w-sSfiS ^zeres
Begin augustus 1914 breekt de Eerste
Wereldoorlog uit, waardoor ook op Java
grote bezorgdheid ontstaat. Wat gebeurt
er allemaal thuis in Holland?
Solo, 13 september 1914
"Gelukkig, de verbinding met Neder
land is weer hersteld, d.w.z. we kunnen
weer geregeld elke week de mail ver
wachten, al is het dan ook slechts de
zeepost. In bijna 3 weken niets van de
kinder gehoord en dat in tijden dat men er
erg naar verlangt, 't was wel wat bar. Maar
Vrijdagavond kregen we drie brieven van
Bert, Tees en jou, wat waren we er
gelukkig mee! De laatste brief in Augustus
was van Jan. Er was toen blijkbaar nog
geen vuiltje aan de lucht en Jan schreef
opgewekt over z'n aanstaand baantje in
Winschoten. Daar zal met deze stand van
zaken voorlopig ook wel niets van komen,
denk ik.
Enfin, als we er niet meer misère van
krijgen dan dit, dan mogen we onze
handjes wel dichtknijpen, geldzaken zijn
te boven te komen.
Uit je brief lees ik, dat het bij jullie al
hetzelfde geweest is als hier wat betreft
de eetwaren en het papiergeld. Gelukkig
dat nu de moed er weer een beetje inkomt,
ofschoon wij er nog altijd 'n zwaar hoofd
in hebben. Wat moet er nog van worden,
het is 'n reuzenworsteling en als Neder
land er in betrokken is, vooral als het
tegen Engeland moet vechten dan is
Ned.-lndië er dadelijk bij. "En als wij er
dan uit moeten", zeg ik tot Bertus, "en
geen pensioen krijgen?" "Dan moeten de
kinder maar voor ons werken, zooals wij
het tot nu toe voor hen gedaan hebben", is
het antwoord."
Ook echtgenoot Bertus schrijft over de
oorlog: "Gelukkig staan de geallieerden er
op dit moment heel wat beter voor dan
een week of zes geleden. Uit het eerste
woord van de laatste zin blijkt duidelijk
aan welken kant mijn sympathie is. Hierin
kom ik trouwens met 90% der Indiërs
overeen. We gevoelen heel goed, dat er
zeer veel tegen is, dat Russische horden
moeten meehelpen om het geestelijk
hoogstaande Duitschland ten onder te
brengen, doch als we d.i. de Nederland-
sche natie de partij van Duitschland kiest,
dan worden wij hier stellig tusschen
Japan en Engeland verdeeld en daarvoor
gevoelt zoo goed als niemand iets. Dat is
misschien wel een eenigszins laag-bij-
den-grondsch standpunt, maar het is er
toch een."
Solo, 14 October 1914
Ik heb met de vorige mail het flanel in
beste orde ontvangen. Het is prachtig
flanel en de prijs is ook niette hoog. Ik ben
nu voorlopig goed ingespannen, heel
prettig, temeer daar het hier tegenwoordig
ontzettend warm is en mijn man zijn
afgedankte oude flanellen maar weer op
nieuw was gaan afdragen. Je weet niet,
hoe warm het hier tegenwoordig wel is.
We hebben hier nu in ruim 4 maanden
geen druppel regen gehad, geen druppeltje.
Vanmiddag na schooltijd, wel de warmste
tijd zoo tegen tweeën, constateerde
Bertus, dat het in de voorgalerij, waar wij
zaten, 97 graden was.
Maar wij zullen maar niet klagen, wij
wonen hier nog in den hemel vergeleken
bij jullie daar. Wat is het me toch 'n
toestand, waar moet het toch heen, dat
arme België! Er is hier nu een oproep
gedaan voor warme kleeren voor de Bel
gen, wat we maar eenigszins kunnen
missen, geven we. Geeft Duitschland
toch wat op den kop!
En dan Nederland. Wij sturen sinds het
begin van de oorlog iedere maaand
f 25,- naar Johanna in Zuidbroek, maar
hoe is het nou met Marie en Johan
zouden we niet goed doen hun gezamen
lijk ook bij te staan?
Solo, 29 April 1915
1 1 April vieren Bertus en Jet hun zilveren
bruiloft, weliswaar zonder familie en kin
deren maar toch in een gelukkige stem
ming.
Je wensch Fien, is voor een gedeelte al
vervuld: we ontvingen jullie brieven (maar
eventjes dertien, 't was een ware zond
vloed, maar 'n goede) op onzen huwelijks
dag, we waren in 'n zonnige stemming en
dank kinder, familie en kennissen, 11
April was 'n ware feestdag voor ons
Ja op onze jongens mogen we met trots
zien Fien en je zegt het wel goed, we
hebben er hard voor gewerkt om ze zoo'n
opvoeding te kunnen geven en we heb
ben ons er ook veel voor ontzegd. Manlief
ontkent het laatste altijd: ik ben altijd
lid van 'n leesgezelschap geweest, zegt
ie, ook van de soos, heb steeds alleen
'n courant gelezen, geregeld mijn bittertje
kunnen drinken, 'n goed tehuis en goed
voer gehad, wat zou ik nog meer willen.
Hij vergeet dan dat andere mannen meer
behoeften hebben en hij nooit aan dure
liefhebberijen gedaan heeft, omdat hij wel
wist, dat gaat niet.
Ik heb mij wel dikwijls wat ontzegd en
heel veel dingen nagelaten, die andere
huisvrouwen als iets vanzelfsprekends
ervan nemen. Nu wij het wat ruimer
hebben, nu bemerk ik dat eerst recht. Bijv.
al jaren geen kantjes aan mijn onder-
kleeren, zoo eenvoudig mogelijk ook in
bovenkleeren, de kleeren stoppen, lap
penen bijelkaar houden, totdat ze bijna uit
elkaar vielen. En dan op het eten. Altijd
genoeg en voedzaam voer, maar geen
weelde-kostjes. 'k Moest 2 dagen met 'n
blikje melk doen.
Kokkie had wel eens wat extra noodig in
het eten. Geen nood, dan dronk ik maar
thee zonder melk. De boterham niet be
leggen, maar doopen in mijn koffie of
chocola enz. enz.
Zoo hebben we het hoofd boven water
gehouden, neen, meer dan dat, zoo heb
ben we nog 'n aardig sommetje voor
onzen ouden dag bij elkaar gespaard. En
ik ben blij, dat we jong zuinig zijn geweest
en nu 'n beetje royaler kunnen leven, dat
is beter dan omgekeerd
In Juni 1915 maakt het echtpaar een
uitstapje naar Semarang.
Solo, 26 Juni 1915
Het uitstapje is al weer achter de rug en
was gelukkig heel aangenaam. We hadden
eenige boodschappen in Semarang en
zijn daarvoor Donderdagmiddag daarheen
getrokken. We boften, op 't station ont
moetten we 'n kennis van ons, mijnheer
Inklaar, een ingenieur die vroeger op
Bandoeng acht maanden bij ons thuis is
geweest. Hij inviteerde ons dadelijk bij
hem thuis te komen logeren, zijn vrouw
was met de auto aan 't station, maar vooral
mijn man prefereerde het hotel, zoodat ze
ons daarheen gebracht hebben met de
belofte ons den volgenden dag te komen
halen om boodschappen te doen.
We hadden 'n heerlijke groote kamer met
eigen badkamer en W.C. wat 'n groot
genot is. Buitendien troffen we het dat er
in de bar van 't hotel 's avonds opera
muziek was, 't was er echt gezellig. Ook
aan tafel nog muziek en veel menschen.
Het trof ons, dat we er haast geen Indische
menschen zagen, wat is dat 'n verschil
met 25 jaar geleden toen we uitkwamen.
Ook de volgende middag was er haast
niemand die de rijsttafel gebruikte, alleen
Hollandsch eten. Vroeger dacht men daar
niet aan, om 1 uur aten allen rijsttafel ook
in de hotels en dan kreeg men 'n beetje
gebakken aard. met sla en biefstuk na. 't
Leven is hier wel veel vereuropeescht in
de laatste jaren, maar niet gezelliger
geworden, vind ik.
Om half tien de volgende morgen was
Inklaar er met vrouw en auto en hebben
we boodschappen gedaan en verder heer
lijk getoerd. Eerst in de benedenstad en
langs het zeestrand, daarna door de
bovenstad (Tjandi)
Solo, 3 Januari 1916
Jet is nu als officiële onderwijzeres
aangesteld bij het Hollandsch-lnlandsch
onderwijs en wel op de Kasatrian-school
in de kraton voor de in de kraton wonende
kinderen.
's Morgens kwart voor 7 komt het
rijtuig voor en stappen vader en ik erin en
rijden gezellig naar school. Dan is het
lekker rijden, niet warm nog en niet stoffig,
'n prettig ritje. Vader en ik lachen er
dikwijls om, dat we op onzen ouden dag
nog zoo saampjes school gaan maar 't
bevalt mij gelukkig best en ik hoop het
nog lang vol te kunnen houden. Mijn
school staat binnen de kratonmuren en is
14