Van Banneling tot Bankdirecteur
en Hereboer
(i)
door C. de Jong
THEODOR CHRISTOPH SANDROCK
Tijdens de Anglo-Boerenoorlog 1 899-1 902 hebben de Britten ongeveer 24000
mannen en jongens krijgsgevangen gemaakt. Vanuit gevangenkampen in de
Kaapkolonie en Natal zijn ongeveer 20.000 van hen naar kampen overzee
gestuurd, eerst naar Sint Helena, daarna naar Ceylon (nu Sri Lanka), Bermuda en
Voor-lndië. Op 31 mei 1902 is vrede gesloten en heeft Groot-Brittannië de
republieken Transvaal en Oranje-Vrijstaat ingelijfd. Om naar Zuid-Afrika te mogen
terugkeren moesten de krijgsgevangenen een verklaring van trouw aan de Britse
koning ondertekenen. Sommigen hebben dat dadelijk gedaan, omdat zij intens
naar huis verlangden, anderen eerst na hevige zielestrijd. Een klein aantal weigerde
standvastig. Zij werden de Irreconcilables, de Onverzoenlijken genoemd. Hun
motieven waren een of meer van de volgende:
1. Hun politieke en/of godsdienstige bezwaren waren onoverkomelijk
2. Zij hadden hun gezin, huis, boerderij en vee verloren en zagen geen kans om dat
te herwinnen
3. Zij waren jong, ongetrouwd en zonder hechte banden met familie of bezit in
Zuid-Afrika (een van hen was T. C. Sandrock)
4. Zij waren kort voor of tijdens de oorlog naar Zuid-Afrika gekomen en voelden
geen hechte band met dat land onder Britse vlag - een van hen was comman
dant J. G. van Ham, zoon van de generaal, die in 1894 op Lombok was
gesneuveld.
In kampen op Ceylon waren 21 Onver
zoenlijken. Zij mochten niet terug naar
Zuid-Afrika, waren een last voor de Britse
overheid en werden als landloper in de
gevangenis te Colombo gezet. Sommigen
van hen hadden daar eerder gezeten
vanwege oproerigheid of ontsnappings
pogingen. Zij moesten sloten graven en
aan wegen werken. In maart 1 903 kregen
20 van hen vergunning van de regering
van Nederlands Oost-lndië om zich als
boer op Java te vestigen. Hun woord
voerder en leider was commandant Van
Ham. Zij kwamen in april 1 903 in Batavia
aan.
De 21ste Onverzoenlijke was de 21-
jarige Theodor Christoph Sandrock. Hij
heeft zich niet bij de andere 20 aan
gesloten en is op eigen gelegenheid naar
Batavia gereisd. Hij was een zoon van
Christoph Sandrock, een Duitse zendeling
van het Berlijnse Zendinggenootschap,
In Moesson van 1 november 1 985,
jaargang 30 no. 7, p. 11, heeft Dr.
C. de Jong een "Verzoek om inlich
ting over Zuidafrikaanse boeren bij
Lembang" aan de lezers gericht. Hij
heeft van velen in Nederland, Zuid-
Afrika en de Verenigde Staten in
lichtingen over en foto's van deze
Afrikaners en andere blanke boeren
in Oost-lndië ontvangen en is daar
voor zeer dankbaar. De heer J. van
Stijgeren heeft naar aanleiding van
zijn verzoek het artikel "Afrikaan-
ders bij Lembang" in Moesson van
1 december 1 985, p. 1 7, gepubli
ceerd.
De heer C. de Jong heeft van Zuid-
Afrikanen ook gegevens ontvangen
over een jonge oud-krijgsgevangene
van Ceylon, die geen boer, maar
bankier is geworden. Hij heeft een
prachtige loopbaan bij een grote
handelsbank in Oost-lndië gehad.
Zijn naam is Theodor C. Sandrock.
Over hem handelt het bijgaande
artikel van C. de Jong.
De redactie
die in 1 875 een zendingspost en -school
te Bethanië bij Bloemfontein heeft ge
sticht. Hij is in 1 877 met Clara Rossman,
ook van een Duitse familie, getrouwd. Het
derde van zijn negen kinderen heette
Theodor Christoph en werd geboren op
28 februari 1 882 te Bethanië. Christoph
heeft de boerderij daar winstgevend ge
maakt. Zijn succes heeft Theodor later
geïnspireerd om hereboer te worden.
Loopbaan in Oost-lndië
Hij had een goede opleiding gehad, was
pienter en van degelijke afkomst. Aan
jongelui van zijn soort was in Indië grote
behoefte en hij werd dadelijk aangesteld
als jongste klerk bij de firma Tiedeman
Van Kerchemte Batavia. Deze voerde
vanaf de stichting der Nederlandsch-
Indische Escompto-Maatschappij (NIEM)
in 1857 tot 1901 de directie van deze
grote handelsbank. Hij is na een of twee
jaar naar deze bank verplaatst. Ze ver
plichtte hem om in zes maanden zijn
Nederlands te verbeteren. Hij nam toen
taalles bij D. Ikes, onderwijzer aan de
Pasar-Baroeschool te Batavia. Deze was
getrouwd met Sina Mastenbroek uit Am
sterdam. Theodor ontmoette in zijn huis
een jongere zuster van Sina, Maria Catha-
rina, zij vatten genegenheid voor elkaar op
en trouwden op 1 7 september 1 906. Zij
kregen drie zoons, Herman Christoph,
geboren op 27 augustus 1 907 te Batavia,
Theodor Heinrich, geboren op 9 oktober
1 908 te Padang en Max, geboren op 26
februari 1912 te Semarang.
Theodor heeft snel promotie gemaakt. Hij
werd aangesteld als agent van de NIEM te
Padang en daarna Semarang, de derde
havenstad van belang op Java. Het leek in
1913 dat deze loopbaan geëindigd was.
Na twee jaar krijgsgevangenschap en elf
jaar in het afmattende tropenklimaat van
Indische havensteden wilde hij verlof in
het buitenland genieten en met zijn gezin
Zuid-Afrika bezoeken. Zijn hart was
Theodor Sandrock als president-directeur van de Nederlandsch-lndische
Escompto Maatschappij (1920-1933) in zijn kantoor in Batavia.
(Foto afkomstig van Herman Sandrock.)
4