Bij Oesman thuis.
rijden we een kort eindje verder naar de
school, de oude vertrouwde H.C.S.,
waarin onze herinneringen van een
halve eeuw wortelen. Het korte been
blijkt met enige lokalen verlengd te zijn
(waardoor de karetboom sneuvelde)
maar verkeert nog in de oorspronkelijke,
zij het zeer vervallen, staat. Het lange
been heeft een nieuw dak gekregen en
is nu nog als school in gebruik. De
pendopo en overige bijgebouwen zijn
verbouwd tot woningen voor het onder
wijzend personeel. De aanblik van onze
oude H.C.S. roept even allerlei herinne
ringen bij ons op en het "Weet je nog?"
is niet van de lucht. De huidige bewoners
zijn zeer verbaasd. Een guru die na 50
jaar zijn oude school en leerlingen weer
terug wil zienen dat helemaal vanuit
het verre Negeri BelandaI I
Nu gaan we op zoek naar Saudjana
eens de beauty van onze 6de klas. Ze
was toen 14 jaar en haar gitzwart lang
haar omlijstte haar knappe gezicht. Na
enig zoeken vonden we haar eenvoudige
houten woning. Op ons kloppen en
roepen komt ze tevoorschijn en kijkt
ons eerst niet begrijpend aan. Maar na
enige toelichting breekt de herkenning
door en met een kreet van blijdschap
valt ze me om de hals en betuigt ze me
haar vreugde over dit onverwachte
weerzien. We zijn al gauw in druk ge
sprek want ook haar klasgenoten heeft
ze al in geen jaren ontmoet. Ze is
werkelijk opgetogen en stemt van harte
in met ons voorstel er verder een gezel
lige dag van te maken. En zo gaan we
eerst samen wat eten in de pasang-
grahan en rijden daarna langs de boch
tige bergweg de Menoembing op, waar
op 500 m hoogte het hotel ligt waarin
Soekarno en Hatta na een politionele
actie voor korte tijd geïnterneerd waren.
Ook bezoeken wij de vuurtoren van
Tandjoeng Kalean, waar, in mijn tijd, de
vader van onze Chinese drieling (Tek
Lim, Tek Lie en Tek Bie) vuurtoren
wachter was. We hebben ook weer
kemoenting-bessen geplukt, net zoals
vroeger als we 's zondags met een
groepje leerlingen naar het strand wan
delden, bij wijze van goedkope "school
reisjes". Net als toen groeit de kemoen-
ting nog overvloedig dichtbij het strand
en biedt ze haar frissmakende lekkere
bessen gratis aan.
Achter in het busje wordt druk gepraat,
gelachen en gezongen. Schoolliedjes
van weleeruit Kun je nog zingen,
"Koeltjes suiz'len doen ritselen het lover.
Brengen de geuren van bloemen ons
over". Vooral Saudjana is uitgelaten. Ze
heeft vast in jaren niet meer zo gelachen
en zich zó zorgeloos gevoeld. Allen
lijken weer 14 1 5 jaar oud te zijn,
leerlingen van de 6e klasse, van de
Muntokse H.C.S. Vanuit mijn plaats
naast de chauffeur geniet ik echt van die
drukte en ongedwongen vrolijkheid.
Het samenzijn met mijn leerlingen van
toen.
We hebben het samen ook uitvoerig
gehad over de andere klasgenoten van
toen. Ik noemde al hun namen, één voor
één, en met z'n allen verzamelden we
toch heel wat informatie. Azizah, Mai-
moena en Dédé zijn overleden, alsook
Hong Loek, Tjoeng Fie en Hizazih.
Hong Lan zou dokter zijn in China,
Tjoeng Kong zou in Hong Kong als
musicus zijn brood verdienen en Dachlan
zou in Palembang directeur van een
Volksbank zijn. Si Parine werd in Jakarta
gezien, waar hij als arts werkte, maar
van zijn zuster Sondang wist niemand
wat te vertellen. De Chinese drieling
woont vermoedelijk in Jakarta en vol
gens zeggen, heeft A. Fa een toko op de
pasar van Bandoeng. Jolanda zit in
Jakarta evenals Jan Moi, van wie Sau
djana zelfs het adres heeft. (Enige dagen
later vind ik Jan Moi op dit adres en ook
zij vliegt me om de hals en is zó blij! Via
haar ontmoet ik nóg een klasgenoot. Se
Fong, die zowaar nog een 4-tal oude
kleine fotootjes uit die tijd bezit).
Moh. Isa en Basran wonen nog in Mun-
tok, maar we troffen ze helaas niet
thuis. Basran was zelfs uitstedig en dat
speet mij heel erg want ik had hem zo
graag weer gezien. Gelukkig stond zijn
zoon ons te woord en die lijkt sprekend
op de Basran van toén, als je tenminste
de snor even wegdenkt. Net als zijn
vader èn zijn grootvader is junior ook
chauffeur bij de BTW. Abdul Moeis
blijkt in Pangkal Pinang te wonen en
werkt als kassier bij de transportonder
neming waarvan Oesman directeur is.
De volgende dag ben ik dadelijk naar
zijn kantoor gegaan om Moeis te ont
moeten. Hij is nog altijd zo terugge
trokken en te bescheiden om uit zichzelf
bij me te komen.
Door al dat praten over de afwezige
klasgenoten lijkt het net of de hele 6e
klas van toen weer bij elkaar is. Vijf van
hen zijn lijfelijk aanwezig, de anderen
zijn in de geest bij ons. Herinneringen
zijn realiteit geworden, nieuwe herinne
ringen ontstaan. Waarlijkmemories
are made of this! Als we Muntok moeten
verlaten en afscheid nemen van Sau
djana klemt ze zich even aan mij vast,
en barst in snikken uit. Heel even maar
heeft ze zich kunnen koesteren in de
herinnering aan een onbezorgde school
jeugd.
De volgende dag is Hormain mijn spe
ciale gastheer. Wij bezoeken Sunggailiat
(lees verder volgende pagina)
Het nu verlengde, korte been van onze H.C.S.
33