Planten uit de Tropen
PLUMBAGO
Mannentrouw of Kaapse loodplant, akarbinassa ofdjarong beureum
Familie: Plumbagoceae strandkruidfamilie
14
Deze houtachtige klimmende sierheester is afkomstig uit Zuid Afrika en tropisch
Azië. Er zijn wel twintig soorten Plumbago's, zowel een- als meerjarige heesters,
kruiden en klimplanten. Ze groeien in alle sub- en tropische gebieden.
De Plumbago Indica (djarong beureum) komt uit Indonesië en draagt rose-rode
bloemen, bloeit het hele jaar door en kan tweeëneenhalve meter hoog worden als
ze de plant niet snoeien. Met haar slingerachtige zachtgroene twijgen groeit ze in
het wild tussen de pagar (heg of omheining) en struiken door en kan ze zich sterk
uitbreiden en zich om allerlei obstakels heen winden. Voor begroeiing op muren en
pergola's daarom veel aangeplant.
Plumbago Auriculata Alba
Bloemtak.
Het kort gesteeld blad is gaafrandig en
eindigt in een ronde punt en is vijf tot
tien centimeter lang. De bladeren staan
verspreid aan de takken. Onder aan de
plantvoet heeft ze twee grote steunbla
deren. De onderkant van de bladeren is
evenals de stengels met witte klierhaar-
tjes bezet. Deze haren zijn net gesteelde
knopjes. In die knopjes wordt een kle
verige stof afgescheiden. Hierdoor kun
nen ze insekten en andere ongewenste
gasten weren. Maar aan de andere kant
blijven de zaadjes kleven aan dieren en
worden op die manier verspreid.
De naam "mannentrouw" stamt uit de
achttiende eeuw. Als mannen langs de
struiken liepen bleven de kleverige bloe
men en zaden op hun, toen gebruikelijk
grove kleding hangen. De dames hadden
daar geen last van, omdat in die tijd veel
zijde door hen gedragen werd. De naam
"loodkruid" komt door de loodkleurige
wortels. Bovendien kan het sap van de
Plumbago Capensis loodkleurige vlek
ken op de huid veroorzaken.
De bloemen staan dicht opeen in een
naar één zijde gerichte eindstandige ijle
aarvormige tros. De bloemen hebben
een buisvormige vijfribbige kelk en een
platte kroon die uit vijf bloemblaadjes
bestaat. Ze bezitten vijf meeldraden en
een stampertje. De behaarde bloem
trossen zijn enigszins kleverig wat ver
oorzaakt wordt door de afstaande klier-
haren van de kelk. De bloemen zijn vier
centimeter lang en drie centimeter breed
(bovenaan). De Plumbago Auriculata
draagt porseleinblauwe bloemen en de
Plumbago Auriculata Alba heeft witte
bloempjes.
Het vruchtje is een met vijf kleppen
openspringende zaaddoos. Verschil
lende soorten zijn geneeskrachtig. Zo
wordt uit de Plumbago Scandens en uit
de Plumbago Europaea een middel ge
maakt tegen kiespijn, terwijl extracten
uit de wortels en bladeren van de Plum
bago Zeijlanica worden toegepast bij
huidziekten. Uit de bloemen van de
Plumbago Indica maakt men oogdrup
pels en het fijngewreven blad van de
Indica wordt in Afrika gebruikt tegen
lepra. De werkende stof daaruit heet
plumbagon of toxische plumbagin. Wel
is voorzichtigheid geboden, want de
scherpe stof kan diepe brandwonden
veroorzaken. In enkele landen worden
kleine doses gebruikt tegen zenuw- en
spierijn. Het fijngewreven blad wordt
vermengd met klapperolie (cocosolie).
Dit papje wordt op reumatische plekken
gedaan; hoogstens een kwartier erop
(bij volwassenen). Het papje veroorzaakt
grote brandblaren. Naar men zegt ver
dwijnt de pijn en de gewrichten worden
weer soepeler.
Als kamerplant volop te koop en makke
lijk te verzorgen en heel decoratief. De
plant draagt van mei tot oktober bloe
men. De Plumbago Auriculata en de
Plumbago Auriculata Alba zijn het meest
bekend. Tijdens de groei en bloei heeft
ze veel water nodig en om de twee
weken kunstmest. Ze vraagt een lichte
(lees verder volgende pagina)
Plumbago Auriculata Alba in de tuin in augustus 1989.