrift ver scheen het artikel "Integratie van de Indische Nederlanders in Gemert", dat wij hieronder met toestemming van de schrij ver - waarvoor onze dank - verkort overnemen. Eén van de ingrijpendste gebeurte nissen Of men deze bewering overdreven vindt, zal sterk bepaald worden door de opvatting van wat men onder ge schiedenis verstaat. Verstaat men er onder vooral het geheel van de activi teiten van gezagsdragers en hun wet gevende arbeid, öf zoekt men het liever op het niveau van de verande ringen in mentaliteit, gedrag, denken en doen van "het volk"? Naarmate men meer de laatste opvat ting is toegedaan zal men ook de komst van de Indischen naar Gemert kwalificeren als "ingrijpend". Want veranderingen in mentaliteit, in gedrag, in denken en doen van het volk, vonden wel plaats door de komst van de "Indische-Nederlanders". Tot 1 950 bestond de Gemertse bevol king voor het overgrote deel uit "echte Gimmerse" met hier en daar een enkele aangehuwde uit de dan toch meestal allernaaste omgeving: allen blanken, met eenzelfde afstamming, met een zelfde (lagere) scholing, eenzelfde godsdienst, eenzelfde leefpatroon, hetzelfde dialect, dezelfde eetgewoon ten, enz., enzEind 1950 telde Gemert 9621 inwoners. In 1951 komen de Indische Nederlan ders (bij de ouderen onder ons beter bekend als Knillers) in Gemert, circa 120 gezinnen van gemiddeld vier personen; dat is dus 5% van de totale bevolking: mensen met een totaal andere achtergrond, een heel andere cultuur, andere denkpatronen en waardeoordelen, nogal wat protestan ten en in ieder geval allen opgegroeid in een godsdienstig pluriforme gemeen schap. En zij spraken geen woord Gïmmers, wat niet henzelf als groep onderscheidde binnen de Gemertse gemeenschap maar wat ook een enorme verandering bracht voor de Gemertsen zelf, van jong tot oud, die nu immers werden aangesproken in het Nederlands en in die bij velen ongebruikelijke taal zelf moesten ant woorden. De Indische Nederlanders hadden ook vrijwel allemaal een andere huidskleur, een andere smaak van zich kleden, een andere manier van lopen, andere verhoudingen binnen het gezin. En zij aten ander voedsel: de rijstimport in Gemert steeg met enkele duizenden procenten; in de winkels werden krui den gevraagd waar men nog nooit van gehoord had, door Gemerts straten dreven totaal andere etensluchtjes dan tevoren. Hoeveel precies is moeilijkte bepalen, maar dat dit alles een enorme invloed heeft uitgeoefend op het leven van de Gemertse bevolking is wel zeker. Hoe verliep de entree in Gemert? De aankondiging van de komst van zo'n grote groep Indische Nederlanders in het niet zo grote Gemert werd met gemengde gevoelens ontvangen en besproken. Er was in die beginjaren na de oorlog nog een groot woningtekort en heel wat trouwlustigen wachtten al jaren op een huis: er was veel in woning bij de ouders thuis, heel wat paren hadden de huwelijksdatum als maar opgeschoven. En nu zou opeens een grote groep "vreemdelingen" be slag komen leggen op zo'n honderd huizen die bijna gereed waren of op het punt stonden gebouwd te gaan worden. Daartegenover stond echter het gegeven dat iedere gemeente die huizen wilde bouwen of ter beschik king stelde aan "repatrianten", een "beloning" kreeg van het Rijk in de vorm van extra woningbouwcontin- genten. Gemert dat 120 huizen ter beschikking stelde aan Indische Ne derlanders, kreeg om die reden een extra toewijzing van twaalf woningen. Een niet onbelangrijk aantal wanneer men bedenkt dat het jaarcontingent voor woningbouw in Gemert in 1950 lag op 32 en in 1 951 op 90 woningen. In twee jaar tijd konden in Gemert in totaal dus 242 huizen gebouwd worden: 120 woningen voor "repatrianten" en 122 plus 12 woningen voor eigen inwoners. Voor de laatsten was het dus even "pijn" lijden - de repatrianten gingen voor om er uiteindelijk beter van te worden. Wel vroeg men zich in Gemert af of zulk een grote invasie geen ernstige achteruitgang zou betekenen van het saamhorigheidsgevoel, het eigen karakter van Gemert, van het "wij kennen elkaar allemaal" en wij be grijpen elkaar goed. Van de andere kant: de entree van zo'n grote groep brengt nieuw leven en betekent een economische impuls. Wat dit laatste betreft, de Gemertse middenstand zag het wel zitten, zo'n forse uitbreiding van de cliëntele. Na enige tijd in opvangcentra (de z.g. contractpensions) te hebben doorge bracht, kwam op 1 8 februari 1 951 het eerste gezin, de familie Falkenburg, in Gemert aan. De kennismaking op het onofficiële vlak verliep wat voorzichtig van beide kanten. De "Gïmmerse" moesten wat wennen aan die vreemde huidskleur en blauwzwarte haren, snoven wat onwennig de etensgeuren op, bewonderden de veelkleurigheid van hun kleding en waren verrast dat die mensen Nederlands spraken en "gewoon beschaafd" en ontwikkeld waren. Ook de Indische Nederlanders moesten wennen: aan het klimaat, aan de ge slotenheid en kleine afmetingen van de huizen en ook aan de aarzelende openheid en soms afkerigheid die zij ondervonden van de GTmmerse. Zij hadden veel geleden tijdens de oorlog en zij waren dan ook wat teleurgesteld dat dit niet méér begrip en waardering opbracht want zij waren toch niet voor hun plezier naar (Nederland) Gemert gekomen. Hoe het verder ging. De eerste 24 gezinnen die in februari 1951 in Gemert kwamen vonden huis vesting op de Molenakker, vooral in de Wassenaarstraat. Gemert bouwde drif tig verder. In snel tempo werden de Molenakker ende Berglaren bebouwd. In december 1951 kwam de tweede groep KNIL-gezinnen, die vooral huis vesting vond op de Berglaren. De "Gïmmerse" hadden de neiging om de "Indischen" als één groep te zien. Maar zo eenvoudig was het niet, vele Indische gezinnen waren totaal vreemd voor elkaar, hadden op duizend kilo meter afstand van elkaar gewoond. Maar er waren toch die gemeenschap pelijke factoren van het land van her komst, van cultuur en gewoontes en die leidden ertoe dat ze elkaar opzochten en bij elkaar gezelligheid probeerden te vinden. Dit werd aanleiding om nog in dat zelfde jaar een vereniging op te richten. Men noemde deze vereniging O.N.I. (Ontspanning Na Inspanning). Door de toename van het aantal leden moest men uitzien naar een zaal zodat men maandelijks een samenkomst kon organiseren. Deze samenkomsten 10

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1988 | | pagina 10