HET INDISCHE BOUWEN In het Gemeentemuseum ('t Meyhuis) aan het Kasteelplein te Helmond is tot 8 april a.s. de tentoonstelling "Het Indische Bouwen" te bezichtigen, een expositie over architectuur en stedebouw in Indonesië in de afgelopen eeuwen. De tentoonstelling, die is opgebouwd uit foto's, maquettes, schilde rijen, bouwtekeningen enz. is een vervolg op het in september 1988 in Jakarta gehouden symposium "Change and Heritage in Indonesian Cities", dat was georganiseerd door Nederlandse en Indonesische architecten-verenigingen en wordt beschouwd als bewijs van de groeiende interesse voor en toenemende waardering van het historische belang van het Indisch bouwen. De expositie in Helmond is georganiseerd in nauwe samenwerking met o.a. ARSI, Architectuur en Stedebouw in Indonesië, een werkgroep van de Stichting Cultuurgeschiedenis Nederlanders Overzee. Bij de officiële opening van de tentoonstelling op 10 februari jl. hield prof. dr. ir. C. L. Temminck Groll een inleiding, waarvan tekst hier in vertaling is afgedrukt. Indonesië is een land met veel rijke en vaak zeer oude culturen, waarvan som mige architectonische monumenten wereldfaam hebben voortgebracht. Deze worden onderhouden en bestu deerd, maar maken geen deel meer uit van het dagelijks leven. Verschillende fascinerende regionale bouwstijlen pasten doorgaans vergan kelijke materialen toe, de gebouwen zelf zijn zelden erg oud. Maar de con structie-principes en de symbolische en decoratieve tradities erachter, zijn van lang vervlogen tijden. Zij worden nog steeds door mensen gebruikt, maar veranderende leefpatronen maken dit steeds moeilijker. Europeanen kwamen naar dit land. In de 16e eeuw de Portugezen. Later de Engelsen en daarna velen uit Nederland. Deze waren georganiseerd in de V.O.C. Er kwamen handelsnederzettingen aan de kusten van Indonesië en andere delen van Azië. In 1619 werd Batavia gesticht ter plaatse van het vroegere Jacatra. Deze stad, "de Koningin van het Oosten", zou de hoofdstad van alle VOC-nederzettingen van Azië worden, van de westkust van India tot aan die van Deshima, Japan. Er was geen verge lijkbare hoofdstad voor de door de Brit ten bestuurde gebieden. Een paar jaar later stichtte de Nederlandse Wèst- Indische Compagnie Nieuw Amster dam, het huidige New York, dat dus Jakarta's zes jaar jongere zusje is! Er zijn nog steeds gebouwen en voor beelden van stadsplanning te vinden uit de VOC periode, de 1 7e en 1 8e eeuw. Herkenbaar Nederlands, maar met een steeds meer toenemende, Indonesische invloed, bouwstijl, techniek en decora tie. U kunt dat zien door deze te verge lijken met gebouwen in Nederland zelf of elders in de wereld. De meeste van deze gebouwen worden beschouwd als historische monumen ten. Zij worden gebruikt als musea of voor officiële doeleinden. Andere echter - door latere veranderingen en aanpas singen - zijn nog niet herkend als voort komende uit die periode. Ongetwijfeld zijn er nog verborgen schatten te vin den! Tijdens de korte Britse tussenregering 1811-1816 werd de "klassieke" stijl, zoals wij die noemen, geïntroduceerd. Dat wil zeggen het consequente gebruik van elementen, die meer dan 2000 jaar eerder waren ontwikkeld rond de Mid dellandse Zee tussen Europa, Azië en Afrika. In landen zoals Griekenland en Italië, zo veel zonniger dan Engeland en Nederland. Schaduwrijke zuilengalerijen die de wind doorlieten, zeer bruikbaar in hettropische klimaat. Na deze introduc tie, domineerden zij het landschap voor een lange tijd. Na 1815 begon het formele kolonia lisme. Dit betekent meer Nederlandse invloed in de binnenlanden van steeds meer eilanden, maarook meerculturele uitwisseling, zoals in de Kratons. Merkwaardig is dat er meer gepubliceerd is over de Indonesische tradities door Nederlandse wetenschappers, dan over wat de Nederlanders zelf hebben ge bouwd. Hierin ligt een interessant veld voor studie open! Rond de eeuwwisseling begint Ban doeng interessant te worden voor de Nederlanders. Zij houden van het kli maat en Bandoeng wordt de "tweede hoofdstad". In Batavia en Bandoeng, en ook elders, beginnen grote prestaties op het gebied van stadsplanning en architectuur tot stand te komen. Nu gebeurt er iets buitengewoons. De architectuur in Nederland krijgt interna tionale bekendheid in het begin van de 20e eeuw. Berlage, Amsterdamse School, Stijlgroep Nieuwe Zakelijkheid, Dudok. Geen wonder dat onder de architectuur in Indonesië zeer hoge kwaliteit was. Maar steeds meer ver schillend van de Nederlandse. Hoe langer hoe meer aangepast aan het land met het weelderige klimaat, de ruimte en landschappen, de financiële moge lijkheden, en het zeer goede en betrek kelijk goedkope vakmanschap. Indonesische bouwprincipes en deco ratieve tradities werden serieus bestu deerd, er kwamen meer persoonlijke contacten en vormen van samenwer king. Zo werd in de jaren 20 en 30 de typische en karakteristieke "Indische Architectuur" ontwikkeld. In Nederland nog niet ondererkend, laat staan in internationale publikaties, waarin het werk van Nederlandse architectuur in Nederland zelf altijd werd genoemd. U zult het met mij eens zijn dat Maclaine Pont's gebouw voor het "InstitutTekno- logi Bandung" een plaats verdient op de wereldlijst van 20e eeuwse monumen ten! Heeft u ooit de lichtval in het interieur gezien? Hier is een samen smelting van Aziatische en Europese culturen, niet kunstmatig maar essen tieel. Na de oorlog had de Indonesische be volking een nieuwe toekomst als onaf hankelijke Republiek verworven. Toch was er altijd nog continuïteit op het gebied van architectuur en stadsplan ning (zelfs nog meer op het gebied van archeologie, denk aan de vele oudhe den). Maarde initiatieven komen nu van de andere kant. Ongeveer 20 jaar na de Onafhankelijk heid, toont Indonesië belangstelling voor de VOC gebouwen en de restauratie begint, zelfs vóór het bekend was hoe uniek deze gebouwen waren voor heel Azië. Onder de Britse invloedssfeer werd op grote schaal nauwelijks ge bouwd voorde 1 9e eeuw. Toen, 20 jaar terug dus, was er al belangstelling voor Indische Architectuur, maar informatie hieromtrent bleek nog moeilijk te verzamelen. (lees verder volgende pagina) 18

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1990 | | pagina 18