Hoogtijdagen in Solo Op bepaalde kaartavonden kwam ook de Soesoehoenan met gevolg, met eigen drank en snacks, die eerst door zijn voorproever moesten worden gekeurd, voordat de vorst een en ander consu meerde. Tijdens die dagen bereidde mijn moeder erwtensoep, hutspot, di- verse soorten sandwiches en ès poeter. Aan het einde van zo'n kaartavond gin gen dan twee grote pannen met erwten soep mèt kluif en hutspot mèt rook worst met het gevolg van de Soesoe- hunan naar de kraton. Wie de toch met varkensvlees bereidde Hollandse pot verorberde was niet duidelijk, maar de volgende dag werden de pannen schoon, met een keurig bedankbriefje van de secretaris van Zijne Vorstelijke Hoogheid door een hofauto terug gebracht! Wat het culturele leven in Solo betreft. In de sociëteit of schouwburg traden reizende toneelgezelschappen op en werden opera's en operette's uitge voerd. Mijn "uitje" was toen, als wij op zater dagavond van pa een kwartje kregen; Wajang orang is net als de wajang koelit het verhaal van de Maha-Bharata, terwijl de ketoprak, een soort stamboel, meest al over de Javaanse geschiedenis gaat, zoals de helden van Maja Pahit, het keizerrijk van Sriwijaya, of over de Java- oorlog van Dipo Negoro en zijn luitenant Raden Sêntot. Naast de bioscoop van Sriwedari was een meertje met een eiland en een soort muziekkapel. Daar zaten de Soesoe hoenan en zijn gemalin als zij een film wilden zien. De bioscoop had aan weers zijden overdekte open ruimten, waar twee bussen met zijn harem de film konden volgen. Het publiek dat normaal de open staanplaatsen bezette moest de film maar achter het doek zien! (lees verder volgende pagina) In 1927 te Solo geboren, heb ik mijn jeugd tot de Japanse bezetting in mijn geboortestad doorgebracht. Ik bezocht de lagere school aan de Herenstraat en daarna tot de Japanse inval de gouvernements-mulo op Mana-an. Solo was in de jaren dertig-veertig een rustig en gezellig stadje, verdeeld in twee vorstendommen, het feodale Kasoenanan Soerakarta met als vorst de Soesoehoe nan Pakoe Boewono X en de meer progressieve Mangkoenegaran met als hoofd Mangkoenegoro VII. De Mangkoenegoro stuurde, toen wij door de Japanners in het van Deventerkamp werden geïnterneerd, voedsel naar het kamp, zoals sajoer goedeg, lodeh, terik tahoe, tempeh enzovoorts. Niet bevreesd, door de Japanners van vriendschap met de Nederlanders te worden beschuldigd. Ik weet niet of deze moedige en menslievende vorst ooit door Nederland naar waarde werd geschat. Hoogtijdagen waren destijds de konin ginnedag op 31 augustus, de Garebeg Maulud, de geboortedag van de profeet Mohamad en het einde van de suiker campagne. De koninginnedag werd zoals overal in Indië altijd groots gevierd. Hoofdstraten, belangrijke gebouwen, scholen en de ingangen van de kampongs werden versierd met vlaggen, en poorten van waringin- en jonge klapperbladen. Met saluutschoten van het fort werd het vertrek van de Soesoehoenan van zijn kraton naar het gouverneurshuis aangekondigd. Een processie met de Soesoehoenan Pakoe Boewono X in de gouden koets, een geschenk van konin gin Wilhelmina met op de bok in vol ornaat met medailles, koorden, steek en zijn martiale snor, zijn opperstalmeester de heer Specht. Tot het gevolg van de Javaanse vorst behoorden ook een stoet embans, vrouwelijk hofpersoneel, die de rijkssieraden zoals gouden kippen en eenden, heilige krissen en speren en andere sieraden van onschatbare waar de, symbolisch aan de gouverneur aan bood, als vertegenwoordiger van de Nederlandse staat. Deze stoet werd voorafgegaan door muziekkorpsen en andere optochten. De Garebeg Maulud was eerder een Javaans volksfeest dan een religieus gebeuren, want op de aloon-aloon kidul (zuidelijke aloon-aloon) werd dan seka- tèn (pasar malam) gehouden en werd de heilige gamelan in de grote moskee bespeeld. De spelers, grotendeels be staande uit adelijke personen, moes ten voor het evenement zich onderwer pen aan een bepaald ritueel, zoals vasten, kêramas, het haarwassen met diverse soorten bloemen. De liederen die ten gehore werden gebrach waren niet zoals die waarbij de meer populaire klênèngan werd gespeeld, maar een soort hymne, zoals bij de Gregoriaanse gezangen. Onder het afschieten van een batterij eeuwenoude kanonnen werd de Gare beg Maulud door de Soesoehoenan in de moskee geopend. Een ander hoogtepunt waren de feesten na de suikercampagne. De suikerboeren kwamen na een jaar hard werken en de laatste weken zelfs bijna dag en nacht, stoom afblazen en soms ook om hun tantièmes op de racebaan of speeltafels te vergokken. om met mijn drie broers en een neef naar de Sriwedari te gaan. Sriwedari was een dierentuin met een bioscoop en twee theaters voor wajang orang en een voor ketoprak. De entree was zes cent en kinderen die gedragen werden mochten gratis! Ik was de jongste en kleinste, de vier jongens namen een kaartje van zes cent per persoon, ik ging op de rug van één van mijn broers en wij hielden dan nog een cent over voor twee boengkoes katjang reboes! Ja, dit gebeurde totdat één van mijn broers een gat in de omheining van de olifanten ontdekte. Het werd daarna geen katjang van een cent, maar met de uitgespaarde 25 centen konden wij "culinair" gaan avonturen! Wat je op Solo voor de oorlog voor een kwartje al niet kon kopen, want men rekende nog met sêparon, dat was een kwart cent voor een pintjoek lekkere dingen. Het meertje op Sriwedari. 14

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1989 | | pagina 14