Good morning Bali
Monument Jongenskampen
Gedeeltelijke
ontruiming Begraafplaats
BU DE VOORPLAAT (Foto: archief R. L. Mellema)
Eerder schreef ik het al: een (oud)
mens is een wandelend vat vol herin
neringen. Bij sommige liggen de leuk
ste bovenaan, bij anderen hebben de
nare dingen het vat tot aan de rand
gevuld.
Nu heeft Bali nooit zo goed in mijn
herinnering gelegen, maar toen ik
deze prachtige foto van Mellema onder
ogen kreeg, graaide ik toch even in
mijn vat en haalde er het volgende uit.
In 1946 zat ik beroepshalve bij de
Regerings Voorlichtings Dienst en
pleziershalve bij Welfare. Met mijn
broer Lud die bij Radio Soerabaja zat
als pianist en orkestleider, zong ik wel
eens wat om de moed erin te houden.
Niet zozeer die van anderen dan wel
die van mezelf.
De combinatie van die twee "halven"
resulteerde in een opdracht om met
Lud op tournee te gaan. Naar Bali, wel
ja. De NIWIN was nog niet zover met
het uitzenden van Nederlandse be
roepsartiesten, bovendien was Bali
toen nog niet het money-making toe
risten-paradijs wat het nu is, maar een
eiland waar een kudde Rode Olifanten
mensenrechten onder de voet liep, om
maar even in de terminologie van de
dienstweigeraars te spreken.
We zouden optreden in de posten van
de Gadja Merahs, de Infanteristen van
het KNIL, die, arme drommels, net uit
Siam, waren ingezet om de herrie met
de onrustzaaiers in Bali op te knappen.
"Wedden dat ze er niet eens een
behoorlijke piano hebben", zei ik. "Ik
speel op alles dat zwarte en witte
toetsen heeft", aldus een optimistische
Lud.
In Den Pasar in het Bali hotel hadden
we ons eerste optreden. Met een
redelijk gestemde vleugel, waarop Lud
op verzoek Beethoven, Chopin en
Gershwin kon spelen. De Rhapsody in
Blue slokte zoveel tijd op, dat mijn
vocale (wan)prestaties niet aan bod
hoefden te komen, en ik die eerste
nacht in Bali met een rein geweten kon
slapen.
Onze volgende post was Tabanan aan
de westkust, tegen de heuvels aan. Er
werd een oude piano van het Bali hotel
in een legertruck gehesen en ik zag
Lud bleek wegtrekken. Die piano hiel
den we de gehele tournee, op het
laatst stemde het ding zichzelf weer
zuiver geloof ik, of we raakten aan een
totaal andere toonzetting gewend.
Tabanan, grauwe lemen muren om
slordige huisjes. Lelijke blote vrouwen
met ongekamde haren, stof. Daar is
wel wat veranderd geloof ik in de
afgelopen 42 jaar, toen zag ik Bali
alleen als onvriendelijk, stoffig, onbe
grijpelijk. Wat een verschil met onze
openhartige, groene kampongs op
Java, de mensen, ook de armsten altijd
gekleed, gekamde haren.
"Je komt hier om te zingen, niet om je
te ergeren", zei Lud droog. We speel
den in een schooltje voor een stuk of
50 jongens die in de loop van de avond
gingen en kwamen. Aflossen van de
wacht. Lud speelde alles waar men om
vroeg, de jongens zongen om het
hardst mee. De valse piano hoorde je
niet meer. Om 10 uur was het feest
afgelopen. De stilte viel als een blok
overTabanan. Geen schot hoorde ik....
Heel vroeg was ik opgestaan, de eerste
die van de badkamer gebruik maakte.
Ik ging voor het huis op een muurje
zitten. Ineens stond hij naast me, een
Indische jongen die een sjekkie rolde.
Khakihemd met opgerolde mouwen,
geen distinctieven. "Goeiemorgen".
"Dag", zei ik en schoof een eindje op.
"Het was erg leuk gisteravond". Hij
stelde zich voor. Zijn naam ben ik
kwijt, sergeant. Ik zal hem maar Paul
noemen in de rest van mijn verhaal.
"Zal ik je wat van de omgeving laten
zien?" vroeg hij, "er zijn dingen die wel
mooi zijn". Het klonk als een veront
schuldiging. "We moeten om 9 uur
weg", zei ik. "0, met een half uurtje
zijn we terug". In de jeep vertelde hij
iets van zichzelf. Getrouwd, voor de
oorlog goede baan in Soerabaja. "Mijn
dochtertje was nog geen drie toen ik
wegging. Heel even heb ik mijn vrouw
en kind kunnen zien aan de Oedjoeng
voor we hierheen gingen. Ze kende
haar eigen papa niet eens. Zes jaar is
ze nu, zo n grote meid, niet te ge
loven
Hij stopte bij een zijweggetje. "Ik zal je
een puri laten zien". Paul legde me het
verschil uit tussen een puri en een pura
terwijl we langs een paar huisjes en
lemen muren liepen. Daar stond de
tempel. Een heel mooi bewerkte poort,
toegang tot een complex van voor mij
totaal onbegrijpelijke bouwsels. Kun
stig bewerkte reliëfs. Kambodja's die
de puri overschaduwden. Paul legde
me wat uit, ik luisterde maar half, kon
bijna een "laten we weggaan" niet
onderdrukken.
Opeens stond ze daar, in de poort
opening. Een klein meisje met een
ernstig gezichtje. Niet nieuwsgierig,
niet verbaasd, een beetje doordringend
naar ons kijkend.
Paul greep me bij mijn elleboog, duwde
me in de richting van de poort. "We
zijn onder schot" fluisterde hij, "door
lopen, naar dat kind". Ergens achter
een tempeltje of in een boom moest
een sniper zitten, ik durfde niet te
kijken, niet te denken. We hadden de
poort bereikt, liepen de trap op naar
het meisje. Ineens draaide ze zich om,
liep weg en verdween in een huis. We
waren onze dekking kwijt, maar die
was niet meer nodig. We renden naar
de jeep. Even voor we erin sprongen,
werden we beschoten. De sniper miste
ons in alle standen, de afstand was te
groot en daar waren die muren die ik
zo afgrijselijk vond!
Ik heb Paul na Tabanan niet meer
gezien of gesproken. Een paar jaar
later herkende ik hem ineens op het
vliegveld in Soerabaja. Een meisje aan
zijn arm bungelend, naast hem zijn
vrouw met een baby op de arm.
Goodbye Bali, farewell forever. LD
Op het Ereveld Kalibanteng te Sema-
rang werd op 22 september jl. het
monument "Jongenskampen Bang-
kong-Gedungjati" onthuld. Een kopie
van dit monument zal op donderdag
10 november a.s. op het terrein van
Bronbeek aan de Velperweg 147 te
Arnhem worden onthuld door Prins
Bernhard. Hoewel deze plechtigheid
een besloten karakter draagt, zijn
belangstellenden welkom om de ont
hulling gade te slaan. De plechtigheid
vangt aan om 15.00 uur. Belangstel
lenden wordt verzocht om 14.30 u.
aanwezig te zijn.
Voor meer informatie kan men zich
wenden tot het:
Comité Jongenskampen Bangkong-
Gedungjati
Populierestraat 5
4431 CL 's-Gravenpolder
tel. 01103 - 2380
Van het Ministerie van Buitenlandse
Zaken is bericht ontvangen, dat de
gravendienst te Jakarta de gedeelte
lijke ontruiming voorbereidt van de
begraafplaats Kober Kecil. Deze be
graafplaats heeft vroeger bekend ge
staan als Laanhof en daarna als
Petamburan. De graven die ontruimd
zullen worden, liggen in blok ICP nr. 1
t/m 5.
Wanneer de Indonesische autoriteiten
definitief tot ontruiming zullen beslui
ten, zal de datum van uitvoering worden
vastgesteld en zullen de naamlijsten
van de te ontruimen graven worden
bekend gemaakt. Tevens zullen dan
gegevens worden verstrekt over de
mogelijkheden van eventuele herbe
graving. Deze informatie zal ook in
Moesson worden gepubliceerd.
Omdat de ervaring heeft geleerd, dat
informatie over de ontruiming van be
graafplaatsen Nederland te laat wil
bereiken, wordt nabestaanden gead
viseerd nu al voorbereidingen te tref
fen voor een eventueel gewenste her
begraving of crematie. De Directie
Algemene Zaken van het Ministerie
van Buitenlandse Zaken is bereid -
waar nodig - te bemiddelen. Het post
adres van dit ministerie is:
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
tel. 070 - 48 47 70
2