EEN MAN MET GRIEVEN
TUNAS Trade, Tours Travel International B.V.
Hij is geboren in Bandoeng, hij heet Eric Rico Diephuis en is nu 54 jaar. Hij woont
in het laatste appartement op de vierde verdieping van een hoge flat in een plaats
in Gelderland. Als ik hem bezoek is het maandagmorgen half elf. De lucht van
gorengans die de lange galerij heeft veroverd, is voorbode van de persoonlijke
ontmoeting. "Meneer Ralph, kom binnen. We gaan straks wat bami eten. Zijn
(derde) vrouw, een Indonesische, zet lemper, pasteitjes en stopflesen katjang
op tafel. Een peuter speelt in de gang.
Eric Rico Diephuis.
"Mijn ouders zijn vóór de oorlog al
gescheiden. Ik ben opgevoed door mijn
grootouders. Toen de oorlog uitbrak, ik
was toen amper 6 jaar, woonden we in
Magelang. Ik zag hoe bij ons huis
zoeking werd verricht, ik zag hoe mijn
vader werd weggevoerd. Ik ben toen
bang geweest. Ook later, toen een tante
een kind kreeg van een Japanner. Ik
snapte dat natuurlijk allemaal niet, maar
gefluister, bedreigingen herinner ik mij.
Angst. Ik kwam ook in een kamp, met
mijn oma. Zij is daar overleden. Doordat
ik ergens in was getrapt kreeg ik een
flinke ontsteking aan mijn voet, iets dat
ik de hele oorlog heb gehouden. Nu is
het nog gevoelig.
Na de oorlog kwam ik in een extremisten
kamp. Als ik vandaag die reclames zie
van Becel, dan denk ik daaraan. We
zaten inde B-cel. Dat we onderweg naar
dat kamp werden uitgejouwd, dat ver
geet ik ook nooit.
In de maatschappij ben ik een misluk
keling. Wat betekent bevrijding? Voor
mij is dat ellende. Weer mensen, toen
heel andere types, die begonnen te
schieten. In 1 947 zag ik mijn vader pas
weer. Ik kende hem amper.
Jarenlang heb ik verzwegen dat ik ook
de oorlog heb meegemaakt, in Indië.
Ook mijn huisarts wist van niets. Op
mijn werk was ik soms agressief,
impulsief. Ik verpletterde mijn brood.
Bepaalde collega's rende ik achterna
met zwaar gereedschap. Mijn beneden
buurman zit elke avond te boren, tot na
twaalven. Ik ging naar beneden en zei
hem: "meneer: ik wil het nu nog rustig
zeggen. Ik heb last van u." Nu boort hij
maar tot tien uur. Maar hij moet op
passen.
Ik ben niet crimineel. Ik heb wel een on
macht tegen een overmacht. Er is zoveel
dat ik anders zou willen. Telkens word
je vernederd door die verraderlijke zaak
dat Indische oorlogsgetroffenen een
uitkering ontvangen uit Nederlandse
belastinggelden. Dat is een aantasting
van mijn rechtsgevoel. Japan moet ons
betalen! Niet de Nederlandse belasting
betaler! Ik heb medelijden met mensen
die voor mijn uitkering moeten zorgen.
Ik kan de maatschappij niets bieden. Ik
ben een man van 1 2 ambachten en 1 3
door RALPH BOEKHOLT
ongelukken. De oorzaak daarvan is de
oorlog. Dat ik leef, daarin ben ik rijk.
Maar arm door de manier waarop ik
behandeld word.' Ik leef van twee uit
keringen, waarvan een van de Rubo.
Omdat ik mij door de oorlog niet heb
kunnen ontwikkelen (ik heb maar 3
klassen lagere school) heb ik nooit een
behoorlijk inkomen kunnen verwerven.
Mijn uitkering is dan ook gebaseerd op
het minimum. Maar een ander krijgt
een maximum-uitkering omdat hij ster
ker en gezonder uit de oorlog is ge
komen en daardoor de kansen beter
heeft kunnen benutten.
Ik ben 1 meter 50 en te kort voor deze
maatschappij. En ik ben een halve mank-
poot. Ik ben niet gestoord, wel ver
stoord. Veel ziekten in de oorlog heb ik
zonder medicijnen overleefd. Ik ben
dus eigenlijk een sterk mens, maar nu
wel verzwakt. Maar ik heb, tot ik in
1979 werd afgekeurd, wel gewerkt. En
hard. Ik ben pijpfitter geweest, ik heb
tahoe gemaakt, het grootrijbewijs ge
haald en op het Midden-Oosten gereden.
En in fabrieken gewerkt. Maar nooit
was er een vaste baan voor mij. Altijd
was er een fusie of een verhuizing en
dan viel ik uit de boot.
Op Nieuw-Guinea, daar zou ik kansen
hebben gehad. Ik ben daar, net zoals
veel anderen, als contractant heen ge
gaan. Ik heb daar veel gezaaid, maar
weinig mogen oogsten. We zijn daar
gewoon misbruikt, door de regering.
Nieuw-Guinea. Landbouwmaatschappij
Vijsma. We kregen patjol en arit en een
gulden vijftig per dag. We werkten
hard. Daarna de wegenbouw. Los- en
laadwerk. Ik kon een stukje grond
pachten. Ik heb dat bewerkt en ik ging
taxi rijden. Ik bouwde een huisje. Ik ben
daar getrouwd. En toen kwam de ramp:
we moesten weg. We zijn belazerd
geworden.
Ik was de natuur gewend, maar hier in
Holland kwam ik in een rosse buurt te
wonen. En slechts met een "laisser
passer" ben ik hier gekomen! Pas later
hielp mijn vader mij aan een paspoort.
Iedere dag moest ik mij bij de politie
melden.
Eindjaren '70, toen nergens meer werk
voor mij was, zei het GAB "we kunnen
niets meer voor u doen". Ik ging naar
mijn huisarts, maar die snauwde mij af.
Misschien had hij het te druk. Ik heb
toen zijn deur aan flarden getrapt. Ik
ben toen naar België gegaan en heb
daar een pistool gekocht. Ik wilde een
paar mensen neerknallen. Zover is het -
gelukkig - niet gekomen. Op de terug
weg was ik dronken en werd ik aange
houden. Toen vond de politie het
pistool.
Ach, als ik praat word ik brutaal en wil ik
slaan. De enige taal die ze hier verstaan.
Maar je wordt toch ook kwaad gemaakt.
Hier, moet u lezen, een rapport van de
uitkeringsraad over een vriend van mij.
Kijken wat hier staat: "Aanvrager is een
donker getinte Indo-Europeaan met fijn
besneden gelaatstrekken". Daar word
je toch ook kwaad om."
Telex 32743 Holwe nl.
L. v. Meerdervoort 610 Telefoon 070 - 363 89 94 - 95
2563 BN DEN HAAGTelefax 070 - 363 05 52
Uw Indonesië en Verre Oosten reis op de maat van uw beurs en
wensen gesneden
Agent voor Europa van P.T. TUNAS INDONESIA TOURS TRAVEL Jakarta
Kantoren: Medan, Padang. Yogya, Surabaya, Bali. Ujung Pandang, Bandung, Singapore,
Hongkong, U.S.A.
1 1