AAN WIE MOET IK IN HEMELSNAAM MIJN OUDE BOEKEN GEVEN?
O
Wie een goede bestemming zoekt voor
oude Indische boeken, foto's, films,
documenten, platen enz. krijgt het
steeds "moeilijker. Allerlei organisaties
en particulieren zoeken de laatste tijd
steeds meer de publiciteit met de mede
deling dat zij Indische boeken, foto's
enz. willen verzamelen om zodoende de
Indische cultuur te bewaren. Nu is
natuurlijk iedereen vrij om zich het
verzamelen van I ndische cultuurgoede
ren ten doel te stellen, maar het is
duidelijk dat wildgroei geen enkel doel
kan dienen. Overleg tussen serieuze
organisaties lijkt dan ook voor de hand
te liggen, maar in de praktijk gaan de
verschillende organisaties bij voorkeur
hun eigen weg.
Het voorlopig resultaat daarvan is bij
voorbeeld dat een collectie van 3 boeken
wordt gepresenteerd als "documentatie
centrum". En ook is daar de regelmatig
gestelde vraag waar toch dat Indisch
centrum of museum staat waar de kran
ten zo dikwijls over schrijven en dat 5
miljoen gulden zou hebben gekost en
waarin blijkens een bericht in de
Haagsche Courant van 1 5 februari jl.
tante Lien zou optreden.
Een echt en heus Indisch Centrum in
Den Haag, welke naam dat ook zal
hebben, zal er ooit komen. Daar ben ik
van overtuigd. Dat kan echter geen
werk worden van één man of van één
organisatie. Daarvoor is samenwerking
nodig, iets dat niet de sterkste kant van
de Indische gemeenschap is, maartoch.
In afwachting van zulk een overleg is
het misschien het beste om een onder
scheid te maken tussen kaf en koren,
vooral wanneer u nu op het punt staat
een bestemming te zoeken voor uw
boeken, foto's enz.
Dan lijkt het vervolgens gemakkelijk en
goedkoop om nu het INDISCH WETEN
SCHAPPELIJK INSTITUUT (I.W.I.) nog
maals onder uw aandacht te brengen.
Dit instituut, gevestigd aan de Prins
Mauritslaan 36 te Den Haag (tel. 070 -
354 55 01is echter een heel concreet
gebeuren. Iedere week, van maandag
tot en met donderdag, bent u er welkom:
om zomaar eens te zien wat het I.W.I. is,
om er te studeren, om even wat op te
zoeken, om informatie te vragen, om
uw kostbare boeken, foto's enz. een
bestemming te geven.
Het I.W.I. is op 21 februari 1 985 offi
cieel bij notariële akte opgericht en
sindsdien is door vrijwilligers in stilte
hard gewerkt aan het verzamelen, orde
nen en toegankelijk maken van Indische
cultuurgoederen. Nu is het I.W.I. zover
dat het resultaat van 5 jaar gezien mag
worden. En er komt meer: het I.W.I. is
een samenwerkingsverband aangegaan
met het unieke Indische Familie Archief
van Dick Visker. In de maand mei a.s. zal
dit archief ook in het pand Prins Maurits
laan 36 worden gehuisvest, zodat er
een ruggegraat is gevormd van een
Indisch documentatiecentrum. Tijdens
een Open Dag - de datum hoort u nog -
zal het IWI/IFA zich officieel presen
teren. Maar ook dan zal het streven
blijven om samen te gaan met andere
serieuze Indische organisaties die
serieus het behoud van het Indische
erfgoed ten doel hebben.
R.B.
niet gegeten want er werd niet gekookt
en bovendien kon je toch niets binnen
houden. Met pijn en moeite hielden we
onze mond en keel vochtig met thee.
Ik was zo ziek dat ik moeite had te
denken aan dat kleine kereltje dat daar
in zijn eentje in de hut van de kapitein
lag. Zonder voeding, zonder verscho
ning! Die hut was niette bereiken, want
je moest buitenom het slingertrapje op
en dat was niet eens te zien door de
zeeën die eroverheen sloegen. De meis
jes lagen roerloos en doodsbleek onder
een tafel.
De "Nel" voer op een halve motor de
Java zee op (vergeef me mijn totaal
gebrek aan scheepvaartkundige kennis)
en ook de radio viel uit. We hadden in
Soerabaja moeten aankomen maar
kwamen na vijfdagen voorSemarang te
liggen. De storm had 3 dagen geduurd
en de "Nel" deed er nog twee dagen
over om richting Semarang te koersen.
De hemel mag weten hoe, maar ineens
was het zover dat de kapitein ons kwam
vertellen dat we in "veilige haven"
waren. Aan de steiger, niet op de rede
want de "Nel" was maar een klein
schip.
Toen kwam ik tot het besef dat ik mijn
baby bijna vijf dagen niet had gezien,
gevoed, gewassen. Zou hij nog leven?
Mijn hart dat vijf dagen lang in zee had
gelegen bonsde weer op de plaats waar
het hoorde, ik kon weer denken en bang
zijn voor wat ik zou vinden in de hut
Soe noemde men hem, omdat hij
"bisoe" was, doofstom, matroos,
manusje van alles. Hij was het die rond
ging met glazen thee als het even kon
tijdens de storm. Nu ging hij me voor
naar de hut, hij opende de deur voor me.
Daar lag Kereltje, wijdopen knikker-
blauwe ogen strak op de deur gericht,
handjes graaiend in mijn richting. Hij
leefde en zat van top tot teen onder de
viezigheid. Maar hij leefde, en hoe
Soe probeerde me iets te vertellen, ik
begreep het. Hij liet me een glas zien,
een lepel, wees op Kereltje, en naar
zichzelf, Soe had Kereltje een paar maal
per dag thee gevoerd. Met suiker. Hoe
het hem gelukt was door de hoge zeeën
de hut te bereikenach, onze Lieve
Heer had immers niet voor niets die la
open laten staan?
Tjalie en Rogier stonden in de aankomst
hal op Kemajoran. "Jullie zien er fantas
tisch uit!" zei Tjalie en nam Kereltje van
me over, en drukte de beide meisjes
tegen zich aan.
"Ik ben 10 kilo afgevallen" zei ik, dit
was een goeie gelegenheid om over
tuigend te overdrijven. "We gaan straks
heerlijk eten op Pasar Baroe", zei Tjalie.
"Heb je kamers voor ons?" "Eén kamer",
zei Tjalie. "Voor elke kamer moet je
sleutelgeld betalen, het is krankzinnig
zoals ze je hier te grazen nemen. Voor
lopig deze kamer tot ik weer verdien. Ik
heb 50 pop moeten lenen van Ritman.
"Ik heb nog een tientje" zei ik, "en als
we naar de Bank zijn geweest hebben
we f 6.000,-".
"Je moet geen grapjes maken. We zijn
echt arm", zei Tjalie. "Het is geen grapje"
zei ik, "we zij écht rijk!"
Die 6.000 pop was binnen een paar
maanden op. Voor twee kamers betaal
den we f 2.000 sleutelgeld, we hadden
fietsen voor de kinderen, huisraad,
kleding, een kinderwagen nodig.
Tjalie kwam na een poosje bij de
"Nieuwsgier" te werken. Ik ook en
werd later nog freelance copywriter bij
Unilever. Djakarta was druk, uitdagend
en gezellig. Sampit lag zo ver, ver weg
en toch zo na aan mijn hart.
Naschrift:
In Sampit schreef Tjalie "Tjoek" en de
meeste verhalen uit de bundel van die
naam. "Schuilen voor de regen" en nog
zeven niet gepubliceerde korte verhalen.
Naar aanleiding van deze Sampit-
herinneringen zijn een twintigtal
namen van oud-Sampittenaren tevoor
schijn gekomen. Wie voor een (een
malige) reünie mocht voelen, ik ben
genegen die te organiseren. En als de
kinderen die er werden geboren ook
van de partij konden zijn? Want wie
wordt er nu op Sampit geboren?
9