KLEIN BRUIN OFFICIERTJE
"GETEKEND ALS KOLONIAAL"
"TANDA MATA K.N.I.L."
"TOTOK IN TJIMAHI" - door D.A. Visker
Ik ken een klein bruin officiertje, zo bruin als een kenarienoot, zo licht als een
bendie, zo tenger als een kemangiplant. In Holland ziet men hem nieten loopt men
hem gemakkelijk van het trottoir. Dat komt omdat over het algemeen grote en
zware mensen weinig oog hebben voor kleding van correcte snit en goede
kwaliteit, zijn altijd glimmend gepoetste schoenen en zijn eigenlijk iets te dure
buitenlandse hoed. En omdat men hem nooit lang genoeg observeert.
Op 26 juli a.s. zal het 40 jaar
geleden zijn dat het K.N.I.L.
werd opgeheven. Een uitgebreid
artikel over de herdenking van
dit historische feit zal in Moes
son van 15 augustus a.s. ver
schijnen. Thans willen wij een
artikel plaatsen dat Tjalie
Robinson schreef in Tong-Tong
van 15 februari 1967 en dat
later ook is opgenomen in het
boek "Piekerans bij een voor
plaat".
Met het opnieuw publiceren
van deze overpeinzing willen
wij hormat betuigen aan al die
mensen voor wie het K.N.I.L.
Leven was.
Red.
Wie dat doet, zal hem op élle straten
zien, de onaanzienlijke en chique, en hij
blijft dezelfde. Die hem in een cafetaria
zien staan met een kop hete koffie en
een bedachtzaam en met kleine happen
gesavoureerde gehaktbal, of in Garuda
met een glas sherry, hij blijft dezelfde.
Hij heeft geen auto.
Want hij werd na de oorlog als kapitein
gepensioneerd. 'And, you know, that
hurts!' Nee, niet omdat een hoger salaris
en een hoger pensioen verbeurd raakten.
Wie maalt after all om geld! Niet omdat
hij gepasseerd werd en min of meer
indirect onbruikbaar verklaard. Wie
lang geleefd heeft en vele allerbesten
heeft zien passeren, weet dat het Leven
Takdir. Takdir Noodlot. Accepteer.
Saluut.
Nee, het doet pijn omdat daarmee een
streep gezet is onder een Leven met
een hoofdletter, een Leven met mannen-
in-groen op een buitenpost, met Gods-
zalig patrouille lopen - lopen - lopen.
Daarom loopt hij nog steeds patrouille
zoals de planter nog steeds kelilingt. En
als hij patrouilleertziethijvaakdeganse
mooie moderne stad niet (daarom wordt
hij wel eens van het trottoir gedrukt!)
want voor zijn geestesoog verrijzen
weer de Eeuwige Regenwouden van
Djambi en Borneo. Achter hun eeuwige
lichtgroene klamboe van regen die naar
humus ruikt. Ja, soms brengt die Hol
landse regen hem toch wel even thuis.
Thuis, dat is de kleine modderpoel die
de appèlplaats is van de buitenpost 3
miljoen vijf honderd acht en tachtig
duizend kilometer van de naastbijzijnde
toko. Waar hij, na het "aantreden ge
blazen" zijn troep inspecteert. Op zijn
dooie gemak, slenterend-met-gracie
(en dat is wat, als je met je bruine
halfzeildoekse schoenen bijna tot aan je
enkels wegzakt in de blubber), zijn
groene handschoenen met kleine trekjes
aantrekkend, bijna altijd opkijkend naar
mannen groter dan hij. Wat hem iets
arrogants geeft. En toch blijft hij
"Bapah" van zijn jongens.
Zijn kalme bruine jagersoog zal het
kleinste vlekje zien op blauwe karabijn
lopen, een loszittende knoop, een rafel
aan een kraag. Maar hij kan ook en
passant aan Pattipilohy vragen hoe het
met zijn kleine Mattioes gaat. En Patti
pilohy springt kaarsrecht en roept kei
hard: "Baik, kapitein! Trima kasih,
kapitein!" En aan Saridin of zijn perkoe-
toet Lesmana al onderweg is van Wlingi.
En Saridin antwoordt correct en zakelijk
alsof het de overplaatsing van een chef
staf betreft. En beiden glimmmen! Hun
kapitein weet alles en onthoudt alles.
En na het verstrooide: "Rechts uit de
flank volgen!" verdwijnt een dunne rij
van groene mieren in de ontzaglijk
oprijzende woudrand. Die zich achter
hen sluit alsof hij hen verslonden heeft.
En dan leeft de kenariebruine officier.
Heb geen kassian met hem. Want kas
sian van kleine stadsmensen degradeert.
En dat verdient hij niet, sacré! Ook al is
hij dan smadelijk op non-actief gesteld.
Betreur het niet dat het hem moeite
kost van zijn pensioentje rond te komen.
Wie zo vaak als hij alleen rijst met telor
asin en poetjoek pakis heeft moeten
eten, kan alleen een minachtende glim
lach hebben voor het gejammer om de
"treurige burgerpot". Constateer niet
meewarig dat hij "zo alleen" is en blijk
baar weing vrienden heeft. Wie kan hier
ooit de vriendschap opbrengen van zijn
dardane!? "You don't know man, you
don't EVER know
Zijn vrouw heeft het veel beter in Hol
land. Ja, er zijn veel winkels, er is veel te
shoppen en te kijken. Er zijn leuke
parties en goede films. Er is veel te
snoepen. En veel te telefoneren. Hij
gunt het haar van ganser harte. Hij is
zijn Fine niet vergeten van de saaie
buitenposten, het troosteloze leven als
hij op patrouille was. Fine die nóóit
klaagde en altijd monter was en blij en
moedig. "Later", had hij toen gedacht,
"later vergoed ik het haar. Als ik met
kolonelspensioen op Wassenaar zit
NU is het later. En hij is géén kolonel,
Maar Fine klaagt niet. Na Takèngon is
de winkelstraat uit de buurt véél. Ze is
happy. Voor ieder mens komt een beurt
in het leven. Het is goed zo.
Maar 's avonds als het weer zó bar is,
dat hij niet patrouilleren kan en zij niet
shoppen, kunnen ze wel eens zwijgend
bij het raam zitten in een allengs don
kerder wordende huiskamer die met al
zijn warmte en knusheid nóóit zo warm
worden kan als het leven daar. Dan gaan
ze zien met "The inner eye". En een
film, mooier dan de mooiste TV-uitzen-
ding speelt zich af voor hun ogen: de
majestueuze bruine kali, de barakken-
zwerm en het speelgoedvlaggetje rood-
wit-blauw, de kapódangs in de bijen
boom, de kleine Freddy in tjelana monjet
en met een klapgeweertje uit een pisang
bladnerf: "Gééééft Acht! Rèèèèchts
Richten! Staat!"
Oh, my God
Daarom is het leuk als je kunt bridgen,
soms dagen en nachten lang. Met Willy
en Mies. Of Kamprèt (zo noemt niemand
anders hem!) en Zus. En tussen het
"Klein slem sans" en "Drie down ge
doubleerd!" kan praten over het on
sterfelijke leven daar.
Bridgen?! Pentollen?! Tjeplekken?!
Tedeksel, je moet toch wat doen met je
handen?! Alles is goed genoeg. Als je
alleen maar weer de stenen facade aan
de overkant kan behangen met een
smaragdgroen décor en er leven kan als
een saffierblauwe wondervogei...
Klein kenariebruin officiertje. Saluut!
T.R.
Belangrijke boeken over het KNIL
door P. van Meel, redacteur van het blad "Stabelan". Een boeiend relaas van het
leven van een soldaat, zijn gezin, vrienden en kennissen in het vredige Indië.
Hun belevenissen in en na de oorlog en tenslotte de opheffing van het KNIL.
250 foto's van documentaire waarde f 32,50 porto f 5,50.
De voorgeschiedenis en de strijd van het KNIL tegen Japan. Verteld door de
mensen die erbij waren. 200 foto's en tekeningen, f 29,75 porto f 5,50.
Ervaringen van een jong koloniaal in Indië. De tegenhanger van Lin Scholte's
"Anak Kompenie". Was Lin Scholte de "anak" Dick Visker was de "kompenie".
Kleurrijk, geestig en naar waarheid opgetekend, f 12,50 porto f 2,50.
3