Krontjong
Bijzondere ontmoetingen
SCHOON VER VAN U.
Schoon ver van U
f i <t
Schoon ver van U blijf ik steeds aan U denken.
Geprangd door rouw, geheel vervuld van smart.
Waar dag noch nacht mij enig rust kan schenken.
Naar U alleen naar U verlangt mijn hart.
Waar dag noch nacht mij enig rust kan schenken.
Naar U alleen naar U verlangt mijn hart.
Als ik herdenk: die saam doorleefde tijden.
Dan bloedt mijn hart, ach, hoor toch mijn geween.
Na alle vreugd volgt thans ook bitter lijden.
In angst en smart vlie'n al mijn dagen heen.
Na alle vreugd volgt thans ook bitter lijden.
In angst en smart vlie'n al mijn dagen heen.
Moderato CKora»
Tekit eo Muziek:
FRED. BELLONI
Naar U al - leeo
Waar dag oodi nacht
Na al - le vreugd
Ge prangd door rouw
Dan bloedt ml)n ha
U ver - langt mijn
vlie'n al mlln da - gen
Waar dag nog
volgt thans ook bit
Q. A 6 Co 5714
Q Kb Co.5714.
De zomer van dit schrikkeljaar heeft
mij verrast met naar mijn mening ver
meldenswaardige ontmoetingen.
INDONESIË NADERBIJ
Nee, dit opschrift heeft niets te maken
met het gelijknamige tijdschrift, maar
met geheel onverwachte aangename
contacten met Indonesiërs die slechts
voor korte tijd in Nederland waren,
hetzij als toerist hetzij voor dienst
opleiding.
Allereerst het contact met de bejaarde
PadangerTarmoezi, een gepensioneerd
PTT-ambtenaar, die zich omstreeks
1949 in Bandoeng had gevestigd en
nu samen met zijn vrouw hun dochter
in Voorburg bezocht. Het bijzondere
aan deze man is zijn "hobby", n.l. het
beoefenen van de naaldloze acupunc
tuur. Hij heeft me twee keer onder
handen genomen, het waren geen
pijnloze behandelingen, maar mijn
rugpijnen zijn heel wat verminderd.
Het was voor mij een andere ervaring
dan de alom bekende tukang pijet.
Midden juli kregen we een gezellige
"invasie" van een aantal ALRI (Indo
nesische marine) jongens, beman
ningsleden van de mijnenveger KRI
"Pulau Ropat", allen jongens die in
Surabaya wonen en in Nederland bij
de Koninklijke Marine een aanvullende
opleiding kregen. Deze eenvoudige
(onderofficieren) jongens in de leeftijd
van 26 tot 36 jaar, zijn voornamelijk
afkomstig uit Java.
Onze voertaal was een ratjetoe van
Maleis, Javaans en Nederlands. We
hoorden heel bekende Javaanse uit
drukkingen als: wira-wiri, mondar-
mandir, morat-marit en vele andere.
Daartussendoor ook termen als: Berabe
dong, persètan dengan lu.
Zij vertelden ons over hun dagelijks
leven in Surabaya, de levensstandaard
daar, hun mening over de economische
toestand in hun land, de stad Surabaya
waar ik vele jaren heb gewoond en
natuurlijk over het eten. Ze waren
buitengewoon in hun nopjes, toen zij
als warme maaltijd rujak petis a la
Suroboyo voorgeschoteld kregen. Hun
verhalen over mijn geboorteland,
waarbij bepaalde aspecten uitvoerig
werden toegelicht, brachten in mijn
hart Indonesië naderbij.
NONO PONDER