Onhoorbaar
groeit de Padi
Kunstbehoud en cultuurbeleid in Indonesië
veertig jaar na dato
(Slot) door RENÉ S. WASSING
Ook het beheer van monumenten en historische plaatsen is een zaak van de
regering. De uitvoering daarvan berust bij de Pusat Penelitian Purbakala dan
Peninggalan Nasional, wat vroeger de Oudheidkundige Dienst heette en waar het
ook een rechtstreekse voortzetting van is. In tegenstelling tot het museumwezen
hoefde deze dienst niet vanuit een nulpunt te beginnen. Via een overgangs
stadium, met financiële en daadwerkelijke steun vanuit Nederland kon men al
gauw zelfstandig verder werken. In dit verband moeten genoemd worden prof. A.
J. Bernet Kempers wiens hulp en kennis van onschatbare betekenis zijn geweest-
en J. C. Krijgsman, die zich vooral voor de Balische oudheden heeft ingezet.
Het meeste onderzoeks- en opgravings-
werk wordt op Java en Bali verricht,
omdat zich hier de grootste concentra
ties oudheden bevinden en men hier
ook beter georganiseerd is dan op de
andere eilanden. Het werk gaat ook hier
gestadig door, zonder dat men er veel
ophef van maakt. Meestal worden de
resultaten ter plaatse geconserveerd en
bewaard. Het meest spectaculaire voor
beeld van kunstbehoud op dit gebied is
wel de restauratie van de Borobudur bij
Yogya geweest. Dankzij de enorme
financiële steun van internationale zijde
en met behulp van UNESCO heeft een
internationaal team van deskundigen
onder leiding van prof. Soekmono in
1 973 de grootscheepse restauratie ter
hand genomen.
En op 23 februari 1 983 was het gigan
tische karwei geklaard, en werd de
"nieuwe" Borobudur officieel ingewijd.
Het grootste Buddhistische heiligdom
aller tijden staat er weer majestueus bij.
Ook de verdere restauratie van het Lara
Jonggrang tempelcomplex bij Pramba-
nan is gestadig gevorderd en behalve
de hoofdtempel zijn ook enkele kleinere
tempels in hun oude glorie hersteld. Op
Bali doet men steeds weer nieuwe ont
dekkingen, vooral in Midden-Bali, waar
eertijds vele Hindoe-Balische nederzet
tingen moeten hebben bestaan, zoals
de vondsten bewijzen. Reeds enige jaren
na de oorlog, in 1 954 ontdekte Krijgs
man bij de bekende Goa Gaja, de Olifan
tengrot vlakbij Bedahulu een complete
heilige badplaats met waterspuiers in
de vorm van hemelse vrouwenfiguren.
De plaats werd helemaal uitgegraven
en de spuiers op de oorspronkelijke
plaatsen gezet. En sindsdien is deze
badplaats weer in zijn oude luister te
bewonderen. Ook op de andere eilanden
is er meer dan genoeg werk te doen
voorde Oudheidkundige Dienst. Datdit
slechts met mondjesmaat wordt uitge
voerd komt door gebrek aan geld en
mankracht. In werkelijkheid neemt het
plaatselijke bestuur de verantwoording
hiervan op zich.
Historische plaatsen is een moeilijkerte
definiëren begrip. Het Diëng-plateau
met zijn vroeg-hindoeïstische tempels
zou men in zijn geheel als zodanig
kunnen aanduiden. Maar bijvoorbeeld
ook de oud-Indonesische begraafplaat
sen in de Minahasa, waar tientallen
stenen sarcofaag-zuilen, waruga, bij
elkaar staan, zoals in Airmadidi. Of die
andere scheepvormige stenen sarcofa
gen die nog in enkele Batakdorpen op
Samosir het oude dorpsplein markeren.
Maar ook oud-Indonesische dorpen in
hun geheel zou men hiertoe kunnen
rekenen. Denkt u aan het dorp Bawöma-
taluoop het eiland Nias, dat nog geheel
in tact en bewoond, een levende getui
genis aflegt van een oud-Indonesische
megalietencultuur. Ditzelfde geldt ook
voor sommige traditionele dorpen op
Sumba en Flores, waarvan de bevolking
is verhuisd naar een nieuw dorp ver
derop, om het oude stamdorp te sparen
en te conserveren. En ook de rotsgraven
vandeToraja in Midden-Sulawesi horen
hier toe, om maar enkele van de vele
voorbeelden te noemen.
Hoewel de staat met dit alles geen
direkte bemoeienis heeft, waakt zij er in
principe wel voor, dat alles zoveel
mogelijk in goede staat blijft. Een ander
geval vormen de forten van de V.O.C. uit
het eind van de 16e- en begin 17e
eeuw. Voor het behoud van deze histo
rische plaatsen in Banten (fort Speel-
wijk), Ambon (fort Nieuw Victoria) en
Banda Neira (fort Belgica, fort Nassau)
bestaat vooralsnog geen gestructureerd
restauratieplan. En of de Nederlandse
regering bereid is, deze relieken van
haar koloniale geschiedenis voor de
ondergang te redden, blijft een open
vraag.
Niet alleen de Indonesische staat houdt
zich bezig met het behoud van het
eigen cultuurbezit. Ook de plaatselijke
Stenen zetels in Ambarita op het eiland Samosir (Toba Meer), die vele eeuwen geleden
hebben toebehoord aan een Batakse koning.
20