Stichting Japanse Ereschulden ORIENT TRAVEL BV In Moesson van 1 5 mei 1990 is over de Stichting Japanse Ereschulden geschreven. Het bijbehorende commentaar heeft laten zien, dat e.e.a. verduidelijkt moet worden. Als voorzitter van deze stichting zal ik daar gaarne-ook in algemene zin - aan voldoen. 1De Stichting Japanse Ereschulden, door ons "J ES" genoemd, is een par ticuliere onafhankelijke stichting, die op 4 april 1 990, bij notariële acte (notaris C.G. van Willigen te Voor burg) is opgericht. Ingeschreven bij de Kamer van Koop handel te Den Haag onder reg. nr. S 156189. De stichting wordt ge steund door een groot aantal organi saties en niet door één vereniging zoals abusievelijk in een Nederlands dagblad werd gesteld. In onze statuten staat o.a. dat we - in het algemeen - opkomen voor diegenen - militairen burger - met de Nederlandse nationaliteit of daamee gelijkgesteld (dus niet alléén Indische Nederlanders), die geleden hebben onder de Japanse bezetting en - in het bijzonder - voor diegenen, die in kampen en/of gevangenissen geïn terneerd zijn geweest en hun na bestaanden in eerste lijn. 2. Onze strategie is er op gebaseerd eerst te pogen schadevergoeding te krijgen voor de geïnterneerden, om dat dit de meeste kans van slagen biedt. Onze schade-claim formulieren zijn daarop geënt. Als dat succes heeft komt de andere groep aan de beurt (buiten de kampen). Dat is een nog veel moeilijker opgaaf om die ontvankelijk te doen krijgen. De leden van die groep zijn niet geregistreerd. 3. Op 10 mei 1 990 zijn de vertegen woordigers van de Canadezen, de Nieuw Zeelanders en de Britten, op eigen kosten, naar Nederland geko men om met ons, de Nederlanders te confereren. Ook onze Amerikaanse advocaat, die deskundig is op het gebied van zaken de VN betreffende, was daarbij aanwezig. Unaniem werd besloten om per land met een eigen particuliere stichting met een eigen advocaat "met de Canadese trein mee te gaan", aan vangende in Genève. De Canadezen hebben namelijk, na veel voorberei dend werk, gehoor gevonden bij de sub-commissie van de mensenrech ten in Genève. Een ieder neemt ook de Canadese claim over: schadevergoeding voor geïnterneerden en hun nabestaanden in eerste lijn en 10 US dollars per persoon per dag. Ook de Amerikanen en de Australiërs zullen zich hierbij aansluiten, zodat we met een gebundelde kracht gaan optreden. 4. Wil men dat het schade- claim for mulier in behandeling wordt geno men, dan dient hiervoor f 30,- te worden overgemaakt. Dat geld is nodig voor betaling van de advocaat, een accountantsbureau (want we willen gecontroleerd worden door zo'n onafhankelijk bureau, om de binnengekomen gelden naar bui ten toe te verantwoorden), het com puter-programma, drukkosten, secre- tariaatskosten. Van vele zijden komen verzoeken om inlichtingen en schade-claim formu lieren binnen. De bestuursleden, commissieleden, adviseurs en coördinatoren zijn allen vrijwilligers, die dag en nacht bezig zijn en dit werk geheel belangeloos doen. Onkosten kunnen wel worden gedeclareerd zoals vervoerskosten, portokosten, telefoonkosten e.d. Wanneer na aftrek van alle uitgaven, in een later stadium, een batig saldo overblijft, dan is dat geld niet terug vorderbaar. Daar zal dan een passende bestemming voor worden gevonden. 5. Natuurlijk worden we door deze aan gelegenheid weer herinnerd aan het leed van toen. Maar dat doen wij ieder jaar, wanneer we gaan herden ken. We hebben toch een Indisch Monument opgericht en een stichting in het leven geroepen, de Stichting Herdenking 15 Augustus 1945. 6. Er zijn vragen gesteld omtrent de eventuele wijze van uitbetaling. Mocht Japan tot uitbetaling over gaan, dan dient eerst bekeken te worden, hoe en op welke wijze dat gaat plaats vinden. Dan kunnen we pas geëigende maatregelen nemen en op die vragen antwoorden. Onze eerste taak is al het mogelijke te doen om het geld binnen te krijgen en erkenning te verwerven dat Japan behoort te betalen. 7. Voor ons vorige secretariaat (bij de familie Stolk thuis, Veen en Duin 24 te Bloemendaal), werden de vele ver zoeken om inlichtingen op allerlei gebied en aanvragen om schade claim formulieren, op den duur te veel. We hebben nu een nieuw secreta riaat geopend. Stichting Japanse Ereschulden p/a Stadhouderslaan 94, 2517 JC Den Haag, geopend elke werkdag van 09.30 tot 12.30 uur, telefonisch bereikbaar 070 - 358 43 08. Men kan erterecht voor inlichtingen, afhalen van schade-claim formulieren enz. Indien schriftelijk schade-claim formulieren worden aangevraagd, niet vergeten een gefrankeerde (65 cent) open enveloppe in te sluiten, met naam en adres voor toezending. Achterop het schade-claim formulier staat vermeld, waar dit ingevulde en ondertekende formulier naar toe moet worden gezonden: postbus 108, 2180 AC te Hillegom (daar staat onze computer voor verwerking van de formulieren). Eveneens is op het formulier aangegeven het bank rekening-nummer, waaropde f 30,- (per formulier) dient te worden ge stort (geen cheques e.d. insluiten a.u.b.). 8. Tenslotte: wat wij uitermate belang rijk vinden is het feit dat - nu via de VN perspectieven kunnen worden ontwikkeld - niet geaarzeld moet worden Japan aan te spreken om schadevergoeding te betalen. Wij hebben bitter geleden en alles verloren onder de Japanse bezetting en Japan heeft zich daar bitter weinig van aangetrokken, 45 jaar lang. Het is noodzakelijk dat voor onze mensen en hun nabestaanden wordt opgekomen. In het verleden werd ons dat zeer bemoeilijkt, zo niet on mogelijk gemaakt door verdragen. De gewijzigde omstandigheden en vasthoudend speurwerk van de Canadezen openen de mogelijkheden om de strijd aan te gaan voor ons recht. Laten we dat doen en wel schouder aan schouder. De Voorzitter van de Stichting Japanse Ereschulden S.A. LAPRÉ RMWO Majoor b.d. Knil/KL RETOUR BANGKOK vaf 1.265,- fTlMl RETOUR JAKARTA v af 1.795,- 31-daagse verzorgde reis JAVA en BALI v.a. f 3.800,— garantiefonds REISGELDEN RETOUR BALI v.af2.135,- RETOUR AUSTRALIË v.af 2.360- Singel 486 - 1017 AW AMSTERDAM Tel. 020 - 23 74 84 Laan van Meerdervoort 291 DEN HAAG 'k Tel. 070-361 50 78 Rokin 52 - AMSTERDAM - Tel. 020 - 24 25 38 7

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1990 | | pagina 7