9 paar vriendinnen oversprak, iets watik nog nooit eerder had gedaan. Tot m'n verbazing kreeg ik van hen te horen dat dat bij hen net zo was! De meest wereldwijze van mijn vrien dinnen die met een oudere zuster al 't nodige had meegemaakt voordat ze er zelf aan toe was, gaf me de raad me niets van m'n ouwelui aan te trekken, stiekum m'n eigen gang te gaan, en zo mogelijk, hun zelf voor gek te laten staan met hun eigen malle principes! Dat was voor mij een ongekende revo- lutionaire taal, maar 't sprak me gewel dig aan, en tot m'n grote satisfactie kreeg ik een keer de kans 't toe te passen. Het huwelijk van Prinses Juliana met Prins Bernhard naderde. Dat was me een reden tot grote feesten! Heel Indië stond op z'n kop van de voorpret en de voorbereidingen. De vrouw van de administrateur van de suikerfabriek van m'n vader was een gezellig en ondernemend mens, een ideale admi nistrateursvrouw, tegen iedereen even aardig, zonder onderscheid te maken in rang of stand. Ze bedacht meteen dat de employee's van de suikerfabriek een boerendans in de soos van Malang zouden moeten opvoeren. Ze kon er onder de dames genoeg vinden die als boerin wilden meedoen, maar de heren lieten zich veel moeilijker voor dit plan strikken, dus moesten de slankste dames maar als boer fungeren. Met mijn negentien Indische lentes zag ik er nog niet uit als een volwassen Hollandse boerin, dus moest ik maar als boer opdraven. Ik vond 't best en had er alleen wel moeite mee m'n smalle Indische voeten aan zware Hollandse klompen te doen wennen, maar met veel oefenen met veel dikke sokken van m'n vader aan ging dat op den duur wel. Ook andere enthousiastelingen hadden zich voor de één of andere voorstelling opgegeven; daarna zou er in de soos een groot dansfeest plaatsvinden. Intussen had ik van een jongeman uit Soerabaia, die ik bij de administrateurs familie had ontmoet, de uitnodiging gekregen met hem en zijn vrienden 't koninklijk huwelijksfeest in Soerabaia verder te vieren. Ik voelde me met deze uitnodiging zeer vereerd, maar voorzag wel enige tegenstand bij mijn ouders. Boven verwachting vond mijn stiefmoeder 't goed, maar mijn vader plofte zowat uit elkaar. Wat dacht die snotneus wel om zonder vooraf de vaderlijke goedkeuring te vragen met z'n dochter te kunnen uitgaan? Ik bepleitte dat dat toch moeilijk kon vanuit Soerabaia, 't moest toch een nette man zijn als hij bij de administra teur over de vloer kwam, en bovendien zou ikeen paarmaanden laternaarm'n eerste baan in West-Java gaan, dan zou ik toch ook zelfstandig beslissingen nemen? Het mocht niet baten; zolang ik nog bij m'n vader thuis woonde had ik me aan zijn wetten te onderwerpen. Hij maakte een geweldige scène, mijn stiefmoeder kreeg er ook van langs dat zij 't goed gevonden had, zij en ik huilden en jammerden, - kortom, 't was een heel hysterisch gedoe, onze Tengerese waakhond begon van el lende ook mee te janken. Ik was zo goed niet of ik moest de jongeman afschrijven, maar m'n hart was vol wraakgevoelens. De administrateursvrouw had mij ge vraagd of ik na afloop van de boeren dans in de champagnebar van de soos in mijn boerenkostuum wou helpen met champagne schenken. Dat leek me heel leuk, dus ik stemde toe. Mijn vader vond dat weer niet zo best, doch hij durfde de vrouw van zijn baas niet te weerstreven, dus installeerde hij zich met z'n vrouw recht tegenover de champagnebar, mij voortdurend in de gaten houdend, 't Had bij mij geen ander effect dan hem juist reden tot ergernis te geven! In 't begin was 't een heel gedrang aan de champagnebar, doch toen het dan sen begon zakte het bezoek wat af, en op een gegeven moment stond ik zelfs helemaal alleen. Daar kwam echter nog een bezoeker aanslenteren die ik van gezicht en naam wel kende, omdat men mij hem wel eens had aangewezen als de gevaarlijkste man van Malang! Het was een officier, kapitein Hu- brechtse (naam gewijzigd), die vóór z'n veertigste jaar vier keer getrouwd en weer gescheiden was. Hij was nu weer single en zag er inderdaad zeer charmant uit. Ik had me nog nooit aan een bewuste flirtation met een wat oudere man gewaagd, doch nu begaf ik me zonder aarzelen op 't gladde ijs, in de hoop mijn vader in machteloze ergernis te doen ontsteken. Mijn onervaren tactiek in mijn allesbe halve sexy boerenkostuum zal deze uitgekookte roué wel hogelijk verbaasd hebben; ik merkte dat ook wel aan zijn vewonderde blik, waaruit duidelijk te lezen was: "wat wil dat kind van me?". Maar dat kon me niet schelen, ik ging door met hem aan te flemen, totdat hij me meteen zuchtten dans vroeg. Daar was 't me om te doen, en mijn ouders volmaakt negerend schreed ik triom fantelijk met hem naar de danszaal, waar ze me met hun blikken niet meer konden volgen. Aan 't andere eind van de zaal, toen de muziek even pauzeerde, vertelde ik mijn cavalier heel openhartig waarom ik hem hierheen gelokt had. De man keek me verbluft aan. "Dus je wou alleen maar uit wraak je vader eens flink op stang jagen?" Ik knikte heel ernstig van ja, en keek hem trouwhartig aan. De man had gelukkig genoeg gevoel voor humor om niet beledigd te zijn en hij barstte in een daverend lachen uit. "Zoiets heb ik nog nooit meegemaakt! Altijd worden de meisjes door hun ouders voor mij gewaarschuwd uit mijn buurtte blijven en nu komt er één juist met opzet op me af om haar ouders eens een lesje te geven?" Ik knikte weer en keek hem afwachtend aan. Zijn ridderlijke gevoelens ontwaakten, hij pakte mijn arm en bracht me naar een andere bar, ver van de champagne bar af, waar al zijn jongere onderge schikten, eerste en tweede luitenants, luidruchtig bier en jenever dronken. Die keken heel verbaasd naar de nieuwe verovering van hun baas. Met een hoogst geamuseerde blik stelde de kapitein me aan al z'n subalternen voor, erbij voegend dat ik 't strenge ouderlijk gezag wou ontlopen en hier m'n toevlucht wou zoeken. Nu, daar wilden de heren maar al te graag aan meewerken, dus werd ik onmiddellijk door hen omringd en becomplimen- teerd en van lekkere drankjes voorzien - ik had een gouden tijd. Kapitein Hubrechtse stond met een glas whisky- soda gnuivend in een hoek van de bar naar 't vrolijke stel jonge honden te kijken, totdat hij door één van z'n vele vriendinnen in beslag werd genomen. Na meer dan een uur, toen ik al bijna dronken begon te worden van de drank en de pret, verscheen mijn stief moeder ten tonele, 't Arme mens, toch al niet dol op zulk soort feesten waar ze de schwung voor miste, moest nu in opdracht van haar man, die natuurlijk zelf z'n afvallige dochter niet durfde terug te sleuren, deze uitgelaten bende trotseren en 't uitgebroken schaap naar de veilige stal terugvoeren. Dat ging niet zo gemakkelijk! "Oh nee! dat lieve meisje moet hier blijven, nee, ze mag nog niet weg, wij zullen haar straks wel thuisbrengen!" Kapitein Hu brechtse verslikte zich bijna in z'n whisky-soda en dook verder weg ach ter de bar; ik stelde me voor hoe hij bij 't zien van 't strenge uiterlijk van m'n stiefmoeder maar al te goed begreep hoe ik ook daar aan wou ontsnappen. Ik realiseerde me echter dat dit spel niet al te lang kon duren en dat geen mens me later met z'n dronken kop naar de verre suikerfabriek kon terug brengen, dus nam ik maarafscheid van mijn vrolijke vrienden van één avond en kapitein Hubrechtse omhelsde ik vol dankbare vreugde. Mijn vader was ongewoon stil en zei verder niets meer over deze avond, en ook later heeft hij zich nooit meer met mijn vriendschappen bemoeid. Mijn stiefmoeder besprak dit familiedrama eens met een kennis uit de huisvrou wenvereniging van Malang, die vijf dochters had. "Oh", zei ze, "mijn man deed met onze oudste dochter al net zo gek. Mannen gaan moeilijk met hun tijd mee als 't de opvoeding van de kinderen betreft, ze vergelijken alles met hun eigen jeugdervaringen. Met onze derde dochter is hij al wat gemak kelijker geworden; de jongste zal later nergens last meer van hebben!" L.A.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1988 | | pagina 9