»JUM Bola. 't Is vakantie en in Bola is niets te beleven. Wij vormen dus een welkome bezienswaardigheid. Alle transport in Indonesië wordt uitgebuit. Niemand blijft staan omdat de bus vol is. Er is altijd nog wel een plaatsje, desnoods op het dak. Natuurlijk moeten we naar de Kelimutu, de toeristische attractie van Flores. 't Zijn drie kratermeren, elk met een andere kleur. Heen en terug bij elkaar een rit van 300 kilometer waar we, gezien de toestand van de wegen toch twee dagen voor uittrekken. Met wat passen en meten biedt de auto plaats aan tien personen en naar goed Indonesisch gebruik wordt het transport tot en met de laatste plaats uitgebuit. Een goede bijrijder is onmisbaar. Vaak moeten er bij tegenliggers levensgevaarlijke ma noeuvres uitgevoerd worden om elkaar te passeren en het is de taak van de bijrijder een plekje te zoeken waar je auto bij het uitwijken nog net niet omlaag stort. In de regentijd helemaal een verschrikking. Lies en ik zullen alles betalen. De chauf feur, de bijrijder, alle maaltijden, over nachtingen voor 10 mensen, brandstof voor de auto, kortom alles. Als we na twee dagen de rekening opmaken zijn we precies f 1 50,- kwijt en daarvoor hebben we met z'n tienen een schitte rende tocht gehad. De route is prachtig maar de weg zo slecht dat een gemid delde van 20 kilometer net haalbaar is. Dat heeft z'n voordelen. We scheuren tenminste niet overal voorbij zoals op Bali weieens gebeurde. In de buurt van de Kelimutu zullen we in een klooster overnachten. We zetten een deel van de passagiers vast af. Dit klooster wordt regelmatig gebruikt als overnachtings plaats. Arnold, Lies en ik gaan met de chauffeur en bijrijder door naar Endeh, waar Arnold nog wat te doen heeft. Dat laatste stuk naar Endeh blijkt adembenemend mooi. De avondmaaltijd in het klooster is uit stekend en natuurlijk is ook hier 's avonds helemaal niets te beleven zodat we al heel vroeg naar bed gaan. We zitten hier 1200 meter hoog zodat we lekker onder de wol kruipen. Om kwart over vijf in de vroege ochtend barst opgewekte religieuze muziek los uit een aantal grote luidsprekers die buiten op diverse strategische punten staan opgesteld terwijl tien minuten later de kerkklokken beginnen te luiden. Waarschijnlijk zitten daar bepaalde, voor honden onaangename tonen in, want bij de eerste toon beginnen alle honden uit de wijde omtrek luid mee te janken en alsof dat nog niet genoeg is wordt dit alles feestelijk begeleid door het gekraai van honderden hanen. De schitterende zonsopkomst waarvan we, dankzij dit matineuze concert volop kunnen genie ten vergoedt veel. Heel vroeg gaan we op weg naar de Kelimutu, die nog weer 400 meter hoger ligt. Onderweg overal volop bedrijvigheid. De Kelimutu is helemaal per auto bereikbaar al gaat het laatste stuk wel overeen vreselijk smal paadje. Natuurlijk komen we een tegenliggger tegen en het kost heel wat passen en meten om elkaar heelhuids te passeren. Als we bij de meren arriveren boffen we. De lucht is nog steeds helder. Niet zelden maak je deze hele reis voor niets omdat de lucht op deze hoogte plotseling potdicht trekt. De kleuren van de meren zijn lichtgroen, donkergroen en bruin terwijl in het groen lichtgele strepen te zien zijn. Dat zijn opgeloste mineralen die de kleur van de meren voortdurend ver anderen. De meren liggen diep, voort durend uit de wind zodat de lichtgele strepen niet gauw zullen vervagen. Buiten ons is er weinig belangstelling voor de Kelimutu. Heel in de diepte zien we een paar rugzak toeristen die een alternatieve route zoeken. Ook de terug reis is schitterend en hier en daar zijn (lees verder volgende pagina) Twee van de drie kratermeren van de Kelimutu op een hoogte Schitterende sawah's in de buurt van de Kelimutu. van 1600 meter. 13

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1990 | | pagina 13