Het ontbrekende stukje (i) door Madeleine Gabeler "Waarom heb je het geschreven", vraagt Theo, als hij een paar bladzijden van mijn epistel heeft gelezen. Theo is mijn buurman. "Voor mijn kleinkinderen... voor later... omdat ik het moest doen". Waarom schrijven mensen? Om niet te vergeten, om niet vergeten te worden. Als een herinnering aan iets of iemand. Of om iets van zich af te schrijven; allerlei gedachten kwijt te kunnen; sommige mensen schrijven een gedicht of een lied, of houden een dagboek bij. In 1987 heb ik mij op Moesson geabonneerd, ter voorbereiding op mijn "grote reis". Ik heb daarna twee oproepjes geplaatst, waar door ik in contact kwam met mensen die mij de ontbrekende gegevens voor mijn reis konden vertellen. Zoals ik voor mijzelf de reis moest maken, zo moest ik alle indrukken voor mijzelf op papier zetten. In eerste instantie stuur ik u mijn "verhaal" als een bedankje: zon der Moesson was ik nooit in con tact gekomen met voor mij onbekende familieleden van mijn vaders kant. Als de gids niet Moesson had gelezen, was er geen oproep in "Suara Merdeka" geweest, was er geen school vriend van mijn vader enz. enz. Mijn Indonesië-reis was geen gewone toeristenreis. Misschien vindt u het leuk om de indrukken van een jonge Moesson-er te lezen. MADELEINE GABELER (31) Het navolgende is een terugblik op mijn reis naar Java en Bali, oktober/novem ber 1987. Soms was ik een toeriste; soms een Nederlandse, soms een Indische; dan weer werd ik voor Indonesisch meisje aangezien, zelfs voor Javaanse. Op Java heb ik de Borobudur beklom men als een toeriste; als Nederlandse heb ik geconstateerd dat er nog wel of niet meer overblijfselen van het voor malig Nederlands Indië waren; als In disch meisje heb ik kennis gemaakt met dingen die ik alleen in woorden kende of dingen herkend van vroeger in huis, toen de generatie van mijn ouders pas in Nederland was. Ik ben niet zomaar naar Indonesië ge gaan, niet "om het eens te zien", dat ook wel, maar ook was het een afronding van een speurtocht van zes jaar naar het leven van mijn vader. De één berust in het verleden, de ander doet dat niet. Ergens had ik altijd het gevoel dat ik anders was dan mijn leeftijdgenoten, waarom wist ik niet. Waarom ik op een bepaalde manier op dingen reageerde, waarom ik op een bepaalde manier leefde, dingen wel of niet deed, wist ik niet. Je kunt gebruiken overnemen uit de omgeving waarin je opgroeit, of je juist afzetten tegen die omgeving; je kunt onbewust eigenschappen van je moeder overnemen of van je vader. Wat had ik van mijn moeder en wat had ik van mijn vader? Van wie had ik mijn uiterlijk en van wie mijn innerlijk? Kon ik überhaupt iets van mijn vader hebben als ik hem nooit gekend had? Wie was mijn vader, hoe was hij, hoe waren de tijden toen? Ik wist alleen dat hij in 1923 in Blora geboren was, dat hij vliegtuigtelegrafist was en dat hij in 1 959 overleden was, een maand voor mijn tweede verjaardag. Mede door de belangstelling van mijn vriend voor oude vliegtuigen besloten we in 1981 om zoveel mogelijk over zijn leven, vooral bij de Marine Lucht vaart Dienst, vooral de oorlogsjaren, te weten te komen. Drie documenten hebben een rol ge speeld, zijn de rode draad geweest in de speurtocht: zijn logboek, zijn adressen- boek en het uittreksel met gegevens over hem uit het stamboek, opgevraagd bij de Sectie Informatie van de Afdeling Personeels- en Financiële Administratie van het Ministerie van Defensie. Het logboek lag altijd al in een kast, evenals knopen van een Marine-jas en een Marine-uniform, zwarte en koperen knopen. Afgezien van het logboek was er nog een koptelefoon, een zwarte microfoon met een knopje erop dat je kunt indruk ken nadat je "over en out" hebt gezegd, een klein boekje van stevig karton met morse-tekens, en een mes - of was het meer een dolk, met een breed blad. Het logboek, met op de kaft "Royal Air Force, Navigator's, Bomber's and Air Gunner's Flying Log Book" bevatte een opsomming van zijn eerste vluchten als vliegtuigtelegrafist in opleiding bij de no. 2 Radio School in Yatesbury, Enge land in maart 1 943, gevolgd door zijn operationele vluchten boven Frankrijk, Nederland en Duitsland in 1944/1 945 bij het 320 Squadron R.A.F. (een squa dron door de Royal Dutch Naval Air Services in Engeland opgericht) en ten slotte de vluchten boven Indië in de jaren '47 tot en met '49. Het logboek vertelde waar hij was ge weest en wanneer, met welke piloot, en soms stond vermeld wat het doel was, andere keren stond er slechts "strong- point", dco (duty carried out) of dnco (duty not carried out). Het logboek vertelde niet wie de andere bemanningsleden waren; hoe het leven voor, tijdens en na de vluchten was; hoe het leven voor die jongens in een dorp of een stad bij zo'n vliegbasis in die tijd. in Engeland, België, Indië, Nederland of Nieuw Guinea was. Er was geen vervolg logboek meer. Hij had al zijn persoonlijke bezittingen bij zich op de thuisvlucht naar Holland. Er waren ook nog slechts de certificaten, behorende bij zijn onderscheidingen: het Vliegerkruis, de Bronzen medaille voor langdurige eerlijke en trouwe dienst, het Oorlogsherinneringskruis met de gespen Oorlogsvluchten 1 940- 1945 en Javazee 1 941-1 942, het Ere teken voor Orde en Vrede met de ges pen 1947, 1948 en 1949. Het adressenboek is lange tijd nog gebruikt door mijn moeder, maar op een gegeven moment niet meer. Een rechthoekig bruin leren adressen- boek, met een opdruk in goud "Addres ses en telephone". Aan de binnenkant is zijn naam met vulpen geschreven en eronder R.D.N.AS. en daaronder 320 sqn. Dan alle plaatsen waar hij gestationneerd is geweest. De adressen op de eerste regels zijn in vulpen geschreven; adressen in Enge land, gevolgd door adressen in Indië. Dan adressen in balpen geschreven, in Indië, Nederland en Nieuw Guinea. Dan adressen in mijn moeders hand schrift: tweede of derde adressen van mensen, in Nederland, Amerika. Wie waren al deze mensen? De mensen in mijn moeders handschrift waren wel bekend, namen uit het ver leden, maar de namen in mijn vaders handschrift- Het uittreksel uit het stamboek bevatte gegevens. 10

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1989 | | pagina 10