JOYCE MOUTHAAN DE INDISCHE KONINGIN VAN DE HAUTE COUTURE Confectiekleding hebben we in Ned.-lndië nooit gekend. Alles wat we droegen werd door de djait (huisnaaister) gemaakt op aanwijzing van moeder de vrouw, of kwam onder de knappe, meestal Chinese en Indische modistes vandaan. Voorde heren waren er de Chinese en Indonesiche kleermakers die maatpakken naar elke smaak en prijs maakten, terwijl Oger Frères, Savelkoul en andere uit stekende Europese zaken de duurdere maatkleding maakten. Neen, de confectiekleding kwam pas lang na de oorlog van de grond. Met nu een niet te stuiten import uit Japan, Taiwan, Maleisië, Singapore, Hong Kong. Ook Indonesië zelf is intensief bezig met de kledingindustrie. Maatkleding bestaat echter nog steeds en is vaak goedkoper. Haute couture bestond in Indië voor en vlak na de oorlog echter niet. Men hing nog steeds (letterlijk) aan de rokken van wat Europese ontwerpers en Hollywood decreteerden en al was de imitatie schitterend, met originele ideeën werd nooit aan de weg getimmerd. Als het mooi was, was het Europees, punt uit. Tot ineens één vrouw een einde maakte aan deze volgzaamheid, met branie en ondernemingsgeest haute couture lanceerde die insloeg als een bom. Joyce Mouthaan werd in één jaar tijd van een onbekend Indisch meisje de meest bekende en bewonderde vrouw in Indo nesië. Met haar verrassend gevoel voor stijl, kleur, élégance en originaliteit veroverde ze al gauw ook Singapore, Hong Kong, Manilla. Joyce jT Mouthan, een naam die 1^**^ in de jaren '50 even bekend was als Dior, Balmain, Chanel.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1989 | | pagina 24