POIRRIÉ'S PERIKELEN Herinneringen en Boodschappen 'JLUJLLJ Een mens zit eigenlijk van boven en van onder vast aan zijn herinneringen. Woont hij, net als wij, min of meer op het platteland, dan is hij helemaal de sigaar. Bij elke stap, die hij buiten de deur doet, zal hij op soms prettige, soms pijnlijke manier herinnerd worden aan iets of iemand uit het verre verleden en weer terug geworpen worden in een aangename, of minder aangename ge moedstoestand. De ene keer zal een bedaard achter zijn slome koeien sjokkende boer hem de veel gefotografeerde en geschilderde jongen op de rug van een lodderig kijkende karbouw weer voor de geest toveren, de andere keer commandeert het aroma van een passerende mestwa gen hem subiet naar de stal waarin hij destijds bij een oefening was onderge bracht (de officieren hadden hun in kwartiering meestal boven een café of café-restaurant). Kwalijk zijn dit soort herinneringen natuurlijk niet. Leuk of niet leuk, ze doen je verder geen kwaad en dus pik je ze niet meteen op om als waarschuwende boodschap aan de jon gere generaties door te geven. Alhoewel, soms word je er op onaangename wijze aan herinnerd, dat je dit beter wel had kunnen doen. Zoals het geval van de Bren-carrier, die van beide rupsen tegelijk afraasde en een op hoge poten staand pondokje van een oebi-veld afschoor. De chauffeur in kwestie had een beetje teveel gas gege ven en het eindresultaat was voor hem een flinke douw. Als ik deze herinnering, die telkens weer naar boven komt bij het passeren van een landbouw-traktor, op adequate wijze had doorgegeven, had mijn zoon niet zo'n zware bekeuring gekregen toen hij met zijn 750 cc Kawasaki LTD door een nog snellere Porsche van de Rijkspolitie werd inge haald en tot stoppen uitgenodigd. Zo zie je maar. Tegenwoordig rijdt hij trou wens heel netjes. Bij al die als waarschuwende boodschap door te geven herinneringen en erva ringen, zijn er natuurlijk een paar, die als zeer belangrijk moeten worden be schouwd. Dingen uit het verleden, die zoveel ellende hebben veroorzaakt, dat het misdadig zou zijn als zij door gebrek aan voorlichting weer zouden worden herhaald. Zoals de oorlog en het hele macabere en naief beoordeelde voor spel ervan. Dit jaar, tijdens de viering van het 45-jarig Jubileum van de Be vrijding van Nederland, is daar weer veel over gezegd en gedaan. Ons dorp bleef daar niet bij achter, integendeel. Straten, huizen en zelfs bomen waren versierd. Over een periode van drie weken werd van alles georganiseerd. Veel feesten, maar ook plechtigheden, waarbij diverse sprekers hun zegje deden. Terecht liep als een rode draad door alle redevoeringen die ene hart grondige waarschuwing: "Zorg, dat dit nimmer weer gebeurt". Veel van de daarbij aangehaalde herin neringen vormden de basis van de bood schap, die men aan de jeugd doorgaf in de hoop, dat zij deze belangrijk genoeg zouden vinden om zich er op te richten. Het enige twijfelachtige bijverschijnsel, dat zich bij al deze gelegenheden voor deed, vond plaats op 3 mei. Daags voor de Dodenherdenking werd hier de zogenaamde adoptie-overdracht verricht van het nieuwe gedenkteken ter herinnering aan tien in bezettingstijd omgekomen verzetsstrijders. Dat nieu we gedenkteken is zogezegd geadop teerd door de hoogste klasse van de plaatselijke basisschool. Daar die hoog ste klasse aan het eind van elk school jaar wordt opgevolgd door de naaste hogere klasse, wordtdusookelkjaarde adoptie overgedragen. Op 3 mei stonden derhalve twee klassen in een halve cirkel voor het gedenkteken om de officiële overdracht te plegen. Ze hadden er van alles voor gedaan om er iets plechtigs van te maken en te tonen, dat zij wisten waar het in feite om ging. Daar stonden ze: Rond veertig kinderen. Diep onder de indruk en doodnerveus. Toen na een korte inleiding van het schoolhoofd een krans was gelegd, kwam het hoogtepunt van de hele plechtig heid. Eén voor één traden vier kinderen naar voren en lazen om beurten het door henzelf bedachte en op rijm gezette verhaal voor. Het verhaal, waarmee zij aantoonden alle boodschappen goed te hebben begrepen. Het gaat te ver om ze allemaal op te tekenen, daarvoor waren ze te lang, maar enkele stukjes zijn het echt waard om te worden uitgedragen. Al was het alleen maar, omdat de kinder- lijke woordkeus en -interpretatie meer zei dan menig "volwassen redevoe ring". Wat te zeggen van ene Wouter, die in vijf lange coupletten de hele oorlog van A tot Z belichtte en begon met: "Vijftig jaar geleden vielen de Duitsers binnen. Ze vingen vele Joodse gezinnen". O G Cï Niet alle Duitsers doen wat Hitier zegt... Wat verder: "De Duitsers bombardeer den, zonder dat de Nederlanders er van leerden". En: "De oorlog viel niet mee, alle plannen vielen in zee". In het vierde couplet roept Wouter ver heugd: "Nederland werd bevrijd!! Ge heel onverwacht voor het Duitse beleid". Om in het laatste couplet geruststellend te verzuchten: "Na de oorlog was al het eten er weer. Sla, andijvie meer en meer". Bastiaan begon zijn declamatie met een alles omvattende vraag: "Oorlog, oorlog, oorlog, wie houdt er nou van oorlog. Niemand zeker toch?" Ook de verfoeide Jodenvervolging had zijn aandacht, getuige zijn: "Echter zagen zij maar één mogelijkheid. Onder een luik, dat hen van de buitenwereld scheidt". Maar ook: "Niet alle Duitsers waren slecht. Niet alle Duitsers doen wat Hitier zegt". Bastiaan eindigde met het verraad, dat de dood van de tien herdachte verzets lieden ten gevolge had: "Dan vertrokken zij bij dag en dauw. Verraden door een jochie, dat sigaretten wou". Enkele voorbeelden slechts uit een serie van vier in rijmvorm gezette eigen be denksels. Opgezegd van een spiekbriefje, met van zenuwen dichtgeknepen keel en trillende stem. Zonder microfoon en zonder hoogdravende woorden, maar wel eerlijk en "straight-to-the-point". De enige narigheid was, dat tijdens deze ontroerende plechtigheid hooguit een dozijn volwassenen aanwezig was om getuige te kunnen zijn van het feit, dat de kinderen de boodschap hadden ontvangen en dat op hun eigen wijze aan de volwassenen wilden tonen. De originelen van die verzen heb ik gekregen en ik bewaar ze als goud. De diverse ouders en aanverwante artikelen van die kinderen krijgen er nog geen kopie van. Als ze wat willen weten, vragen ze het maar aan die kinderen zelf, wellicht krijgen ze dan van hen een boodschap mee, die zij zich nog lang kunnen herinneren. 19

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1990 | | pagina 27