Humor is een Anker F. Springer Carel Jan Schneider, in 1932 in Batavia geboren, woont sinds een paar maanden in Scheveningen. Vanachter het raam van zijn studeerkamer in zijn appartement op de zoveelste verdieping ziet hij neer op de blanke toppen der duinen. Een uitzicht op zandhopen, die een klein driftig landje scheiden van landen overzee, is voor iemand die heeft aangezeten aan schitterende banketten en mensen heeft zien creperen ongetwijfeld passend te noemen. Hij heeft dat alles, en veel meer, overigens meegemaakt omdat hij jarenlang afgezant is geweest van Hare Majesteit de Koningin. Na zijn rechtenstudie in Leiden werd hij bestuursambtenaar op Nieuw-Guinea om vervolgens voor de Buitenlandse Dienst te gaan werken op Nederlandse consulaten en ambassades in New York, Bangkok, Brussel, Dacca en Iran. Na een driejarige periode op het Ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag werd hij benoemd tot ambassadeur in achtereenvolgens Angola, Straats burg en de DDR. Carel Jan Schneider was een diplomaat. En een schrijver. Dat laatste is hij (gelukkig) nog steeds. Als schrijver heet hij overigens niet C. J. Schneider maar F. Springer, een pseudoniem dat hij ooit zomaar eens gekozen heeft en dan niet zozeer om literair deftig te doen, maar gewoon om geen verwevenheid te krij gen van de diplomaat en de schrijver. In zijn boeken echter speelt veel van wat de diplomaat in verre landen heeft gezien en meegemaakt een grote rol. Boeken die hij heeft geschreven zijn ondermeer "Bericht uit Hollandia", "Schimmen rond de Parula", "de gladde paal van macht", "Tabee, New York" en "Zaken overzee". Humor is een belangrijk bestanddeel van Springers werk en als lezer lach je je soms rot, maar om te spreken van "leuke boeken" en een "leuk schrijver" zou te ver gaan. F. Springer is en wordt (zoals elke schrijver) vergeleken met andere auteurs, vooral met Willem Els- schot. Over dat vergelijken schreef een recensent eens: "Daar zit iets onrecht vaardigs in, zeker als er bedacht wordt hoe karakteristiek en onvervreembaar thematiek en stijl van deze auteur zijn. Springer is Springer." En zo is het. Maar als ik hem toch zou willen vergelijken, dan is het enkel met Koot en Bie. Aanleiding om een bezoekje te brengen aan deze in Batavia geboren schrijver was het nieuws dat hij was uitverkoren om het Boekenweekgeschenk 1 990 te schrijven. F. Springer: "Ik ben een Nederlandse verhalenschrijver die in Indië is geboren en daar een stukje jeugd heeft liggen. Mijn herinneringen aan Indië zijn overi gens fragmentarisch. Ik hoor bij geen club en geen literaire stroming. Mijn langdurig verblijf in het buitenland is daar natuurlijk mede debet aan. Wie ik goede schrijvers vind? Dat zeg ik niet. Ik lees sporadisch Neder landse tijdgenoten, alleen als de vent z'n humor of materie mij interesseert. De beste schrijvers zijn dode schrijvers die nog steeds gelezen worden. Els- schot is er zo een. En Multatuli, die heb ik tot me genomen en ik heb me ook wel eens aan hem geërgerd, maar toch zeg ik "potverdorie, had hij vandaag geleefd dan zou hij hetzelfde hebben geschre ven, Guy de Maupassant, daar heb ik bewondering voor. Zijn sfeertekening, altijd een clou. Vaktechnisch briljant. Ik vind het heerlijk om nu een vaste plek te hebben en tijd om mij geheel te wijden aan schrijven, want dat wil ik doen. Of dat schrijven sneller en mooier zal gaan, zullen we trouwens moeten afwachten. Humor? Dat is een anker om je aan vast te houden in de rotzooi die je ziet. Humor is wat je rechtstreeks ontleent aan de situatie waarin je verkeert. Elke situatie heeft altijd een andere, gekke kant. Ja, en humor zit in je. Om humor te ontdekken hoef je geen optimist te zijn. Ik heb altijd daar gezeten waar iets gebeurde, hongersnood, revolutie. Wat je ziet probeer je te verklaren, van een afstand. "Wat kan ik er aan doen?" Niets. En straks kan alles anders zijn. Je gaat relativeren, zonder te vervallen tot cynisme. Eén keer kon ik de humor niet meer zien zitten. Dat was toen ik in Iran zat en van zeer nabij de val van de Sjah en de komst van Khomeiny meemaakte. Het heeft me toen erg aangegrepen om te zien hoe een heel era van de aardbodem werd weggevaagd en in de straten de middeleeuwen herleefden. Nederland? Nederland is een gezegend landje, ondanks alle gemopper. Wat hier nog "real" is? Weet u het nog? Waar het boekenweekgeschenk over gaat, wil hij niet verklappen. Wel dat hij erover denkt om nog meer van zijn ervaringen in romanvorm op te schrij ven. We kunnen dus uitzien naar in ieder geval twee goede boeken op de overspannen Nederlandse boeken markt. R.B. 19

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1989 | | pagina 17