Becaks passen niet meer in de moderne stad Jakarta verbiedt fietstaxi's In Jakarta heerst de afgelopen tijd een hevige strijd tussen de Overheid en de becakrijders. Elke dag trekken vrachtwagens van de dienst Gemeentewerken erop uit om onder politiebegeleiding de laatste Becaks (fietstaxi's) die de stad nog telt van de straat te halen. Met ingang van 1 maart jl.mocht er geen enkele becak meer in Jakarta rijden. Dit ook bij veel toeristen populaire vervoermiddel zal althans in Jakarta tot het verleden behoren. De strijd die de gemeente Jakarta tegen de becakrijders voert is niet van recente datum. In 1971 begon gouverneur Ali Sadikineral mee. Tienduizenden becaks werden iri dat jaar geconfisceerd. Naar schatting mochten er toen uitein delijk nog zo'n vijfduizend in een aantal wijken blijven rondrijden, waar gemoto riseerd vervoer moeilijk kon komen. In elk van deze wijken kreeg de becak een eigen kleur. Zo kon de politie goed zien of een becak wel binnen zijn wijk bleef. Van becaks die dat niet deden werden de wielen verwijderd. Verder gold een verbod op het maken van nieuwe becaks. Verslapte controle en de komst van een nieuwe gouverneur zorgden er echter voor, dat het aantal becaks weer snel toenam. In 1 980 reden erin Jakarta al weer zo'n 50.000 bekacs. In het begin van de jaren tachtig deed gouverneur Soeprapto een hernieuwde poging de becak uit de stad te verwij deren. Opnieuw werden er tienduizen den becaks in beslag genomen. In eerste instantie werden deze even buiten de stad in de wijk Cakung op een groot gemeentelijk terrein opgeslagen. Bij nader onderzoek bleek echter dat de meeste becaks het "kerkhof' weer net zo snel verlieten als dat ze gekomen waren. Het terrein werd slechts door een paar mensen bewaakt, die tegen betaling van de nodige steekpenningen best bereid waren een oogje dicht te doen. Omdat versterking van de bewa king van de opslagplaats evenmin bleek te helpen, nam de gouveneur het dras tische besluit de becaks in de baai van Jakarta in zee te storten. Ook al omdat een nationale prijsvraag naar alternatief gebruik van de becak niets had opge leverd. 'Eiland' Intussen zijn ruim 60.000 becaks in zee gestort. Het becak eiland dat daar door ontstaan is, is daarmee een van de duurste kunstmatige eilanden ter wereld geworden. Al met al ligt daar nu voor negen miljoen gulden aan oud roest. Gebrek aan controle door het toch al overbelaste politie-apparaat, de slechte staat van het openbaar vervoer in Jakarta en sterke migratie vanuit het platteland zorgden er echter voor, dat Soeprapto de strijd tegen de becak na een paar jaar moest opgeven. In 1 985 was het aantal becaks al weer gegroeid tot zo'n 70.000. Direkt of indirekt leefden in dat jaar meer dan 420.000 mensen van deze vorm van vervoer. Dat kwam overeen met zeven procent van de stadsbevol king, die in die tijd al de zes miljoen had gepasseerd. Gouverneur Wiyogo, die sinds twee jaar de scepter zwaait over Jakarta, heeft bezworen dat het nu definitief afgelopen is met de becak. Verwijdering van de becak uit het stadsbeeld heeft bij hem een hoge prioriteit gekregen. Hij heeft de gemeentelijk dienst, belast met het in beslag nemen van de becaks, onder zware druk gezet de gestelde termijn (eind maart) te halen. Om zijn doel te bereiken heeft de dienst de nodige volmachten gekregen. Men mag behalve becakrijders op straat aanhouden, bij mogelijke eigenaars van becaks ook huis zoeking doen. Wordt er bij deze huis zoeking een becak gevonden, dan kan deze terstond worden meegenomen. Protesteert de eigenaar, dan wordt hij meegenomen naar het politiebureau waar procesverbaal tegen hem wordt opgemaakt. Uitbuiting Waarom wil de overheid de becak uit de stad verwijderen? Als belangrijkste argument zegt ze, dat becaks niet meer in de huidige zich snel ontwikkelende stedelijke samenleving passen. Het verkopen van louter spierkracht is vol gens menselijke maatstaf niet langer toelaatbaar. Je door een becakrijder laten vervoeren, staat volgens de gou verneur gelijk aan menselijke uitbuiting. Hoewel het laatste een op zichzelf te respecteren argument is, is het grootste deel van de bevolking van Jakarta vol gens opiniepeilingen, die een aantal dagbladen hebben gevoerd, weinig gelukkig met het nu definitief lijkende becakverbod. Tachtig procent van de ondervraagden sprak zich tegen het verwijderen van de becak uit. Met name de lage inkomensgroepen worden door de maatregel getroffen. Het gaat daarbij met name om de honderdduizenden kinderen die dagelijks naar school gaan, vrouwen in de dichtbevolkte kampongs die inkopen doen op de lokale markt en kleinhandelaren die hun toko met een becak laten bevoorraden. Het probleem is dat de gemeente namelijk geen adequaat alternatief heeft geschapen voor de naar schatting half miljoen dagelijkse becakritjes, die niet meer zullen plaatsvinden. De stad Jakarta heeft al jarenlang te kampen met een slecht georganiseerd openbaar vervoersysteem. De gemeen telijke stadsbusonderneming PPD is wat dat betreft berucht. Deze busdienst overschrijdt alle wetten, wat betreft veiligheid, stiptheid en service. Vijftig procent van alle bussen is vanwege slecht onderhoud voortdurend buiten gebruik. Het gevolg is dat de nog rijdende bussen tweemaal zoveel pas sagiers als toegestaan meenemen. Daar komt bij dat de overvolle bussen een ideaal werkterrein zijn voor zakken rollers en kleine afpersers. Hoewel al jarenlang gesproken wordt over ver betering van de stadsbusdienst en mogelijke privatisering heeft dit tot nu toe niets opgeleverd. Met de duizenden minibussen die in Jakarta rondrijden is het niet veel beter gesteld. Gebrek aan overheidscontrole op de technische conditie van de bussen, chauffeurs die uitgebuit worden door de minibus eigenaren en daardoor weinig letten op zaken als veiligheid en onderhoud van hun voertuigen en een gebrekkig ver gunningenstelsel zorgen ervoor, dat deze geprivatiseerde vorm van vervoer evenmin tot een verbetering van het openbaar vervoer heeft bijgedragen. Te duur Blijven over de taxi's en de 'bajaj', een gemotoriseerde driewieler, maar deze beide vormen van vervoer zijn voor de meeste mensen te duur. Laat staan dat men er een eigen auto op na kan houden. Het probleem is, dat de bussen en minibussen voornamelijk langs de hoofdwegen rijden. Deze zijn commer cieel gezien het meest aantrekkelijk. De kleinere wegen zijn of moeilijk toegan kelijk of leveren relatief te weinig passa giers op. Het is juist in dit soort situaties dat de becaks tot nu toe een zinvolle vervoersrol speelden. Tienduizenden gezinnen zullen naar een nieuw inkomen moeten uitzien of, indien ze dat niet vinden, gedwon gen worden terug te gaan naar hun geboortedorp op Java. De gouverneur heeft toegezegd dat hij getroffen ge zinnen van becakrijders wil helpen bij het zoeken naar oplossingen. Zo loopt al enige tijd een omscholingsprogramma vor ex-becakrijders. Deze mogen op kosten van de overheid een cursus volgen voor chauffeur, automonteur of broodverkoper. Hoewel goed bedoeld 16

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1990 | | pagina 16