en Propolis
Sambiloto Het Textiel Museum in Jakarta
Bijen
op UV\^S&V
f&SÈ
Wij, en een tiental andere vaderloze
gezinnen, hadden ons in onze vakantie
huisjes verstopt op Bermé, de parel in
de Gordel van Smaragd. Dankzij het
gezonde klimaat op een hoogte van
bijna 2000 meter, hadden we de dokter
nog niet nodig gehad. Op Bermé heerste
de oude rust en vrede. Wij hadden met
het vriendelijke bergvolk altijd op goede
voet gestaan, de rampspoed bracht ons
nog meer bij elkaar. We hadden elkaar
nódig. Zij brachten ons voedselgewas
sen van eigen grond, wij gaven hen
kleren.
In de goeie tijd had het gewone volk
zich zelden meer dan twee of drie ver
schoningen gegund. In twee jaar waren
die versleten tot op de draad. In huis
hulden zij zich in zachte matten en
vezelweefsels, lorren en lompen wer
den weggelegd; voor netjes. Er brak, ik
meen over de hele lijn een explosie uit
van tropische zweren. In wanhoop vroe
gen de mensen om hulp. Mijn hart en
maag draaiden om bij al dat leed, vernie
lingen, veelal beenwonden tot op het
bot. En geen medicijnen. Trouwens, ik
zou niet weten, jawel, ik wist het wel.
Stuurde de dokter ons vroeger niet
kilobussen zwavelzalf voor verwaar
loosde wonden van onze mensen? Als
doodgewone huis- tuin- en planters
vrouw wist ik wel niks van ingewikkelde
formules, opponenten en verbindingen,
maar 't was allicht te proberen. Zelf
maken. Zwavel was in warongs en toko'-
tjes nog te krijgen. Olie of andere vetten?
Voor huishoudelijk gebruik maakten we
zelf klapperolie, maar dat stolde niet.
Het "sluimerde", dus een "bindmiddel
toevoegen.
Ik dacht aan bijenwas. Maar was dat
nog wel te krijgen nu er niet meer
gebatikt werd?
"Ada tawon, ada madoe - ada madoe,
ada malam". Zolang er bijen zijn, is er
honing, waar honing is, is ook was. Dat
was Soewarni, onze steun en toeverlaat
van vele jaren.
Zij brachten de was, die arme mensen
met hun pijn. En ik wierp me op het
experiment. Van mengen en roeren,
verhitten en af laten koelen. In aparte
pannen, was en olie warmen tot vloei
baar. In een derde-, een deel olie doen
en twee delen was. Roeren... roeren...
tot het afgekoeld was. Te stijf? Opnieuw
verhitten en er een beetje olie bij doen.
Ik weet niet hoe vaak ik de handelingen
heb moeten herhalen, maar uiteindelijk
bleef in de pan een gladde, gelijkmatige
zalf die uitstrijkbaar was, met de kleur
van honing. Daar roerde ik de zwavel-
bloem door. Hoeveel? Geen idee, ik
gokte, op "gevoel".
Wij verknipten schone oude lappen tot
honderden kleine en grote "gaasjes".
In het BIJEN GEZONDHEIDS
BOEKJE - door Jaap Kaal in 1988
samengesteld en in 1989 uitge
geven, vertelt hij over de genees
kracht van bijenprodukten als
onder andere bijenbrood, koning-
innegelei en nog meer. In de Oost
bloklanden zien natuurgenezers
veel heil in de geneeswijze die
APITHERAPIE heet. Propolis wordt
door bijen verzameld uit bomen en
planten en in hun maatschappij
onder andere gebruikt voor het
ontsmetten van de cellen waarin
de eitjes zullen komen.
Ik lees dit en mijn herinneringen
dwalen af naar de oorlogsjaren in
het oude Indië.
Toen mochten zij komen...
Iedere dag kookte Soewarni ketels water,
ik reinigde de wonden -zo goed en zo
kwaad-, streek zalf over de lapjes waar
mee ik de wonden bedekte. Repen
vezelstof hielden die op hun plaats.
Soewarni hielp en dagelijks waren we
uren bezig. Als we klaar waren ver
brandden we de vieze lapjes en "ver
band", het hele erf stonk naar zwavel.
Het duurde lang.... en voor een klein
meisje kwam de hulp te laat. De wonder
baarlijke genezing van al die afzichte
lijke wonden gaf veel voldoening. Ik
onderging de Zegen van Boven...
Nu ik het mooie boekje van Jaap Kaal
heb gelezen denk ik ook aan Propolis,
een Geschenk van de Bijen.
HARRYET MARSMAN
We hebben Sambiloto in de winkel,
wordt in kleine zakjes verkocht, want u
hebt maar weinig blaadjes nodig om er
thee van te trekken. 7 of 9 blaadjes
(volgens de gewoonte altijd een oneven
aantal) op een glas kokend water. Goed
laten trekken en éénmaal in de week
drinken als u "suiker hebt". Bent u nog
geen suikerpatiënt, dan is volgens de
heer Hendrik (zieTOKO 1 5 juli) eenmaal
in de maand een week lang (een pakje
een krachtig kruid, drinkt u teveel dan
zou u last kunnen krijgen van uw gal.
Meestal wordt Sambiloto ook gedronken
in de combinatie met andere kruiden.
Ideale djamoe is Djamoe Godok. Eens
in de maand een week lang (een plakje
is voldoende voor 5 dagen, elke dag een
glas water bijdoen, opkoken) is een
uitstekend middel om uw bloedvaten
en urinewegen een schoonmaakbeurt
te geven.
Wie geïnteresseerd is in textiel zal
zeker in Jakarta het textielmuseum
willen bezichtigen. Hier kan men de
geweven doeken en kains van ver
schillende provincies zien. Natuurlijk
is batik vertegenwoordigd in diverse
patronen, klassiek alswel modern,
batiktulisencap. Dan van Sumatra de
songkets met goud en zilverdraad, de
ulos van Noord-Sumatra, de ikat-weef-
sels van Flores, Timor en de typische
Sumbakleden.
Kalimantan en Irian Jaya hebben ook
haar typische weefsels, waaronder
van boomschors. Ook diverse weef-
toestellen zijn te bezichtigen.
Waar ligt dit museum? Het ligt in de
Tanah Abangbuurt, aan de Jalan K.
SasuitTubun 4, vroeger Jalan Petam-
buran. Het gebouw is oud, dateert uit
de negentiende eeuw, gebouwd door
een Fransman in de Islamstijl. Enkele
tientallen jaren later werd dit huis het
eigendom van de Turkse consul, Ab
dul AzisAI Musawi Al Kathini. Hijwas
van adel en trouwde met een dochter
van de Sultan van Bengkulu. Ze kregen
twee dochters en twee zonen. De
oudste dochter huwde met Sayid Ab
dullah bin Alwi Alatas. Hun afstam
melingen werden eigenaar van het
huis. Het gebouw werd veranderd en
is gebleven zoals het er nu uitziet. Het
is nog van eigenaar veranderd, zoals
Heer Vermeulen, een vrijgezel die
antiek verkocht, toen nog naar de
antiek verkocht, toen ging het nog naar
de familie Lie Siong Phin en Bee Tjoan
Nio. In 1 952 kocht de familie Alatas het
terug en niet lang daarna werd het
gekocht door het Departement van
Sociale Zaken. Eerst als internaat ge
bruikt, bood de Minister van Sociale
Zaken het aan aan de Gouverneur van
Jakarta, Ali Sadikin die het bestemde
tot Textiel-museum in oktober 1952.
E.S. (uit: Kisah Jakarta Tempo Doeloe)
T-5