op eigen houtje
Flores
't Vliegveld bij Maumere op Flores is te klein voor straalvliegtuigen en ons
propvolle vliegtuig doet dan ook meer dan 2Vz uur over de 800 km van Denpasar
naar Maumere. We worden afgehaald door Arnold, een broer van Lies in z'n
gloednieuwe Daihatsu terreinwagen. In en om Maumere zijn de wegen goed maar
zo gauw we beginnen aan de beklimming van de waterscheiding op weg naar het
aan de andere kant van het eiland gelegen Bola blijkt dat vierwielaandrijving en een
bergversnelling hier geen overbodige luxe zijn.
In onze ogen is de weg bar slecht maar
Arnold vindt 'm goed bereidbaar.
Hij rijdt trouwens niet zelf maar heeft
een chauffeur en bijrijder die min of
meer regelmatig voor hem rijden. Hal
verwege moeten we stoppen voor een
bulldozer en een grader die pogingen
doen de weg nog beter berijdbaar te
maken. Achter ons stopt een afgeladen
busje, zo een waarvan er duizenden in
Indonesië rijden. Ze zijn bestemd voor
18 passagiers maar er zitten er altijd
minimaal 25 in. Bij dit busje zitten ook
nog vijf passagiers op de imperiaal op
het dak. Het inkomen van de chauffeur
is afhankelijk van het aantal passagiers
dat hij vervoert en hij zal dus nooit een
passagier weigeren wegens plaatsge
brek. Om dezelfde reden is er nooit tijd
voor onderhoud en dat is er weer de
oorzaak van dat ze vaak met pech langs
de weg staan, soms op zo n ongelukkige
plaats dat de doorgang voor ander ver
keer volkomen onmogelijk is. Niet zelden
moet de pechvogel wachten op ander
verkeer omdat hij zelf helemaal geen
reparatiemateriaal heeft Zelfs de reserve
band ontbreekt meestal. Maar goed dat
tijd in Indonesië nog geen geld is want
niemand maakt zich druk op zulk op
onthoud.
Iemand heeft Flores ooit vergeleken
met een half onder water gelopen
Himalaya gebergte. De zeeën rondom
zijn tot 5000 meter diepende vulkanen
tot 3500 meter hoog. Van nature zijn er
nauwelijks vlakke stukjes om iets op te
verbouwen. De steile hellingen worden
op een bepaalde manier met struikjes
beplant die de grond die bij een regen
bui los spoelt vasthouden. Na een aantal
regenbuien is er dan een redelijk vlak
stukje grond ontstaan dat ruimte biedt
voor landbouw.
We arriveren na ruim een uur in Bola
waar de pastorie van Arnold staat, 't Is
een dorpje dat, denk ik, representatief is
voor een Florinees dorp. Er is een kerk,
een sekolah dasar en een sekolah
menengah petama, zeg maar onderbouw
van de middelbare school. Wie naar de
sekolah menengah atas wil zal elke dag
op en neer naar Maumere moeten. Net
als in heel Indonesië dragen de kinderen
schooluniformen en aan de kleur is te
zien op wat voor school ze zitten. Er is
geen waterleiding, geen elektriciteit en
dus geen TV en geen telefoon in Bola.
Een krant hebben we in de twaalf dagen
dat we in Bola geweest zijn ook niet
gezien.
Wie contact wil met de buitenwereld zal
naar die buitenwereld toe moeten. Dit
alles heeft tot gevolg dat er 's avonds in
Bola geen enkel vertier is en dus ligt
iedereen vroeg op bed. Een Chinees
spreekwoord zegt: Er is geen zuinigheid I
in vroeg naar bed gaan om kaarsen te
sparen als het resultaat een tweeling is.
Of dit mechanisme ook hier werkt weet
ik niet, feit is, dat we ons op onze eerste
oriënterende wandeling naar het strand
voelen als de rattenvanger van Hameien.
De weg gaat steil omlaag en bij elk huis
dat we passeren wordt de stoet mee
lopende kinderen groter. Als we aan het
strand arriveren houdt de vergelijking
met de rattenvanger op. Deze kinderen
vormen een meter voor ons een dichte
haag waardoor ons alle uitzicht op zee
ontnomen wordt en ze staren ons met
onverholen nieuwsgierigheid aan.
Als we vragen of ze een beetje opzij
willen gaan zodat we de zee kunnen
zien laten ze een opening van twintig
centimeter vrij. De weg terug is zo'n
stevige klimpartij dat we deze wandeling
zeker niet dagelijks zullen maken zoals
we op Bali wel deden.
De mensen op Flores, zeker buiten de
grotere plaatsen, zijn voor veel dingen
helemaal op zichzelf aangewezen, leder
een bouwt z'n eigen huis, spint, ikat en
weeft z'n eigen kleding en verbouwt z'n
eigen voedsel. Hier en daar een tokootje
waar wat verkocht wordt maar meestal
in heel kleine hoeveelheden. Suiker per
ons bijvoorbeeld.
Ook sterke drank wordt zelf gestookt.
Na een heel moeizame klauterpartij
komen we bij een tuakstokerij. Van de
bloem van de lontarpalm wordt sap
opgevangen en boven een houtvuurtje
in een primitieve, geheel afgesloten
kleiketel aan de kook gebracht. De
damp wordt via een stelsel van bamboe
kokers afgevoerd en afgekoeld waar
door het condenseert en opgevangen in
een pan. 't Is een pittig drankje maar
lekker vind ik 't niet. We zijn op deze
tocht begeleid door een paar mede
werksters van Arnold en natuurlijk
weten ze het op de terugtocht zo te
regelen dat we in hun kampong terecht
komen waar we kennis moeten maken
met de hele familie en waar iedereen
weer op de foto wil.
De huizen zijn gebouwd van wat het
bos biedt, alleen de atappen daken
worden meer en meer vervangen door
zinken golfplaten. Bij elk huis hangt een
bamboekoker die bij navraag als alarm
sein dienst blijkt te doen. Bij calamiteiten
als brand en ernstige ziekte wordt hierop
geslagen om hulp in te roepen.
Flores is onvoorstelbaar mooi.
(SLOT) 'door JOOP KARMAN
12