BRIEVEN o OVER... Gasten en Toeristen (2) Indisch monument Gasten en Toeristen (I) HOE KOM IK ER MET GOED FATSOEN VAN AF GEMERT Sinds de 30 jaren dat wij geabonneerd zijn op Tong-Tong/Moesson hebben we nog nooit zo'n "eigenaardig" commentaar gelezen (om het maar zacht uit te drukken) in de rubriek "Bij de voorplaat" als in Moesson van 1 oktober jl. In plaats van ons te vertellen waar deze schitterende foto is genomen, betrekt R.B. ons in zijn morbide nieuwsgierigheid naar de inhoud van damestassen, waar geen normaal mens in is geïnteresseerd. H. VAN VREENINGEN Velp N.B. Noot redactie: Drs. R. L. Mellema fotografeerde de damestassen op Bali, in Kintamani om precies te zijn. Wat uitstekend getroffen, uw vocr- plaatartikel in Moesson van 1 oktober jl. Die dames zitten daar net zoals ze altijd zitten wanneer ze in een voor hen vreemd land op safari zijn. Je kan ze hier in Nairobi horen kletsen: "Ja, mijn man zaliger zei altijd: nooit te dicht in hun buurt komen, wantje weet maar nooit". En die andere dame: "nou, je hoeft heus niet zo bang te zijn hoor, ik heb een beetje Maleis geleerd en als je ze maar op een goeie diplo matieke, psychologische manier be nadert hèdan vallen ze echt wel mee hoor, in het gebruik!" En zo kan ik nog wel een poosje doorgaan. Het is jammer, heel erg jammer, ver schrikkelijk jammer dat vele landen het van dit soort toeristen moet heb ben. Wij Europeanen hebben al heel wat heilige huisjes omver gelazerd en dan zeggen we nog dat we uit een geciviliseerd gebied komen. Het wordt toch eigenlijk tijd dat de rollen eens worden omgedraaid en dat wij. Euro pees continent worden "vrijgemaakt" door landen met een veel hogere cultuur en dan eens echt gaan leren hoe we ons moeten gedragen! WIL ERADUS Nairobi (Kenya) Een wens: Een bamboebosje bij 't Indisch monument. Het doet goed dat er eindelijk een plek voor ons is. Altijd als je er langs komt liggen er bloemen. Maar het is zo weinig tropisch. Een klapperboom is natuurlijk teveel ge vraagd. In het park Arendsdorp staat een Chinese bamboe. Er zijn dus toch soorten die hier gedijen. Zou de plant soenendienst er voor te vinden zijn? Ik zou nog zo graag de wind eens horen ritselen door de bamboe bladeren. LOEKE 't HOOFT Bamboe - een bepaalde soort - doet het inderdaad heel goed in dit Neder landse klimaat. In Wassenaar staan b.v. al tientallen jaren dichte bossen, maar ook elders komt men bamboe tegen. Die zou zeker ook bij het Indisch Monument geplant kunnen worden. Of de ontwerpster ooit van bamboe gehoord heeft? Misschien komt het nog, het monument is er per slot ook gekomen. LD 4 om een vochtige atmosfeer te schep pen. Een schaaltje met water rond de pot is ook aan te bevelen. Om de veertien dagen bemesten. Ze kan van het voorjaar tot de herfst bloeien. In het voorjaar als de plant gesnoeid moet worden kunnen de takjes daar van gestekt worden. Stekken van 6 tot 1 0 cm lengte oppot ten in aarde; ongeveer de helft van het stekje in de grond stoppen. Een plastic hoesje eroverheen om teveel verdam ping te voorkomen en een warme ondergrond, bijv. radiator of boven op de warme schoorsteen. Na drie weken zal het stekje geworteld zijn. Het is ook mogelijk het stekje in water te laten wortelen. Deze laatste methode heb ik geprobeerd. Het plantje is nog klein en teer maar toch zitten er al drie bloemknopjes aan. Als het plantje goed groeit kan men het topje voor zichtig uitknijpen, het gaat zich dan vertakken. Stekjes nooit in de zon zetten, wel op een lichte plaats. NETTY SELDER Vanmorgen luisterde ik als op elke donderdagmorgen naar het zeer inte ressante radioprogramma van Willem Wever. Er werd iets gevraagd over hoofd-luis.Toen kwam er opeens een geweldige kriebel bij mij boven, om hierover iets in Moesson te schrijven. Na een gratis verblijf van een half jaar en een paar dagen, in de grote ge vangenis van Lowokwaroe en in een cel van het P.I.D. te Malang kon ik vrij onverwacht naar Huis. Ik had het geluk direkt een dogcar te bemachtigen en reed als eerste met nog een oudere dame onze woonwijk Tuindorp binnen. Mijn moeder en zuster zaten aan tafel, toen ik opeens binnen kwam. Ik zal het nooit vergeten. Na de eerste vreugde volle begroeting, zag ik alleen nog maar die witte rijst en de gebakken kip. Dat ik toen niet doodziek ben geworden, begrijp ik nog niet, maar van de kip was nog maar een kwart over; en de rijstDaarna mangistan. Toen pas kwam het in me op, dat ik vele medegasten bij me had. Met de klerenluizen en ander spul ging dat betrekkelijk gemakkelijk. Een petro- leumblik met kokend water en een scheutje van carbol of zoiets, en dan maar flink laten doorkoken. Maar die vreselijke dingen op mijn hoofd! Op het eind van de bezetting hadden we toch niets! Flink met petro leum. Dat hielp al een stuk. Toen kwam mijn zuster op het lumineuze idee. Naarde kapperen een permanent wave. Herinnert u zich nog hoe dat vroeger was? Je kreeg allemaal van die zware knijpers op je hoofd verbonden aan draden. Gloeiend heet waren ze en loodzwaar. Met beide handen moest je je hoofd rechtop houden, want het dreigde of naar links of naar rechts om te vallen. Met loden sloffen (schoenen had ik niet meer) en zeer gegeneerd ging ik naar de kapper. Het was een Fransman op Tjelaket, die niet knijp was gezet. "Mijnheer, wilt u me wel helpen? Ik heb luizen op mijn hoofd". Ik schaamde me dood, maar heel vriendelijk was het antwoord: "U heeft zeker in de gevangenis gezeten! U bent niet de eerste, die met luizen binnenkomt. Ik zal u er eens heel vlug afhelpen. Ook van die neten. Was het heel erg? Bent u nog gemarteld?" Waarop ik heel vlug geantwoord heb: "Fijn, dat u me wilt helpen, maar a.u.b. vraag me niets over dat andere, want ik wil er niet weer in!" Ik ben er met goed fatsoen af gekomen, en hij liet me niets betalen. Juist in moeilijke tijden leer je je medemensen kennen en waarderen. WIL HAZENBERG-VERBEET In het artikel "Integratie van de Indische Nederlanders in Gemert" in Moesson van 15 oktober jl. was helaas de naam van de auteur weggevallen. Die auteur was de heer K. Cornelissen. 13

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1988 | | pagina 13