De legendarische "Kapitein Jas"en zijn nazaten In een artikel in Moesson van 1 5 maart 1 989, werd een recensie gegeven van het pas verschenen boek "JAKARTA/BATAVIA", het centrum van het Nederlandse koloniale rijk in Azie en zijn cultuurhistorische nalatenschap" door Drs. J. R. van Diessen, waarin o.a. aanbevolen wordt een bezoek aan het voormalige kerkhof Tanah Abang te brengen, waar men nog graven kan vinden van verschillende G.G.'s en ook het graf van de voor vele Batavianen bekende Kapitein Jas. Jeremias van Riemsdijk, G.G. van Indië 1775-1777, stamvader van vele bekende Indische families. Wie was Kapitein Jas? In een in 1 977 verschenen boekje met prachtige foto's van het vooroorlogse Batavia, getiteld: "Zo Kenden Wij Batavia", door Hein Buitenweg, wordt op pag. 1 56 bij een foto van het graf, Kapitein Jas - "de beschermheilige van deze doodenak- ker" - beschreven als een legendarische persoon, die waarschijnlijk nooit heeft bestaan! In het begin der 18e eeuw was te Bunnik (Nederland) predikant: Scipio van Riemsdijk, geb. 27 dec. 1671, gehuwd met Johanna Bogaert, geb. te Utrecht in februari 1680. Hun zoon was Jeremias van Riemsdijk, de latere Gouverneur-Generaal van Nederlands-lndië. Hij was geboren te Utrecht 1 8 oktober 1 71 2 en vertrok 25 febr. 1 735 als sergeant in compagnies- dienst met het schip "Troostwijk" voor de Kamer Amsterdam naar Batavia, waar hij 24 sept. 1 735 aankwam en kort hierna boekhouder werd. Als kapitein der Pennisten(1 743-1 747) was Jeremias van Riemsdijk zeer popu lair, zodat men hem algemeen noemde "Kapitein Jas" (de laatste lettergreep van zijn voornaam). In die tijd verkocht hij een hem toebehorend stuk land aan de Gelderlandse weg te Batavia (achter de Buitenkerk) om tot begraafplaats te dienen. En toen later iemand aldaar begraven werd, zei men: "Daar gaat er weer een naar het land van kapitein Jas" of kortweg: "naar kapitein Jas".En (Vervolg: "Het ontbrekende stukje") zo werd kapitein Jas langzamerhand een legendarische figuur en voor een volgende generatie van mensen die de oorsprong van deze uitdrukking niet kende, a.h.w. de beschermheilige van de begraafplaats. Jeremias van R. was vijf maal gehuwd en had totaal 1 6 kinderen. Uit het vierde huwelijk werd geboren te Batavia 23 nov. 1752: Willem Vincent Helvetius van Riemsdijk, die landeigenaar was te Batavia; bezat aldaar o.a. Tanah Abang met de passer: in 1 807 huurde hij van de Compagnie Tanah Doea Ratoes, was landheer van Tjampea, Tjibon-boelang en Sadeng Oost in het Buitenzorgse. Voor zijn sterven waren er nog maar 6 zoons en 3 dochters overgebleven van de 1 6 eerder genoemde kinderen. Bij onderhands codicil van 5 aug. 1815 breidde hij deze fideicommissaire erf genamen uit met 5 zijner geadopteerde kinderen. Een van de geadopteerde zonen was Lieve Benjamin van Riems dijk, die bij Gouvernements Besluit van 25 sept. 1836 No. 171 vergunning verkreeg voortaan de geslachtsnaam Benjamins te voeren. Na het overlijden van zijn eerste vrouw, huwde Lieve Benjamins, Christina Willemse, ook genaamd Tjerewet. Uit de 2 huwelijken zijn 1 3 kinderen geboren. Het negende kind was John Christiaan Willem Ben jamins gehuwd met Constantia Adol- phine De Senerpont Domis, mijn groot ouders, die 14 kinderen hadden. Hun elfde kind was mijn vader, Janua Arend Benjamins gehuwd met Wilhelmina Dorothea Soesmira Wierikx. Mijn vader was een erfgenaam van het landgoed Tjampea in de derde graad. Uit al de nakomelingen van Willem Vincent Helvetius van Riemsdijk zijn vele bekende Indische families ontstaan: o.a. Senn van Basel, Ten Cate, De Ceuninck van Capelle, Wolterbeek, Sersansie, Agerbeek, Ament, de Lan- noy, Klerks, van Motman, Barkey, Tromp, Beretty, Overbeek Bloem, teveel om hier op te noemen. Kapitein Jas moet mijns inziens wel een levend persoon zijn geweest! Historische gegevens ontleend aan het boek: "Willem Vincent Helvetius van Riemsdijk. Zijn naaste familie en zijn afstammelingen." Genealogie samengesteld door Jhr. Mr. P. R. Feith, Advocaat en Procureur bij het Hooggerechtshof van Ned.-lndiëen Mr. P. C. Bloys van Treslong Prins, oud adjunct Landsarchivaris te Batavia. HADO BENJAMINS Het interieur is zachtgeel met zacht groen. Tropenkleuren. Koloniale kleu ren? - Candi Baru. Eigenlijk staat ze nooit stil bij de namen van toko's, Indische eethuisjes of Indo nesische restaurants in Nederland. Restaurant Poentjak op de Kneuterdijk, Tjandi Baroe in de Kettingstraat, Toko Soerabaja bij de Escamplaan, Pasar Baroe op de LeywegLeuk dat ze nu tenminste weten waar al die namen voor staan. Het laatste stukje naar Patra Jasa lopen ze. Als ze het huis van Ong passeren horen ze een tokeh. 'Je moet tellen hoeveel keer hij roept. Als hij zeven keer tokeh roept wordt je wens vervuld'. Hij roept maar drie keer. (wordt vervolgd) Het graf van kapitein Jas in Taman Prasasti (Tanah Abang)

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1989 | | pagina 15