Bisjpalen (voorouderpalen), opgericht tij dens een dodenfeest. Iedere figuur op een paal stelt een voorouder voor. De Asmats houden regelmatig feesten om de over leden voorouders te eren. overheden doen dit. Net als bij ons kent men regionale- en gemeentelijke musea. En dat zijn ertoch nog heel wat. Slechts enkele voorbeelden moeten volstaan en dan beperk ik mij voornamelijk tot Jakarta met een enkele uitschieter naar andere eilanden. Feitelijk is de oude benedenstad, Jakarta-Kota, één museumterrein geworden, met inbegrip van Pasar Ikan en de oude haven Sunda Kelapa. Met als middelpunt het 1 7e- eeuwse stadhuis aan het plein Taman Fatahillah, dat sinds 1974 Museum Sejarah Jakarta, Flistorisch museum van Jakarta heet. Naast allerlei andere oude overblijfselen, die op de stads geschiedenis betrekking hebben, her bergt het een unieke collectie koloniale meubelen, die vroeger in het Museum Pusat stonden opgesteld. Deze weinig bekende collectie zou eigenlijk wereld beroemd moeten zijn, omdat zij, zoals nergens ter wereld - ook niet in Neder land - een goed overzicht geeft van de meubels, stoelen, tafels, kasten, bed den, wiegen enz., die onze voorouders in Indië hebben gebruikt, met name de vermogende dienaren van de V.O.C. Alle toenmalige verindischte westerse stijlen zijn er in hun barokke pracht of hun empire eenvoud te vinden en schreeuwen als het ware om een wetenschappelijke studie en publicatie. Hier vlak naast bevindt zich het Museum Wayang eveneens in een his torisch pand gevestigd op de plaats, waar eens de Nieuwe Hollandse Kerk uit de 18e eeuw heeft gestaan. In dit uit 1912 daterende pand, voorzien van een 1 7e-eeuws interieur, staan prach tige stellen wayangkulit poppen uitge stald, die verschillende perioden, stijlen en streken van Java vertegenwoordi gen. Ook de rondhouten wayanggolek poppen van allerlei soorten formaat; en de zeldzame op rollen papier geschil derde wayang-bèbèr komen hier ruim schoots aan bod. Als voorbeelden van de moderne ontwikkeling zijn hier enkele poppen van de wayang-filosoof Sukasman uit Yogya te zien. Aan de andere kant van het plein bevindt zich in het neo-klassisistische gebouw van de vroegere Raad van Justitie, sinds 1 976 de Balai Seni Rupa Jakarta, het gebouw voor beeldende kunsten van Jakarta. Eén vleugel is gewijd aan de Indonesische schilderkunst vanaf Raden Saleh 1 9e eeuw). In de andere vleugel vraagt de uitgebreide collectie keramiek de aandacht: van antiek Chinees porse lein uit alle keizerlijke tijdperken tot aan de Indonesische voorbeelden van volks aardewerk uit centra als Plèrèd, Kason- gan, Pejaten, Ujung Pandang enz. Van belang is verder het Textiel Museum in de wijk Slipi in Jakarta-West, waar naast voorbeelden van traditionele batik ook andere voortbrengselen uit de rijke textiel-traditie van Indonesië te zien zijn. In Minangkabau staat sinds een paar jaar een uniek museum in het plaatsje Pagarruyung. Het is het ver plaatste en opnieuw opgebouwde paleis van de voormalige sultansfamilie uit deze streek. Een reusachtig groot adat huis met woonverdieping en bijgbou- wen, geheel uit hout opgetrokken, in Minangkabause stijl met de karakteris tieke puntdaken en het overdadige snijwerk aan de buitenwanden. Hier komt men onder de indruk van de prachtige, vorstelijke bouwstijl der Mi- nangkabauwers, ondergaat met verba zing de ruimtelijke werking van de reusachtige ontvangsthal en geniet van de uitbundige kleurenpracht der gor dijnen en wandversieringen. Met een reuzensprong voorbijgaand aan allerlei kleine aantrekkelijke musea met aan doenlijke verzamelingen van plaatselijke origine, ver van de grote centra, komen we uiteindelijk aan het andere eind van Indonesië terecht en wel in Agats, de hoofdplaats van het Asmatgebied, inde moerassige kuststreek van zuidwest Irian Jaya. Hier staat op palen in de modder, het kleine, uit hout opgetrok ken Museum Kebudayaan dan Kema- juan Asmat, het museum voor de cultuur en de vooruitgang van de Asmat. Ooit zo'n vijftien jaar geleden met Ameri kaans geld en hulpvande Amerikaanse R.K. missie opgezet, bevat dit juweeltje een keur aan voorwerpen uit de Asmat- cultuur, van hoge kwaliteit. Zoveel mogelijk wil men nog vastleggen en verzamelen van wat er nog in deze samenleving aan oude gewoonten en gebruiken aanwezig is, voordat het met de nieuwe generatie is verdwenen. Op een heel andere manier wordt het voorouderlijke erfgoed in stand gehou den in de kratons en puri's of vorsten verblijven van Java en Bali. Hier kan men spreken van een levende traditie, die uit eigen cultuur is voortgekomen, in tegenstelling tot een nieuwe structuur, die door de staatsfilosofie werd ontwik keld. Het gaat hierom de Kasunanan en Mangkunegaran van Solo, de Kraton en Pakualaman van Yogya, de Kasepuhan, Kanoman en Kacerbonan van Cirebon, de Kraton Cakraningrat annex museum van Sumenep op Madura en de puri's van Amlapura (Karangasem), Gianyar en Ubud op Bali. Zowel in Solo als Yogya zijn de kratons, met uitzondering van de Pakualaman, voor het publiek opengesteld. Behalve dat de kraton complexen op zichzelf al levende musea zijn, bevatten zij alle ook museumcol lecties die in vitrines zijn opgesteld. Vooral het kratonmuseum van Solo bevat veel kostbare, authentieke voor werpen uit de privésfeer van de Susuhunan-familie. Solo heeft ook een staatsmuseum, Radyapustaka, doch een groot gedeelte van de voorwerpen is na de oorlog overgebracht naar het kraton museum. Dat veel van de bezittingen tot de pusaka of heilige erfstukken wordt gerekend, behoeft geen betoog. Indrukwekkend is de heilige, barokke staatsiekaros Kareta Kyai Grudo, die Susuhunan Pakubuwana II omstreeks 1 745 van de V.O.C. ten geschenke kreeg. In de kraton van Yogya kan men replica van de gouden rijkssieraden zien. Maar er is nog zo ontzettend veel meer, dat men niet te zien krijgt, omdat het nog als privé bezit functioneert. Zoals bijvoorbeeld de kostbare verzameling wayangpoppen uit de 1 8e eeuw, die in speciale wayangkisten liggen te slapen. In de Dalem van de Istana Mangkune- gara is eveneens een klein museumpje ingericht uit het privé bezit van de vorstelijke familie. Hindoe-Javaans goud en een indrukwekkende maskerver zameling zijn hier ondergebracht. Dit is slechts een magere, willekeurige op somming van wat er aan hoogste uitin- (lees verder volgende pagina) Heilig boegbeeld "Radja Mala" (een pusaka) van een statieprauw van Paku Buwono V, ca. 1800, in het kraton-museum van Solo. 21

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1989 | | pagina 19