goed kennen is van recenter datum. Achttiende eeuwse bronnen zwijgen er nog over. Het Chinese element was toen trouwens ook nog niet zo aanzien lijk als later, in de 19e eeuw. Een zeer vermaarde lakwerker om streeks 1 850 was een zekere Tan die onder de naam Tan Lak bekend stond. Mogelijk was hij de eerste die de aanzet tot zo'n belangrijke tak van kunstnijver heid heeft gegeven. Een reiziger in die tijd schreef over Tan Lak het volgende: "In zijn' netten winkel zagen we allerlei door hem bewerkte en verlakte voor werpen als wipstoelen, bakkoels of passo's, trommeltjes, kastjes, doosjes, toiletten, necessaires, naaikistjes, thee kistjes, theebladen, mangkok's en pie- ring's, sambal-bakken, flesschen-bakjes, tafeltjes, latafeltjes, enz. enz. Deze voor werpen waren allen van den stam der kokospalmen of van kokoshout, het welk gemakkelijk te bewerken valt, ver vaardigd, en het glanzige zwart- of rood- of bruin- of geel-verlaksel, met vergulde lijsten en bloemen en figuren afgezet, had in de verte eene treffende gelijkenis met het schoone lakwerk van China of Japan. In de huizen van vele ingezetenen van Palembang en Muntok treft men menigen stoel of doosje of andere zaken en etagere-artikelen aan, die van Tan Lak afkomstig zijn." In het laatste kwart van de eeuw waren vooral monochrome lakdoosjes in de vorm van vruchten (o.a. mangistan, doerians) zeer geliefd. Ze kwamen in diverse, meest bijpassende kleuren voor. Overigens is het lakwerk in twee hoofdgroepen te verdelen, namelijk het rode en het zwart met goud lakwerk. Het laatste, iets kostbaarder, werd voor sierdozen (tenongs) en sirihbakken gebruikt. De bekende Palembangse meubelen, overdekt met gelakt en verguld snij werk, zijn produkten van de lokale meubelmaker. Het lakken en vergulden werd veelal aan Chinezen uitbesteed. Ondanks het overdadige snijwerk geven zij door de sterke symetrie een rustige indruk. Deze meubelen (o.a. bruidskis- ten) werden al in het 2e kwart van de 1 9e eeuw naar Java geëxporteerd. Op de oostkust van Sumatra was de meu belmakerij geheel in Chinese handen. Daar werden meubelen in zowel Chinese als Nederlandse stijlen gemaakt. Een groot aandeel had de Chinese meubelmaker bij de produktie van kis ten. We bedoelen hier niet de kamfer- kist, al of niet met snijwerk, of de nu zeldzame koffer bedekt met blauw of groen leder en afgezet met koperbeslag, maar de overbekende zg. VOC-kist. Deze kist, die diende voor transport op VOC-schepen, moest voldoen aan be paalde eisen wat betreft de afmetingen. Ze werden verstevigd met ijzeren ban den. Soms werden mooie houtsoorten ervoor uitgezocht en bestond de afwer king uit koperbeslag. Vooral deze kisten Chinese speelkaarten. Indonesië, 19e eeuw. Museum Nusantara, Delft. die in huis geplaatst werden, zijn aan de sloop ontkomen. De vele beschrijvin gen uit die tijd tonen aan dat de Chinese kistenmaker in zijn vak uitblonk. Het solide werk met zwaluwstaarten werd bijzonder gewaardeerd. Geen wonder als we bedenken dat toen de zijden van laden in de imposante Hollandse kus- senkasten zonder enig verstek tegen elkaar werden getimmerd. Porcelein Chinees porcelein en aardewerk werd net als in Europa op grote schaal inge voerd. Het porcelein kwam veel uit Zuid-China, Swatow, en was grover van scherf en schildering dan het porcelein afkomstig uit de bekende ovens van Jingdezhen. Een porcelein soort die hier genoemd dient te worden is die met geschilderde voorstellingen in blauw omgeven door okerkleurige of bruin- kleurige velden, het zg. capucijner decor. In Engeland spreekt men van "Batavian ware" omdat dergelijk porce lein via Batavia zijn weg naar het Wes ten vond. Het aardewerk, in het bijzon der martavanen, kwamen oorspronkelijk uit China en naburige landen, maar in de 1 9e eeuw werden in Indramayu (Java) en op Borneo ook dit soort voorraad- potten gemaakt. Zilver Het aantal Chinese zilversmeden op Java en Sumatra (Palembang) was tal rijk. De Chinese zilversmeden in het 1 8e eeuwse Batavia hadden een belang rijk aandeel in de totale zilverproduktie van die stad. Bij officiële bepalingen werden zij heel vaak genoemd. Met name de lijst van beroepen die na de Chinezenmoord is gemaakt illustreert het aantal opengevallen plaatsen en de noodzaak tot hun aanwezigheid over duidelijk. Zij maakten zilveren voorwerpen zowel in Chinese als puur Hollandse stijl. Veel zilveren doosjes van bijvoorbeeld sirih- stellen en kussenplaten verraden een Chinese hand. Zelfs in het oude Batavia werden zilveren schalen en kommen gemaakt in Chinese stijl en op Hollandse wijze voorzien van het Batavia keur. Vanzelfsprekend kwamen ook meng vormen voor. Speelkaarten Een minder bekend artikel zijn de Chinese speelkaarten die in enorme aantallen vanuit Batavia naar alle streken in de archipel zijn geëxporterd. Ver schillende bevolkingsgroepen in Indo nesië gebruikten Chinese speelkaarten. Uit 19e eeuwse handelsberichten blijkt Bali op dit punt onverzadigbaar geweest te zijn. In de Indo-Europese gemeenschap werden de kaarten bij het dobbelen gebruikt. Er zijn meerdere Chinese kaartspelen en de kaarten ervoor werden door middel van houten stempels fabrieksmatig geproduceerd. Batik Een latere ontwikkeling van Chinese kunstnijverheid in Indonesië is de batik industrie. Batik was oorspronkelijk een bij uitstek Javaans huisvlijtprodukt dat nauwelijks verhandeld werd. Nog in een reisbeschrijving uit 1822 van Justinus van Schoor lezen we dat te Djokja vrouwen voor eigen gebruik batikten en dat het in beperkte mate werd verkocht. In het 2e kwart komt een levendige handel van dit produkt tot bloei. De bekendste centra in die tijd zijn Batavia, Soerabaja, Semarang, Vorstenlanden (Djokja) en Pekalongan. Toen was Batavia economisch veruit het voornaamste. De hier geproduceerde sarongs en slendangs werden naar de verschillende eilanden verhandeld. (lees verder volgende pagina) 23

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1990 | | pagina 31