lii» welzijn li Kinderen houden van dansen /V'#''////''//''7''//y/////? Dat hebben ze door de eeuwen heen al gedaan, vroeger alleen wat minder uitbundig en vrij dan nu. Deze ingetogen meisjes in het balletklasje van Sophie Timmermans-van Milt stralen niet de vrolijkheid uit die er bij de moderne flash-break- en aerobic dancing van af spat, maar geloof me, als ik u vertel dat ze zich echt heel gelukkig voelden. Deze balletlessen hadden plaats in een zaaltje van het Volkenkundig Museum op Simpang in Soerabaja, 1948. "Graciosa" heette de dansschool. Haar assistente Conny Kneefel vond deze foto bij het opruimen. Dansen, na een roerige, bange tijd. Veilig in een mooie ruimte, onder goede leiding. Te bedenken dat al deze meisjes nu waarschijnlijk grootmoeders zijn van meiskes die met haarbanden, enkelwarmers en punkhaartjes de halsbrekende toeren verrichten die in die tijd alleen door acrobaten in een circus werden vertoond? Op de rechtse foto, uiterst rechts Sophie van Milt. - LD Laten we het deze keer eens gezellig over winkelen en boodschappen doen, hebben. Let wel, winkelen is heel iets anders dan boodschappen doen. Bood schappen doe je uit noodzaak, al dan niet met een lijstje dat meestal onvind baar blijkt, als je erop wilt kijken. Pot dorie, toch in de zak van de andere jas gestopt! Maar als goede huismoeder onthoud je alles. Méér dan alles, om met Harryet Marsman te spreken. Denk je 5 boodschappen te hebben opge schreven, kom je met 23 thuis. Min stens 1 5 kilo sjouwen. Hebt u weieens al die pondjes van dit, pondjes van dat, onsje van zus onsje van zo, bij elkaar opgeteld? Hebt u weieens alle bood schappen laten vallen omdat de heng sels van de tas het begaven of omdat u overeen straattegel struikelde? Ik wel, o zo vaak. Een van de redenen dat ik bijna nooit sinaasappelen koop, niet alleen omdat ze meestal zuur zijn, maar omdat ze zo rollen. Ik ga er niet achterheen, ik ben daar gek. Eieren gaan overigens minder vaak stuk dan je zou verwachten. vanwege de doos. Op een keer kocht ik nog gauw een paar eitjes bij de slager. "Hoeft niet in een doos, doet u maar in een zakje", zei ik. Nou, die eieren heb ik laten vallen. Flarr! op de stoep van de slager gelukkig, die was toch aan het dweilen, kon hij meteen opruimen en mij weer 3 eieren geven. Een hékel heb ik aan boodschappen doen. Vroeger had je nog van die knusse kruideniertjes zoals de Spar. Daar werd je persoonlijk geholpen. Je kocht veel minder, je besteedde precies datgene wat je dacht uit te geven voor die dag. Nu koopje maar, gedachteloos. Met de uitvinding van supermarkets is ook de ergste dwangneurose uitgevonden om vrouwen tot meer kopen te dwingen. "Laat me dat ook maar nemen, mijn fles is bijna leeg. En dat ook maar voor de afwisseling." Zo komen we met 23 boodschappen thuis inplaats van 5. En met een lege portemonnaie. Neen, dan winkelen. Urenlang winkel in, winkel uit voor die ene kleur blouse die niet bestaat, voor dat model schoenen dat allang uit de mode is. Maar je ziet wel een mooie vaas, beeldige oorclips en dat flesje parfum koop je dan ook maar i.p.v. de blouse. Zo gaat dat toch? Je komt met pakjes thuis, niet met een bood schapentas. Mijn hart bloedt als ik naar de kinderen kijk die maar worden meegesjouwd, peutertjes die niets anders zien dan lopende benen en tassen. Ze zien ook dat mamma en pappa spullen zomaar pakken en in het mandje doen, dat mag zo maar, dat hoort zo. Weten zij veel van betalen aan de kassa. Dat is één hande ling tegenover vele keren spullen weg pakken. Ik geloof beslist dat zelfbedie ning de winkeldiefstallen in de hand gewerkt heeft. Maar daar zal ik het nu maar niet over hebben. Wel over die aardige klanten die bij Moesson over de vloer komen. Nooit ongeduldig, nooit "ik was vóór u", heel zelden vervelende vragen. Soms is het heel druk, soms heel stil, maar dan kan er ander werk worden gedaan. Maar zo stil als in die zaak waarover een vriendin van me vertelde, is het nooit geweest. "In die winkel komt bijna nóóit iemand", vertelde ze. "Als je komt, krijg je een hand!" Je hoort ook vaak grappige dingen van klanten. Een heer kwam onlangs een boek kopen voor zijn moeder. "Piekeren in de regen", of zoiets", zei hij. "Dat moet dan "Piekeren in Nederland" zijn van Tjalie Robinson of "Schuilen voor de regen" van Vincent Mahieu", zei ik, "welk bedoelt u?" "Piekeren in Nederland", ja, dat was de titel. Ik wist dat het iets met regen te maken had!" antwoordde hijopgelucht. En dan die dame aan de telefoon die geen woord Nederlands verstond, alleen Indonesisch. Ik weet er gelukkig vol doende van, dat ik haar kon begrijpen en antwoord geven op haar vragen. "Trima kasi ja", zei ze dankbaar, en dan vlot: "DOEI!" Ik zeg gewoon: Dag! tot de volgende maand. LILIAN DUCELLE T-3

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1990 | | pagina 15