Maar wel gezellig, overal stoppen en overal verkoopsters met hun waren, zodat niemand van honger behoefde om te komen. We passeerden leuke stationnetjes en alhoewel men het woord station speltals "setasiun" sprak iedereen het uit als "stasion", hetgeen erg bekend aandeed. Toen we in Yogya aankwamen, werden we er toch weer ingeluisd. Wat was nl. het geval? We zaten wat krap in de tijd en we wisten dat de Borobudur op een bepaalde afstand van de stad lag. Komen er twee mannen op ons af die beweerden dat zij ons gratis met hun busje naar een redelijk hotel zouden brengen dat "tegenover" de Borobudur lag. Mooier kon het haast niet. We zouden dan de volgende dag zonder tijdverlies de Borobudur kunnen bezoe ken en dan verder door reizen naar Surabaya. Wij nog eens extra na-vragen: "Itoe hotel betoel di moeka Borobudur?" "Ja, dat was het geval" En wat de zaak nóg mooier maakte, als je vertrok, dan bracht hetzelfde busje je terug naar het station. Dus wij min of meer opgetogen vanwege dit meeval lertje in het busje gestapt. En binnen 10 minuten waren we bij ons hotel, mid den in de stad, op een steenworp afstand van de kraton. Argumenteren heeft dan geen zin, want de zaak wordt dan ineens verward en voor je het weet is het busje weg. Enfin, het hotelletje was redelijk en lag vrij comfortabel op loopafstand van de hoofdstraat. Yogyakarta, alhoewel rom melig, is een gezellige stad. De volgende dag met een bus van het openbare vervoer naar de Borobudur, wat een uur rijden was, voor een fractie van de prijs die het hotel voor ons zou berekenen als we van hun te regelen bus gebruik zouden maken. Het zgn. platteland was een openbaring voor ons. Nu zagen we eens een deel van Java zonder propvolle krottenwijken, maar hier en daar een kampong met aardige huisjes, soms van steen en soms van bamboe gebouwd. Om de een of andere reden zijn de mensen op het platteland altijd aardiger dan in de stad en bij aankomst op het eindstation, bleek dat er nog een stukje te lopen viel. Maar een allervriendelijkste man, die in het bezit was van paard en koetsje, bracht ons er voor een redelijk prijsje heen en maakte dringende af spraken dat we met hem terug zouden rijden. De Borobudur is mooi. Majestueus zou men zelfs kunnen zeggen. Wie de top beklimt kan wijd en zijd om zich heen kijken met in de verte de vulkanen op de achtergrond. Helaas was het die dag heiig, zodat de vergezichten niet be paald daverend waren om foto's te nemen. We hebben er met genoegen rond ge lopen, met een van de restaurateurs gesproken en naar de talloze afbeel- Een van de reliëfs van de Borobudur, met een voorstelling van zeevaarders. dingen gekeken en was het toeval, dat Pohon-Linde als anak-laut, binnen tien minuten een afbeelding zag van een schip met vroege zeevaarders. Na dit onvergetelijke bezoek gingen we met bekwame spoed terug naar ons hotel, pakten onze spullen op en reden met een koetsje terug naar het station. We waren iets te vroeg, maar in de restau ratie met alle denkbare kenmerken van de Hollandse stijl, was het goed toeven. Toen, op weg naar Surabaya. Ten eerste omdat we de vulkaan de Brome wilden beklimmen en ten tweede, omdat Pohon-Linde als een soort bede vaartstocht, het markante havengebouw te Tanjong Perak wilde bezoeken en fotograferen. Ook deze treinrit was aan vankelijk warm, maar omdat een groot deel in de avonduren werd gereisd, was het best te doen. Wie om raad en advies vraagt in Indone sië, moet alle binnenkomende gegevens goed tegen elkaar afwegen. Want de doorsnee Indonesiër vertelt u liever het verkeerde dan helemaal niets en dus krijgt u verhalen te horen i.v.m. afstan den, hotels, prijzen, waar niets van klopt. Zo verzekerde men mij met grote zekerheid, dat Tanjong Perak slechts op 10 minuten betjak-rijden van het station lag en dat de rit hooguit 500 Rp. zou kosten. Maar per taxi bleek dit zo'n kilometer of zeven te zijn. We vonden een hotel vlakbij het station, redelijk goed en niet duur en des ande ren daags, i.v.m. gebrek aan tijd, toog Pohon-Linde voor dag en dauw op pad Tanjong Perak waarts. Zijn nazaat slui merde nog en per taxi was het inderdaad zo'n 7 km rijden. Met de jonge Javaan had ik een vast bedrag afgesproken en keurig werd ik bij de toren gebracht. Nu had ik eens van een "verre vriend", een sobat in Leiden, een oud fotootje uit plm. 1 920 van dat gebouw gekregen en ik wilde nu een foto nemen, vanaf het water, precies vanuit diezelfde hoek. Er viel wat te regelen met een klein haven bootje, aldus ontstonden er een paar leuke foto's. Daarna terug naar het hotel en de Javaanse chauffeur, na z'n be loning in ontvangst genomen te hebben, bracht nog ouderwets de "sembah" en hoopte mij nog eens terug te zien. Na een redelijk ontbijt, naar het station en pertrein naar Malang. Maar in Malang aangekomen, bleek dat er niet één bus een route reed, die ons dicht bij de top van de Bromo zou brengen. Ook hier waren stalen zenuwen van grote waar de, want de verkeerde adviezen op het propvolle busterrein vlogen je om de oren. Tot we, na op het laatste moment weer een bus uitgelopen te zijn, bij een kantoortje kwamen en om raad vroegen. De man had begrip voor onze zaak, "begitoe djadi bingoën" zei hij en de man had gelijk. We accepteerden zijn raad en namen min of meer een bus terug naar Probolinggo en vandaar was de Bromo te bereiken. (slot volgt) Het havengebouw met toren in Tanjong Perak, Surabaya. De klok is weg, de vlaggemast met ra is ingekort.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1989 | | pagina 19