Weekend in Limpakoewoes Limpakoewoes. Dit gehucht ligt 1 6 km van de stad Poerwokerto, residentie Banjoemas, Midden-Java. Onze buren, familie Wassmer, woonde aan de andere kant van de kali; onze huizen waren gescheiden door deze kali. Onze percelen hadden onze vaders gepacht voor onbepaalde tijd. In de droge tijd stond er geen water in de kali, maar er lagen hele grote stenen in, afkomstig van de Slamet. In de regentijd veranderde deze kali in een woeste rivier. Mijn vader had dan ook een bamboebrug gebouwd, dus konden we altijd rustig oversteken naar onze buurman. In de maanden juni t/m augustus was het daar erg koud, dan maakten wij een kampvuur om 5 uur 's morgens en omhulden wij ons met dikke dekens. Natuurlijk poften wij maïs en ketella pohon (cassave). Wij wachtten bij het kampvuur op de zonsopgang, eerst zag je een vurig puntje en plotseling een felle flits, daarna zag je de zon opkomen. Dit werd begroet door onze hanen. Reds, Australorps, Minorca's en Leg horns, die dan allemaal tegelijk begon nen te kraaien en dan was het een lawaai als een oordeel! Ik schreeuwde de tarzanroep naar onze buurjongen en die antwoordde met dezelfde roep. De raskippen legden eieren, die grotendeels werden uitge broed. Het was een grote verzorging, electriciteit bestond vroeger nog niet in de bergen, dus werden er toen olie lampen gebruikt voorde broedmachien- tjes. Men kan zich dus wel voorstellen dat er steeds controle uitgeoefend moest worden. De lichten in ons huis werden ook verzorgd door een petromax- lamp, dat is een lamp met onderdruk, die na een tijd weer opgepompt moest worden en dan kreeg je weer mooi licht. Ook was mijn vader in het bezit van een instrumentje, waarmee hij kon zien of in de eieren hanen of kippen zaten en dan werden zij meteen van elkaar geschei den. Dus één broedmachientje voor de hanen en de andere voor de kippen, hennen dan. Wij hadden dan ook ver schillende kleine en grote kippenrennen gemaakt en iedere keer als de kuikentjes groter werden, werden zij verplaatst naar een grotere ren. De tuin was aan de voorkant van ons huis begroeid met verschillende bloe men o.a. gerbera's, rozen, die geënt werden, gladiolen van verschillende kleuren, Jeanne D'arc, Avé Maria, Orange Princess, War (bloedrood bijna aan de zwarte kant), hortensia's, teveel om op te noemen. De bollen van deze bloemen werden voor de oorlog vanuit de Provincie Zeeland besteld. In de voortuin groeiden ook ananas Bogor, de Cayenne-ananas van bijna 1 meterlang, koffiebomen, moerbeibomen, die tege lijk als pagger (heg) werden gebruikt en de djamboe-aer, die konden wij vanuit onze slaapkamer plukken en dan ook druivenplanten, die langs de muur van ons huis klommen. Van de ananas- cayenne, moerbeivruchten, pisang wer den door mijn vader wijnen gemaakt, door de Dienst Accijnzen werden deze wijnen gekeurd en door hen vergeleken met de Franse landwijnen. De achtertuin was bezaaid met aardbeien, markisabo men, djeroek-keprok, papajabomen, de extra grote djamboe klutuk, worteltuinen, aardappelen, sla, boontjes en nog vele andere groenten, akar-wangi, derris- wortels voor het bestrijden van insecten enz. enz. Over de rijst- en de maïsbouw kan ik iets vertellen. Wanneer geoogst werd, kregen de mensen die meehielpen de helft van de oogst. Gedurende de oogst tijd namen wij altijd ons eigen eten mee en de deelbouwers aten dan maïsrijst en dit eten werd op pisangbladeren gespreid met enige gerechten o.a. kuluban, een soort urapan van verschil lende groenten en jonge ketellabladeren met geraspte klapper, zoute vis en sambel. Wij ruilden ons eten met kip en andere gerechten, en vroegen een portie van hun eten. In de hoek van de achterplaats liep het water vanuit de bossen in grote regen tonnen en vandaar liep er een bamboe leiding nar onze badkamer. De schoolvakantie viel altijd in de maand augustus en dat was juist de koudste tijd. De berg Slamet was helder en er lag geen wolk op. Dan moest je wel iets warms aantrekken! Natuurlijk was het in de kamer van de kuikentjes, in de keuken en in de schuur, waar de maïs werd gedroogd, wel warm. Speciaal voor de maïs met grote korrels, voor het planten straks na de regentijd, deze korrels moeten daarom goed droog zijn. De geoogste rijst werd speciaal bewaard in een huis op palen, aan de onderkant met een meter van de grond af schuin geknipte blikken vastgezet, zodat de muizen geen kans hadden om erin te komen. Een gedeelte van de padi (rijst) werd gestampt. Het eten werd door onze kokki klaar gemaakt met verschillende groenten van onze eigen tuin. Vlees hadden wij in overvloed van wilde zwijnen, kampong- kippen. Andere gerechten zoals tempé, tahoe, gezouten- en verse vis, werd door onze lajangan (boodschappenjon gen) in de stad gekocht, nadat hij al onze produkten had afgeleverd op een speciaal adres. Als hij terugkwam van de stad, bracht hij naast de boodschap pen de post mee. Hij vertrok altijd om 4 uur 's morgens als wij nog sliepen. Iedere zaterdag haalde onze vader ons af van defamilieSchilham, ons kosthuis, en bracht ons 's maandags weer naar Poerwokerto terug. Dan was het altijd feest voor ons, een paar heerlijke koude dagen in ons huis de "Slamet-hoeve" 2000 voet hoog boven de zeespiegel. A. K. E. VON DER OELSNITZ Dit sfeervolle berglandschap in de ochtendnevel met in het dal een desa, ligt niet bij Limpakoewoes, maar is de desa Lemboengan met op de achtergrond de Goenoeng Koenir (wie weet waar deze berg ligt?). 18

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1990 | | pagina 26