KLASSIANEN, wat zijn dat? Djonkoh Ze bestonden in Indië, maar de kans is groot, dat u er nooit van heeft gehoord. Daarom vertel ik erover. Het waren militairen, die geplaatst waren in het strafdetachement te Ngawi. Voor straf, dus ze zaten er niet uit vrije wil en evenmin voor hun plezier. Zij waren gestraft met de "klas" of voluit: met plaatsing in de tweede klasse van mili taire discipline. Het waren mannen, die zich bij voortduring hadden misdragen en voor wie een normale bestraffing blijkbaar niet meer hielp. Voor allerlei overtredingen had je een straf: licht arrest, verzwaard arrest of streng arrest. Straffen werden niet zomaar opgelegd, ze werden toegepast in de hoop, dat de persoon in kwestie zich zou beteren, maar wanneer bleek dat de "gewone" straffen geen effect meer hadden, dan volgde plaatsing in de klas, je werd dan klassiaan en de oranje-rode kokarde op de pet werd, als een uiterlijk teken, vervangen door een koperen cijfer "2" en je ging, onder geleide, naar Ngawi, een plaatsje niet ver van Madioen, op Midden Java. In het strafdetachement werden de klassianen krachtig aangepakt door speciale officieren en onderofficieren. De tijd, die je in de klas zat, telde niet mee voor de diensttijd, dus die moest men nadienen. Je kwam er altijd voor minstens zes maanden en die waren verdeeld over drie perioden, een zware, een lichtere en lichte. De laatste periode was om zich voor te bereiden op terug keer naar het gewone bataljon. Als een periode niet volledig naar behoren was doorgekomen, dus wan neer weer overtredingen waren begaan, dan "viel je terug" en moest men die hele periode weer overdoen, op die manier kon de klas dus telkens worden verlengd. Dat waren harde regels. Sommigen namen de waarschuwingen ter harte en volbrachten de klas goed, zij keerden als volwaardig soldaat weer naar hun eigen onderdeel terug. Enkelen hunner werden later zelfs uitmuntende onderofficieren. Maar, wie er niet in slaagde uit de klas te komen, werd als onverbeterlijk uit het leger ontslagen. Ze werden de dienst uit "geschopt" met rood paspoort, zoals dat heette. Dat was natuurlijk niet rood van kleur, maar de term is bedoeld om aan te geven, dat men oneervol als militair was ontslagen. Men kon dan later nooit meer een overheidsbetrekking krijgen. Wie in de klas terecht kwam, kende de gevolgen maar al te goed. In Ngawi was alles even streng, alles moest model volgens voorschriften worden uitgevoerd. Er was alle dagen exercitie en corvee, u weet wel, de bekende discipline-oefeningen, namelijk het verrichten van onaangename werk zaamheden zonder tegenspraak en het onmiddellijk uitvoeren van gegeven bevelen. Ook moest elk bevel in de looppas worden uitgevoerd en ging het niet goed genoeg, dan werd het over gedaan, desnods tien keer! Men moest bijzonder goed oppassen voor insubordinatie. Dus nooit een order tegenspreken, zelfs geen mis noegd gebaar maken, ja zelfs een min der vergenoegde blik kon reeds als insubordinatie worden opgevat (dat was het beruchte insubordinatie metde ogen, waarvoor je zelfs de krijgsraad' kon riskeren). Lezer, Ngawi was een instituut van de oude tijd, het is natuurlijk reeds lang afgeschaft, toen het gehalte van de KNIL-soldaten op zodanig peil was gekomen, dat de klas niet meer werd toegepast. Maar in de oude tijd, on geveer kort na de eeuwwisseling, toen waren er nog van die verschoppelingen die door heimwee of door sterke drank de kop in de wind gooiden en hun toekomst op het spel zetten. Echt slecht of misdadig waren ze evenwel niet, ze bezaten alleen een zwakte: ze konden niet tegen de omstandigheden opbok sen. Klassianen zijn een oude KNIL- herinnerinq. D.A.V. Het kantoor van Moesson mag dan een van de laatste zijn waar in plaats van tekstverwerkers, laserprinters, druktoetstelefoontoestellen en computers nog altijd gebruikt wordt gemaakt van oude tikmachines, kiesschijftelefoons en boekoe pienters; zonder een foto-kopieerapparaat kunnen we het al jaren niet meer stellen. We hebben dan ook al vele modellen versleten. En evenzoveel monteurs, want zoals bekend zijn kopieerapparaten en onderhoudsmonteurs haast onverbrekelijk met elkaar verbonden. Meestal is zo n monteur een grote blonde vent die mopperend in de weg gezeten wordt, of in de weg zit, want hij heeft altijd een stoel nodig en liefst nog een bureau om z'n gereedschap en kapotte onderdelen op uit te stallen. Sinds een jaar echter hebben we als beschermheer van onze reutelende en rochelende Sharp SF-7200 de hr. Quilletto, een Indo die zó lekker in het "Moesson-plaatje" past dat je haast zou wensen dat de machine het wat vaker begaf. En het voordeel van een Indische monteur is dat hij nooit een stoel nodig heeft. MB 20

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1990 | | pagina 28