mm IN MEMORIAM SULTAN HAMENGKU BUWONO IX v- -■/•X... -- EEN VORSTELIJKE UITVAART Hét Moessonnummer van 1 oktober 1 988 met het artikel van Paul Filon over het bezoek van Sultan Hamengku Buwono aan zijn gezin in maart van dit jaar, bereikte mij uitgerekend precies op de dag dat de sultan naar zijn laatste rustplaats werd gereden op de heuvels bij Imogiri. De reactie van de bevolking was overweldigend. Niet alleen maar duizenden, maar we kunnen gerust zeggen honderdduizenden stonden langs de weg die de rouwstoet volgde. En degenen die de dag tevoren de sultan nog een laatste groet wilden brengen in de Bangsal Kencono, moesten zeker drie uren in de rij staan, voordat ze het paleiscomplex konden binnen gaan. Vrijdag 7 oktober werd het stoffelijk overschot van de sultan overgevlogen van Jakarta naar Yogya. Reeds toen al stonden tienduizenden langs de weg tussen Ambarukmo en de noordelijke alun-alun. Na aankomst in de Bang sal Kencono werd voor de geopende lijkkist (die 300 kg woog) het huwelijk voltrokken van zijn vier zoons die eigenlijk pas in november zouden trouwen. Daarna werd de kraton open gesteld voor iedereen die de overleden vorst nog een laatste hulde wilde brengen, d.w.z. van vrijdag 10.00 u. tot zaterdagmorgen 06.00 uur. Van heinde en ver waren ze toegestroomd, heel eenvoudige mensen. Zaterdagmorgen brachten president Soeharto en Bu Tien hun condoleance- bezoek. Tegen acht uur werd de lijk kist de kraton uitgedragen en in de witte lijkkoets geplaatst die in 1 938 in Nederland besteld was door de vorige sultan, Hamengku Buwono VIII en die daarin ook ten grave werd gereden in 1 939. De koets was versierd met witte orchideeën en werd getrokken door 8 paarden. Onderweg werd drie keer van paarden gewisseld. De hele tocht duurde 5 uren, zodat pas tegen 3 uur 's middags Imogiri bereikt werd, precies op tijd voor de Azan, het namiddag gebed in de Islam. De lijkkoets werd ook vergezeld door de ambassadeurs van Nederland, de Verenigde Staten en Australië, die ook mee mochten naar Hastarenggo, dat gedeelte van Imogiri waar ook de naaste voorgangers van Hamengku Buwono begraven liggen. Het was een grote eer voor de ambassadeurs dat zij daar binnen mochten gaan. Zoals ik hierboven reeds zei, honderd duizenden stonden langs de route opgesteld om hun vorst een laatste vaarwel toe te wuiven. Als het kon probeerde men de koets aan te raken, om zo de laatste zegen (berkah) van de sultan te ontvangen. Spontaan strooide men bloemen op de weg. Deze massale uitbarsting van aan hankelijkheid is voor sociologen en psychologen interessant om te analy seren. Hoe kan men een en ander verklaren, omdat de sultan, ook al was hij officieel gouverneur van de provincie Een laatste groet.. Honderdduizenden mensen zijn samengestroomd op de grote Alun-Alun om voor de allerlaatste maal hun vorst te groeten als de witte lijkkoets langzaam voorbij rijdt. (Foto's: Tempo) Yogyakarta, meestal in Jakarta ver bleef. Hij bleef een persoon die "a low profile" speelde, de man op de achter grond. Men kan gerust zeggen, dat Hamengku Buwono het zwijgende geweten was van het Indonesische volk. Zijn zwijgen was soms veel zeggend. Zijn "ja" was "ja" en zijn "neen" "neen". Ook zijn eenvoudige stijl van leven was een zwijgend protest tegen de groeiende sfeer van materialisme in de huidige Indone sische maatschappij. Hij verrijkte noch zich zelf noch zijn zoons of familie. Waarom verbleef hij meestal in Ja karta? In de eerste plaats om een vinger op de pols te houden van het nationale leven. In de tweede plaats om daar een normaal gezinsleven te leiden, waar hij samen met vrouw en kinderen de maaltijd kon gebruiken. Vooral met zijn laatste echtgenote, Norma, een Menadonees meisje uit Bangka, moet hij een normaal gelukkig leven hebben geleid alstussen man en vrouw. In Yogya zou het ondenkbaar zijn dat zijn "garwa" (echtgenote) hem in het openbaar een zoen gaf. In Jakarta kon dat, met Norma! Wie zal hem opvolgen, als hoofd van het vorstelijke huis en als gouverneur van Yogyakarta? Voor dit laatste moet de formele weg worden gevolgd, dwz dat de provinciale raad drie namen voorstelt aan de minister van binnen landse zaken. Maar daaraan vooraf gaand is natuurlijk één en ander al beklonken. Door de familie van de sultan en door de president. Ofschoon de sultan geen opvolger heeft aange wezen gaf hij zijn oudste zoon toch een titel die in die richting wees. Namelijk Mangkubumi. Wie zou als nummer twee op de lijst staan? Mis schien prins Poeger, een jongere broer van de sultan die nu directeur generaal is voor culturele zaken? De volgende maand zullen we het weten. DICK HARTOKO 4

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1988 | | pagina 4